Profile
Blog
Photos
Videos
We staan bij de bushalte op de hoek van de straat en kijken om ons heen. Het is vroeg maar al snikheet. Wanneer zal de bus komen? Plotseling hoor ik Theo roepen. Hij heeft een collectivo gespot en aangehouden. Het is een klein busje waar ongeveer elf mensen in kunnen en die heen en weer rijdt over een vaste route. Echt bushaltes heeft het niet, je staat langs de kant van de weg en je zwaait. Heel wat goedkoper dan een auto huren.
Bij de botanische tuin die aan de weg naar Cancun ligt stappen we uit. Er is een houten rond gebouwtje met ramen van muskietendoek en een dak van palmbladeren. Aan het logboek wat we moeten invullen te zien zijn we vandaag de eersten. Met een plattegrondje gaan we op weg.
Dat muskietengaas was er zo te voelen niet voor niets, de DEET die we hebben meegenomen vanuit Nederland is al heel vaak goed van pas gekomen. Vaak kun je al zien aan de verkopers rond zo'n toeristische attractie wat je kan verwachten. Komen ze met muskietenspul, berg je dan maar. Zonnehoeden, dan wordt het warm. Paraplu's of plastic poncho's en je hebt ze niet bij je? Koop ze maar alvast.
Maar hier is het rustig, geen stalletjes hier. Wel zit in een klein gebouwtje een aantal jonge kinderen, het lijkt wel een schooltje. Onder de bomen over een wit paadje, lopen we van bord naar bord. De planten zijn hier goed gelabeld. Het is jammer dat de informatie bij de planten alleen in het Spaans is.
Bij een verzameling sierbeplanting voor in de tuin zie ik de paarse kruip/ hang plantjes die we thuis in de kamer hebben staan. Ze zijn hier inheems, geen wonder dat ze het goed doen bij ons. Ze zijn kunnen tegen een droog en warm klimaat. Het is alleen wel jammer dat ik nog steeds geen Afrikaantjes ben tegengekomen, die volgens de boekjes toch echt uit Mexico komen. De volgende verzameling is die van geneeskrachtige kruiden. Daarbij is een Maya huisje, weer met apart een keukenhutje. Op een verhoogd plateau van hout, worden bieslook en uitjes geteeld. Dat was ook bij het Mayahutje bij de sisal fabriek, dus dat zal ook wel typerend zijn. Het is een houten tafel van stokken, met een verhoogde rand met een dun laagje grond erin. In het huisje hangt een hangmat waar Theo gelijk gebruik van maakt. Hij besluit om daar te blijven en we spreken af dat we elkaar over een uur bij de uitgang zien.
De hut is ook gemaakt van stokken, die van de fabriek had muren van leem, deze heeft als versiering wat takjes in een patroon in het vlechtwerk gestoken. Het keukenhutje is helemaal primitief. Er staat een laag tafeltje van een plak hout, met een uitholling waar je een kalebas beker in kan zetten. En aan de wand hangen allerlei kalebassen en zakken. Ik herken niet veel van de medicinale kruiden, er staan bij alle deelverzamelingen wel spandoeken met algemene uitleg in het Engels
Een eindje verderop staat een afdak waaronder in een aantal houten dozen die aan het plafond hangen bijen zitten. De vloer is van cement en er zit rondom een geul met water, waarschijnlijk om mieren op een afstand te houden. Die houden waarschijnlijk wel van een lekker maaltje zwarte mayabijtjes. Deze soort steekt niet en is een stukje kleiner dan onze bijen. Honing maken ze wel en daarom werden ze vroeger gehouden. Maar tegenwoordig zijn ze verdrongen door onze bij of een ander ras die wat meer verzamelt.
Bij de verzameling palmen zie ik geen uitleg, alleen dat er een paar plaatselijk voorkomende palmen op een soort rode lijst staan. De volgende afslag gaat naar de cactus hoek, met onder anderen een cactus die in een boom klimt.
Zo dwaal ik door het bos en kom nog een ruïne van een Maya tempeltje tegen en een kampement. Bij de huisjes wordt uitgelegd hoe het er tot eind van de jaren 50 van de vorige eeuw hier in dit soort huisjes mensen woonden die in het bos gom wonnen uit de Manilkara chicle bomen. In een zigzag motief werd de bomen verwond, waardoor er een gom uit lekte. Deze gom werd gekookt en verkocht om chewing gum van te maken, kauwgom. Bij het huisje zie ik een kleine cenote, die als waterput diende.
De volgende leuke plek is de rand van een mangrove bos. Er is hier uitleg in het Engels over de mangrove en de soorten die hier groeien; red, black, white mangrove en buttonwood. Ik heb even gezocht naar de latijnse namen, die willen jullie natuurlijk dolgraag weten. In de zelfde volgorde zijn dat: Rhizophora mangle, Avicennia germinans, Laguncularia racemosa, Conocarpus erecta, het is maar dat je het weet. Meestal zie je deze soorten niet bij elkaar. Ze hebben allemaal een andere zoutbehoefte of tolerantie, het is maar hoe je het bekijkt.
Nadat ik deze informatie tot me heb genomen, klim ik een toren in. Een w***el geval, met uitzicht over de mangrove. Vanaf deze toren wiebel ik via een houten brug door de boomtoppen, dat mist Theo dus maar allemaal mooi.
Daarna negeer ik de aftakking naar de orchideeën, die toch niet bloeien, want het is bijna tijd.
Wanneer Theo verschijnt, lopen we naar de hoofdweg. We hoeven maar even te wachten en daar is al weer een collectivo, die ons naar de volgende plek brengt, een dierentuin. Niet een heel grote maar een beetje een aparte. Ik koop een zakje voer en we wachten tot onze gids verschijnt, waar ik gelijk mijn voer moet inleveren. De eerste stop is bij de papegaaien, het zijn allemaal in beslag genomen dieren. De meesten zijn inheems, die we nog niet in het wild hadden gezien. De uitleg is kort maar erg informatief, de zonnebloempitten blijven helaas in het zakje. Op de volgende plek zien we klein, groter, nog groter, grootste inheemse krokodillen, op grootte geselecteerd, opdat ze elkaar niet opeten. Een tussenmaatje wordt bij zijn kladden gegrepen om ons uitleg te geven. Waarbij zijn bek met elastiekjes wordt verzegeld. Ik mag hem ook even vasthouden, wat Theo natuurlijk vereeuwigt. In een ander onderkomen mogen we een nest van een krokodil bekijken. Niet dat er nog wat inzit, maar dat weet de moeder niet, ze zit op wacht. De eieren zijn er al uit gehaald om in een machine uit te komen. Arme ziel, ben benieuwd hoelang ze blijft wachten.
De plek die we daarna aandoen zijn de slangen, waarvan we een python mogen vasthouden. De gifslangen laten we maar even zitten. Heel interessant allemaal, maar niet helemaal mijn ding, slangen.
De dieren die bij de volgende halte zitten had ik niet verwacht, drie honden. Het is een heel oud ras die de Maya's hadden, naakte honden. Die hielden ze om zichzelf warm te houden, een levende kruik. Bovendien werden ze geofferd en gegeten. Ermee jagen deden ze niet. Ze zijn heel aanhankelijk, maar het aait toch wat minder lekker dan een hond met een vachtje. Als beloning krijgen ze een hondenkoekje.
Een spidermonkey ofwel slingeraap probeert ondertussen of we dan toch echt niet wat voor hem hebben. Onze gids is onverbiddelijk en trakteert hem met een plantenspuit op een douche. Ik wist dat zo iets werkt bij katten, maar bij aapjes dus ook. Er schijnt een vaste plek te zijn waar ze gevoederd mogen worden, dat wil zeggen ik mag wat in een bakje doen. Dat bakje wordt door de aapjes omhoog gehesen, waarna ze de pinda's vakkundig er uit halen. In een vijvertje zie ik rood- en geelwangschildpadden, er is er één een gat aan het graven om eieren te leggen. Een aantal landschildpadden, zie ik, doen zich tegoed aan de wortels van een palm. Via de land- en waterschildpadden die hier gedumpt worden of in beslag worden genomen door de douane, gaan we naar een flink aantal hertjes. Dit is de laatste inheemse diersoort die we te zien krijgen. Hiervoor hebben we nog de wortels, blaadjes en zonnebloempitten. Wat een aantal zich goed laat smaken. Het is een niet al te groot rank beestje met een dunne vacht, niet zo verwonderlijk hier in de hitte tussen alle lage struiken.
Weer een aantal ervaringen rijker gaan we bij de weg staan, voor een collectivo. Echt geweldig die busjes, want voor we het weten zijn we weer terug. Heerlijk die airco.
Hetty
- comments