Profile
Blog
Photos
Videos
Grand Teton National Park is een sfeervol park. Het is jammer dat het door al de bosbranden in Washington, Idaho en Californië hier nu heel heiig is. De grote bergen aan weerszijden zijn nu minder mooi te zien. We lezen geen krant en zien hier geen TV, dus krijgen niet veel van de branden mee. Behalve door opmerkingen van mensen hier over de smoke en de dood van drie brandweerlieden wat we lazen bij NOS op de iPad.
We rijden door de prachtige open sagebrush vlaktes, met hun blauwige zweem. Ze doen me qua sfeer aan de heidevelden in Nederland denken. Aan de rand staan lage wilgenbosjes, op de laagtes langs de rivieren. Op de sagebrush vlaktes zien we pronghorns die net boven de struikjes uitkomen. Heel in de verte tegen de horizon bijna, staat een kudde bizons. Jammer genoeg hebben we geen elanden gezien, al gaan we op verschillende plekken tussen de wilgen, langs waterkanten zitten. Op een klein smal eilandje zitten zes witte pelikanen en er vliegt er één langs. Een reiger vliegt op als we door de wilgen lopen. Midden op het water drijven allerlei eendjes. Er springen vissen uit het water, zouden ze op vliegen jagen of worden ze zelf achtervolgd? Ik zie sporen genoeg van elk, gestripte takken, poep en afdrukken in de modder. Beren komen hier vast ook, er staan zoveel verschillende bessen, ook veel sneeuwbessen, Symphoricarpus albus, die voor mensen niet eetbaar is. Bovendien ligt het hier bezaaid met half vergane boomstammen met heerlijke larven erin.
De berenkluis op onze camping, midden in de bushbush, hebben we vannacht maar gebruikt. Het was donker, het vuur, halve maan, sterren en de melkweg was te zien. Er was maar één andere campingplek bezet, we zaten echt ver weg van de doorgaande weg.
Het Grand Teton National park is niet zo groot, we maken een rondje en gaan terug naar het Yellowstone park. Dat is de kortste weg naar onze volgende stop. Het is gelijk een hele andere sfeer, je zit op de berg, met grote kloven en ruige hellingen. Naaldwoud wat bestaat uit grote stukken die verbrand zijn geweest in 1988 en waar nu de jonkies zij aan zij staan. De witte dode bomen ertussen staan nog recht overeind en hier en daar is nog een pluk oude bomen te zien.
De grote meren en de pluimen vies ruikende damp van de fumarolen maken duidelijk dat we weer in "het noordelijk park" zijn, zoals de ranger van Grand Teton met een kwinkslag verwees naar Yellowstone.
We gaan de oostelijke uitgang van Yellowstone weer uit. De rechterkant van de weg is nog kaal van een bosbrand jaren geleden. En de andere kant geeft uitzicht over een meer dat zo lang is dat ik de overkant niet kan zien. Af en toe komt er een rotte eieren geur langs waaien als we weer langs een plek rijden met vulkanische activiteit.
We slingeren langs de berg, waar een bighornsheep met enorme hoorns op de stenige helling naast de weg staat. En waar ik aan de overkant, onder de resten van kale zwarte naaldbomen, de contouren van de berg goed kan zien.
De bergen veranderen van sfeer, minder hoog, haast heuvels met halverwege bruine kliffen waarin ik lagen kan herkennen. Het lijken ruïnes van kastelen met torens. Het is een mooi dal waar we in rijden langs de Shoshone River. Er zijn diverse mensen aan het vissen, daar zullen al die campings wel voor dienen. Aan het eind van de dag rijden we via een klein weggetje de helling op. Hier begint zo te zien een pad waar tochten met paarden worden gemaakt, er is een plek waar trailers kunnen keren en er ligt veel paardenpoep.
We stallen de auto achter een boompje, midden tussen de sage. Achter de auto staan cactussen zie ik verbaasd, goh.
Hetty
- comments