Profile
Blog
Photos
Videos
Ik mag vandaag uitslapen, want ik hoef pas na half negen bij de duikwinkel te zijn.
Er wordt nu sterk op aangedrongen dat ik vandaag wel een duikpak aantrek. Het water in de cenote waar we gaan duiken is namelijk "erg koud", 24 graden, terwijl het gisteren in zee 27 graden was. Ik vertel dat ik al heb gezwommen in een cenote, en het toen niet koud heb gekregen. Ik volhard erin om zonder pak te gaan duiken.
Ik maak kennis met de twee andere grotduikers, een dame van bijna 30 uit Franstalig Canada, en een Franse dame van 40 die al 12 jaar in Engelstalig Canada woont. Zoals je kunt verwachten, ratelen ze al snel in het Frans, maar steeds als ze beseffen dat ik hen dan niet zo gemakkelijk kan volgen, schakelen ze even zo gemakkelijk over op het Engels. Onze duikleider is vandaag een jonge Argentijn. Mijn duikleider van gisteren praat hem nog even bij over mijn loodbehoefte, en vertelt hem dat hij zich daar geen zorgen over hoeft te maken.
We gooien onze duikuitrusting bij de duikflessen achterin een grote pickup truck en rijden een half uurtje over de hoofdweg naar het zuiden. We draaien een kleine zijweg naar de cenote Chac Mool, waarna de duikleider bij een kassahokje het entreegeld betaalt. Half onder de bomen liggen verspreid tientallen parkeerplaatsen. Er is een restaurant, een toilethuisje en een aantal grote betonnen tafels. Deze zijn bedoeld om de duikuitrusting in orde te maken, zonder dat alles zanderig wordt.
We gaan eerst even een kijkje nemen bij de ingang van de cenote, vijftig meter van de parkeerplaats vandaan. De grotingang is wel twintig meter lang en tien meter breed. Het wateroppervlak ligt in de ingang, op een paar meter onder het maaiveld. Er loopt een betonnen pad tot onder het wateroppervlak, wat het gemakkelijk maakt om met de zware duikuitrusting in en uit het water te gaan. Naast het water groeien nog wat planten en op een stuk dood hout zie ik een waterschildpad zitten.
We spreken de gang van zaken tijdens het duiken goed door. Dat is nu extra belangrijk, omdat je in een grot niet zomaar naar de oppervlakte kunt gaan als er iets ernstigs aan de hand is. We spreken lichtsignalen af om aan te geven of alles goed gaat.
We gaan als een treintje door de grot zwemmen, met de duikleider voorop, ik als meest ervaren klant achteraan en tussen de duikers niet meer dan twee meter.
Hoewel we onder water een circuitje gaan zwemmen, en niet een gang inzwemmen en weer terug, legt de duikleider de 1/3, 1/3, 1/3 regel uit. Dit houdt in dat je op de heenweg niet meer dan 1/3 van je luchtvoorraad gebruikt. Je hebt dan nog 1/3 voor de terugweg en houdt 1/3 over als reserve.
Als we eenmaal onder water gaan, zwemmen we tussen gigantische rotsblokken langzaam naar beneden. Het water is kristalhelder en het zonlicht schijnt door de grotingang tot op de bodem. Het is prachtig om dat vanuit de diepte te zien. In het water zwemmen kleurige visjes. Er zwemmen ook meer treintjes met duikers rond, en het is een leuk gezicht om ze boven je of onder je te zien, of ze in een donkere gang te zien verdwijnen.
Na een tijdje te hebben rondgezwommen tussen de rotsblokken in de ingangszaal, met steeds zicht op het wateroppervlak, zwemmen ook wij nu een gang in. Het water blijft helder, op de bodem ligt nauwelijks sediment, en het licht komt nu alleen van de duiklampen die we in onze hand hebben. Ik laat mijn lamp het liefste uit, want dan zie ik in het licht van de anderen meer dan alleen de felle lichtcirkel rond mijn eigen lamp. We moeten nu goed opletten dat we niet te ver boven de bodem zwemmen, omdat we anders met onze duikflessen het plafond van de gang raken.
Op ongeveer tien meter diepte wordt het water ineens erg troebel. Dat is de halocline, de grenslaag tussen het dieper liggende zoute zeewater en het daarop drijvende zoete regenwater.
De kalkondergrond op het schiereiland Yucatan is zó doorsneden met grotten, gangen en ondergrondse rivieren, dat deze situatie in alle diepere cenotes optreedt. Zodra we eenmaal onder de halocline zwemmen, wordt het water weer helder. Als ik even mijn ademautomaat uit mijn mond haal, proef ik het zoute water op mijn tong. Omdat ik in het zoute water een groter drijfvermogen heb dan in het zoete water, moet ik de laatste hoeveelheid lucht uit mijn trimvest laten lopen om te blijven zweven en niet tegen het plafond te gaan drijven.
De bodem en de rotsen waar we overheen zwemmen zijn over het algemeen schoon en zeer ruw. Ik vermoed dat er nog steeds kalk oplost in het water dat door de grotten stroomt, en dat het in sommige periodes zo hard kan stromen, dat het sediment wordt afgevoerd.
Op enkele plaatsen zien we druipsteen onder water. Dat is ontstaan in een periode dat het zeewaterniveau veel lager was, waarschijnlijk tijdens één van de laatste ijstijden.
Na drie kwartier duiken zijn we weer in de ingangszaal, en gaan het water uit. Ik heb ongeveer de helft van mijn luchtvoorraad verbruikt, en heb het niet koud gekregen, ondanks dat ik geen duikpak aan had.
We leggen onze uitrusting op de betonnen tafel naast de auto en gaan op het terras van het restaurant een goed gevuld stokbroodje eten.
Na een korte pauze zijn we klaar voor de tweede duik. Deze is in hetzelfde grottenstelsel, maar start in een kleinere ingang. We zullen hier een veel grotere tijd doorbrengen in onderwater gangen, waarin ook veel meer druipsteen te zien is dan tijdens de eerste duik. Er hangen hier en daar hele wouden van stalactieten aan het scheefgezakte plafond. Sommige zijn wel twee meter lang. We moeten voorzichtig zwemmen om ze niet te beschadigen.
In het water zie ik meerdere zwarte katvissen.
Na een half uur komen we in een zaaltje waar ik wel een wateroppervlak zie, maar geen licht. We stijgen langzaam naar de oppervlakte. We zitten nu in een grote luchtbel. De lucht ruikt goed, blijkbaar is er voldoende uitwisseling met buiten. Soms bevat de lucht in zulke luchtbellen in grotten te weinig zuurstof, teveel kooldioxide, of bevat giftige rottingsgassen. Daar moet je als grotduiker allert op zijn. Via enkele kanaaltjes in het plafond hangen dikke boomwortels omlaag tot vlak onder het wateroppervlak. In het gesteente van het plafond zien we prachtig uitgeprepareerde fossielen van schelpen zitten.
We duiken weer onder en na alweer zo'n 45 minuten zijn we weer op ons vertrekpunt aangekomen.
Het waren twee prachtige duiken, zeer de moeite waard. Vanwege de ruime gangen en het heldere en warme water totaal verschillend van de vele grotduiken die ik 25 jaar geleden in België heb gemaakt, waar de watertemperatuur meestal niet meer dan tien graden was, het onderwaterzicht varieerde van nul tot 100 cm en je je soms met moeite door de smalle gangetjes moest persen.
Bij terugkomst in de duikwinkel in Playa del Carmen had men van anderen al gehoord over de "naakte Hollander". Ik blijk de eerste en enige duiker te zijn die zonder duikpak tweemaal in een cenote heeft gedoken. Mexicanen zien het als een heldendaad, ik denk eerder dat mijn bezoek aan sauna's mijn lichaam heeft geleerd niet teveel af te koelen in koud water.
Theo
- comments
Wouter Haha meteen een goede naam gemaakt daar :) de naakte hollandse held!