Profile
Blog
Photos
Videos
Ik stap de eetzaal binnen van het hotel en zie de dikste mensen die ik ooit heb gezien. Wauw, denk ik, zijn al die dingen die ze zeggen van Amerika dan toch waar? Het is een uitgebreid ontbijtbuffet in het hotel, met wafels, cakes, zoete broodjes, sappen en fruit, maar geen hartig beleg. Geen eieren, kaas of vleeswaren, alleen pindakaas, het land van de zoetekauwen. Moe van alle eieren en zoetigheid bij het ontbijt ben ik de laatste week pindakaas aan het eten. Die rijst met bonen in Costa Rica was zo gek nog niet.
Het is een doe het zelf ontbijt, met alles in folie en met wegwerp bordjes, bekers en bestek. Alleen de wafels die je zelf kan maken, zitten niet in folie. Je moet wel met een kartonnen bekertje beslag uit een container halen, die je dan op het wafelijzer kan gooien. Maar ik hou me bij wat fruit en geroosterde sneetjes brood met boter. Ondanks dat zit ik aan het eind van het ontbijt met een stapel afval, die ik in een mega grote vuilnisbak kan gooien.
Ik heb er echt zin in vandaag, ben zo benieuwd of je nog iets van de prairie kan zien. Maar eerst komen we nog door een merengebied, met iedere honderd meter bordjes met parkeerverbod. Lastig om zo een plek te vinden om even uit te stappen om van de omgeving te genieten. Zelfs in een woonwijk waar we uit pure wanhoop inrijden, zien we verboden te parkeren borden. Uiteindelijk lukt het ons en maken we een wandelingetje. Het is er rustig, met grote goed onderhouden houten huizen. Waaromheen gemaaide gazons en bomen, heel af en toe een plukje bloeiende planten. Een krant in een plastic zakje ligt voor een huis. In gedachten zie ik de kranten jongen of meisje natuurlijk, de krant met een zwaai de tuin in gooien, terwijl hij of zij er langs fietst. Dat komt ervan als je zoveel Amerikaanse films gezien hebt, vrees ik.
Onze volgende stop is een arboretum, tja we komen er toch langs. Maar deze is dan wel weer erg Amerikaans, met een drive-in kassa en een route door het park heen die je met de auto kan doen.
Het is dan ook een heel groot park en het leukste stuk is inderdaad een eind van het bezoekerscentrum af. Het gedeelte met de inheemse beplanting, met een stuk gereconstrueerde prairie. Het is een feest om daar doorheen te lopen, vol bloeiende planten. Met borden uitleg over het ontstaan en onderhoud.
Maar eerst dwaal ik door de gedeelten vlak bij het bezoekerscentrum, kleine gestreepte beestjes struinen het terras naast het restaurant af. Iets verder begint een route met gigantische lego beelden. Het is er razend druk met grootouders, ouders en kinderen. Verschillende thema tuinen zijn er, de rozentuin, moestuin, Japanse, éénjarigen, coniferen, daglelies en gewone lelies, een schaduwtuin met ...... Op een druk pad ligt een slang, gele en zwarte strepen over de lengte. O, zegt een jongen "it's a garden snake, not poisoned". Het is prettig om in de koele auto te stappen om de drie mile route in het park te rijden. Er zijn verschillende stops waar je wat kan bekijken, maar wij stappen uit bij de prairie. Bij prairie denk ik aan wijde grasvlaktes, zover je kan kijken. Dat is hier natuurlijk niet, maar ze hebben een goede poging gedaan. En wat een bloemen pracht, heel veel soorten, in allerlei kleuren. Ik zie een plant die op Echinacea purpurea lijkt, maar er staat geen bordje bij helaas. Ik zal het eens opzoeken, al is dat soms best lastig wanneer je onderweg bent.
We stappen weer in om langs enorme thematuinen te rijden. Eiken, wilde appels, populieren, hagen, kindertuin met doolhof, om even een indruk te geven. De laatste stop die we maken is een tuin voor je zintuigen. O.a. met verhoogde bedden, braille bordjes en zuilen waar je hoorbaar de informatie krijgt. Het leukste vond ik het composttoilet, waarvan je niks rook, maar de wind je om de billen waaide. Hij komt boven in mijn lijstje van favoriete toiletten.
We moeten verder, helaas, in zo'n tuin kun je dagen door brengen. De weg weer op, die hier kaarsrecht is. Het gebied waar de prairie was, heeft plaatsgemaakt voor eindeloze vlaktes met mais en sojabonen. Wat een pracht gezicht moet dat vroeger geweest zijn, al dat wuivend gras met die bloemen. Vol met wild stel ik me zo voor.
Het kedonk kedonk nu, van de betonplaten waar je over rijdt, de lange rechte wegen, de eindeloze vlaktes met mais en soja je komt in een soort trance.
Bij een kruising van wegen stoppen we bij één van de vele motels. Schrijven ons in en gaan op zoek naar wat te eten. Er is een typisch Amerikaans plaatsje Jackson vlakbij, met een tegelvormig stratenplan en lage winkels en huizen. Alleen het gerechtsgebouw ziet er prachtig uit, groot en relatief oud. Ze hebben een Chinees restaurant, waar op de wereld zijn die niet. Het ziet er echt Chinees uit, zoals we in China zagen, onverzorgd, zonder tierelantijntjes. En met, heel grappig, een Filipijnse serveerster. We probeerden haar, voor de grap, een kaartje te laten lezen in het Chinees waar op staat wat een vegetariër wel en vooral niet eet. Ze werkt hier in Amerika om de studie voor haar zus te betalen. Een heel erg bekend verhaal, er zijn heel wat Filipinos aan het werk buiten de Filipijnen om hun familie te ondersteunen. Het eten was vrij zoet, zoals alles in Amerika zoeter en zouter is dan ik gewend ben.
Op weg naar het hotel zien we een bord met een verwijzing naar Fort Belmont, waar we nog wel even willen kijken. Er hangt een bord gesloten op het museum, maar er komt iemand naar buiten om ons uit te nodigen om een prachtig wit houten kerkje te bekijken en een oud pioniers huisje. Vrijwilligers houden het allemaal draaiend. Het fort zelf hebben we geen tijd meer voor. In het museum zien we nog de wagens waarmee pioniers het westen introkken. Jammer dat we er niet wat eerder waren, er is hier zoveel te zien.
In de lobby van het hotel werk ik nog aan wat blogs, in de auto hebben we de iPad nodig om de weg te vinden en we lopen achter. Te veel te doen en te zien hier, geen rust om wat te schrijven.
Hetty
- comments