Profile
Blog
Photos
Videos
Duizend meter hoog steekt de wand van de kloof boven ons uit. Het is niet te geloven dat lang geleden hier een hele groep Maya's zich naar beneden heeft gegooid. Ze wilden zich niet onder het juk van de Spanjaarden scharen. Het water was toen zelfs nog lager dan nu, omdat er nog geen stuwdam was. We varen met ons groepje van zeven door een kloof. De rivier hier wordt tegen gehouden door een dam een heel stuk verder op. De stuwsluis staat open, de rivier stroomt snel. Veel afval meesleurend, wat zich hier verzamelt in het tot natuurpark uitgeroepen stukje mengeling cultuur en natuur. Bootjes met een zeef voor zich uitduwend verzamelen alle plastic flesjes die de rivier mee heeft gevoerd op de weg hier naar toe. Al is het grootste deel wat ze vangen hout, dat uiteindelijk op de oevers gedumpt wordt.
De watervogels schijnt het niet te deren al dat vuil, want ik heb werkelijk nog nooit zo veel aalscholvers bij elkaar gezien. Het lijkt wel een bewaarschool voor jonge aalscholvers, het zijn er wel honderden. Van de krokodillen trekken ze zich niks aan. Die hebben hier trouwens hun eigen kroost dat ze bewaken. Het ziet er ontroerend schattig uit. Al die piepkleine krokodilletjes op een kluitje. Al blijven we een beetje op afstand, want een paar oogjes in het water kijken ons zeer oplettend aan.
Op de zanderige oever ligt een soortgenoot te zonnen, onderwijl bied hij blijkbaar voedsel of drinken aan een wolkje oranje vlinders. Het is een vreemd gezicht, zo'n krokodillenkop vol met vlinders.
Tegen de steile wanden groeien staafcactussen en agaves, die laten zien dat het niet overal zo nat is als aan de voet van deze canyon. Al zijn er plekken waar het water naar beneden stroomt, maar dat is nu aan het einde van de droge tijd minimaal. Tufsteen afgezet in de vorm van een kerstboom tegen de steile wand geeft aan dat er soms nattere periodes zijn. Wat onze reisleider met een fraaie waterval foto bevestigd.
Op de terugweg worden we vergezeld door laag vliegende bruine pelikanen. Wat echt prachtig is om te zien. Vooral als ze over zee vliegen, zoals we in Costa Rica hebben gezien, waarbij ze dan af en toe verdwijnen achter de golven. Hier is het water spiegelglad. De reddingsvesten die we verplicht aan moesten waren een beetje overbodig.
We lunchen boven de aanlegsteiger in een restaurant. Ik heb een Cubaans broodje, dat inderdaad wel doen denken aan de broodjes die je daar overal kon kopen. Al is deze wel iets luxer belegd met avocado en tomaat. Dat de avocado hier vandaan komt is wel te zien aan de vele gerechten waar het in verwerkt zit. Wat ze hier niet eten is de rijst met zwarte bonen zoals in Costa Rica. Wat ik wel jammer vind, het was altijd lekker ontbijten daar met die rijst, bonen en wat koriander.
Het is maar goed dat we 's-morgens zijn gaan varen, want het weer begint ineens slechter te worden. Zware onweersbuien breken los, geen plezier in een open boot. In de bus, kijkend naar de stromende regen prijzen we ons gelukkig. We rijden door de bergen naar onze volgende stop, een soort Westland. Ware het niet dat het hier in de bergen ligt en uit plastic kassen bestaat. Er worden hier bloemen geteeld, die hier voor begrafenissen, altaren thuis en in kerken gebruikt worden.
We stappen uit terwijl het nog licht regent, gelukkig hebben we een paraplu. Ooit gekregen van Theo's broer, die waarschijnlijk door zijn eigen reizen een vooruitziende blik heeft gekregen.
Ik kijk naar een groep mannen die op de begraafplaats naast de parkeerplaats een gat aan het graven zijn. Daarbij wordt flink gedronken en het ziet er vrolijk uit. Aan de kleur van de kruisen kun je zien hoe oud de persoon was toen die stierf, horen we. De rest is aan het onderhandelen met wat verkopers van paraplu's, want ook hier zijn kraampjes met van alles en nog wat.
We zijn hier voor de kerk, die voor een katholieke kerk nogal bijzonder is. Of eigenlijk zijn de bezoekers heel bijzonder. Zodra we bij de deur staan ruiken we het al, het ruikt naar kerst. De hele vloer van de kerk is bezaaid met dennennaalden, die een heerlijke geur afgeven. Bij de ingang hangen ronde gevouwen palmbladeren aan de muur, ze lijken beetje op een engel zo.
Er staan geen banken in de kerk, die staan onder een stuk plastic opgestapeld langs de kant. Langs de wanden staan de glazen vitrines met de houten aangeklede heiligen beelden. Ervoor staan massa's en massa's bloemen. En daarvoor staan weer ontelbare kaarsjes, al dan niet in glazen potjes. En als ik zeg duizenden, dan overdrijf ik niet.
De Maya bevolking heeft hier zo zijn eigen interpretatie van het katholieke geloof. Veel oude gebruiken van hun oude godsdienst zijn daar mee vervlochten.
Het is druk in de kerk, zoals in alle kerken in Guatemala en Mexico. Her en der zitten groepjes mensen, jong en oud, mannen en vrouwen. Voor elk groepje zijn de dennennaalden weg gestreken en een tiental kaarsjes in een rijtje op de grond geplakt en aangestoken. Er staat een doos naast hen en flesjes met priklimonade. Onophoudelijk wordt er iets gereciteerd in een Maya taal, er zijn er meerdere, negen en twintig meen ik. Waar geen één herkenbaar woord bij zit. In de doos zit een kip, die levend over het lichaam worden gestreken en dan wordt gedood door de nek te breken. Hij wordt geofferd. Mij leek het logisch om zo'n kip dan op te eten, maar dat is niet het geval. Alle kwade geesten en ziekten zitten nu in de kip, dat eet je niet op, die begraaf je om van de ellende af te komen. Om de geesten helemaal weg te jagen drinken ze priklimonade, om met grote boeren de kwade geesten te verjagen. En dat alles in de kerk, waar zondags dan de mis wordt gehouden, zonder toehoorders weliswaar.
Na een korte busrit naar de andere kant van de berg gaan we op bezoek bij een Maya familie die in een stadje woont.
Het is een stenen huis van één verdieping met rode dakpannen. Ik zie twee kale woonruimtes met in de hoek een altaar, een mix van katholieke beelden en Maya beelden zoals van de jaguar.
Onder een afdak van plastic zit de eigenaresse van dit huis te weven. Het een schootweefgetouw, zoals ik onderweg ook al zag. Aan de wanden hangen onder andere kleden, poncho's en sjaals. In de tuin staat een stenen gebouwtje waar het erg rokerig is. Het is de keuken, waar op een houtvuurtje tortilla's worden gebakken. Deze kleine ronde pannenkoekjes krijgen we te eten met wat tomatensaus, bonen, schapenkaas en een poedertje gemaakt van geroosterde en gemalen pompoenpitten. Het is lekker, maar het opeten doen we buiten. Wat ongezond rokerig is zo'n keuken, geen wonder dat heel veel vrouwen hier oogproblemen hebben.
Als klap op de vuurpijl krijgen we nog een zelfgebrouwen alcoholisch drankje, waarvan ik de kaneelvariant nog het lekkerst vind. Ze worden ook gebruikt bij ceremonies.
Vrolijk maar nog stevig in de schoenen, niet overbodig in deze straten, lopen we weer richting kerk. Daar staat onze bus. Maar een korte blik in deze kerk is wel leuk. Helaas, helaas, mogen we ook hier geen foto's maken. Anders had ik jullie kunnen laten zien dat de moorse invloeden niet alleen in Spanje maar via een omweg ook hier te zien zijn.
Je snapt dat we moe van de indrukken weer hotelwaarts zijn gegaan. Waarna Theo en ik nog in San Cristóbal de las Casas op fototoestel jacht moesten. Het toestel wat we hebben bevalt niet zo goed. Al met al zijn daar nu al heel wat uurtjes in gaan zitten, en hebben we de moed maar opgegeven. We gaan er vanuit dat we over drie weken in de VS een goede camera kunnen kopen.
Hetty
- comments