Profile
Blog
Photos
Videos
Vrienden! Hoog tijd voor een update. De Silence of the New-Zealand Lambs was niet te wijten aan het vergeten van het thuisfront! Ohnee, onder het motto "wat we doen, doen we goed" hebben we zorgvuldig gewacht en nieuwe avonturen verzameld alvorens jullie weer met ons woordenbombardement te overladen.
Ondertussen is onze vierde week op het Zuidereiland ingegaan. Zoals we eerder vertelden verbleven we eerst drie dagen in Christchurch bij Victoria. Daar werden we weer ongelofelijk lekker verwend met Kiwi-food, maar ook met de luxe van een prachtige slaapkamer met hemelse bedden (met elektrische dekens), ruime baden en video-loungen…Zoals wij nooit kansen laten liggen, hebben we dus van deze faciliteiten ook ruimschoots gebruik gemaakt en lag ons reistempo ietsje lager. Gepermitteerd welliswaar. Christchurch mag dan wel een van New-Zealands oudste steden zijn, op ons maakte ze niet zoveel indruk met onze toch wel rijke Europese steden in het achterhoofd. Een hoogtepunt bij het bezoeken van Christchurch is de kathedraal maar vooral de tram die…nog steeds rijdt! Beiden ongelofelijk en ongezien…maar niet voor die Antwerpse tram 8-frequenteerders.
Na drie dagen relaxen en Paraguay-herinneringen ophalen met Victoria werden de rugzakjes weer volgepropt en vlogen we naar het Zuiden van New-Zealand, naar Keppel en Emma in Dunedin.
In een onberispelijk Nederlands werden we door Keppel (Eline's AFS-gastbroer in Belgie) op de luchthaven afgehaald en sjeesden we naar Botha Street 76, ons adres voor de komende 2 maanden. Na een weekendje verkenning en gewenning voelden we ons al helemaal thuis in de studentikoze havenstad bij Emma, Keppel en Mauricio (een dappere Chileense doctoreerder) en de oogappeltjes Sheva de kat maar vooral Lilly de pup.
Daar gesettled waren we klaar om het reizen even te staken en dat budget van ons aan te spijzen. Maandag werd solliciteerdag, tegen donderdag zouden we toch al wat moeten hebben dachten we zo. De hele week flyerden we erop los met onze CV's en renden we van het ene interimkantoor naar het andere. Lotte's verjaardag brachten we zelfs al computerskilltestend in een hok door (daarna wel ruimschoots horeca-gewijs gecompenseerd).
Het bleek allemaal niet zo evident als we in ons 'schema' hadden ingepast. Onze wachttijd vulden we op met wandelingetjes (maar na de Tongariro Crossing was dat allemaal net dat ietsje minder boeiend) en andere toeristische varia. Na een week dolen hadden we voldoende de toerist uitgehangen en tot op heden vullen we onze wachttijd in met het stedelijke zwembad onveilig maken, belachelijk lekkere desserts prepareren die er dan weer afgewerkt worden in strandloopjes en filmmarathons (waarbij we de directors cut van Lord of The Rings nog eens geografisch ontleed hebben).
Eerste week voorbij, veel beloftes maar weinig succes.
Tijdens het weekend stond er en vierdaags tripje naar Central Otago op het programma, alwaar Keppels grootouders wonen. In Central gaan de temperaturen ook schaamteloos heel wat meer de hoogte in waardoor er werkelijk vanalles aan de bomen kan hangen wat door backpackertjes er weer afgeplukt mag worden. Jobmogelijkheden dus, maar nog niet nu. Eline en Lotte dachten natuurlijk dat de appels zouden groeien wanneer zij tijd hadden om ze te plukken. Wat een pech seg. Na weer een schitterende roadtrip in het weidse indrukwekkende landschap van Central Otago (met in de verte de Southern Alps) kregen we wederom een allerwarmst Kiwi-ontvangst bij Brian en Dawn in Clyde met roasts en kumara en veeeeeel lekker zelf gekweekt dessertfruit.
In Clyde maakten we een mooie wandeling langs het stuwmeer en tussen levende, maar toch ook veel macabere en erg dode, geiten.
Zondag werd opgevuld door de toeristentrip der toeristentrippen…Queenstown. Wederom een Mekka voor avonturiers maar vooral voor toeristen zonder aandelen in Fortis of AIG. Op de weg bezochten we eerst Arrowtown, een zeer charmant oud dorpje, beetje cowboystijl, maar jammer genoeg ook al lichtjes bedolven onder de toeristische patrouilles en camera-cowboys. Rond Queenstown zelf ontstond de eerste commerciele bungee-jump en nu is er geen weg terug in de stad van het skydiven, bungee-jumpen, paraponten en speedboten. Staight-edge als we zijn deden we daar uiteraard niet aan mee en bezweken we enkel voor een deftige portie Fish & Chips om daarna zonder hulpmiddelen Queenstown van bovenaf te zien: we beklommen Queenstown Hill. Wat in den beginne een alternatief programma-opvullertje leek, bleek al snel een schot in de roos. Vanop Queenstown Hill werden we getrakteerd op een ongelofelijk prachtig zicht over de stad maar nog meer over The Remarkables (bekend rotsgebergte) en het immense Lake Wakatipude omgeven door groene bergen . Hoe hoger we gingen, hoe alpinistischer het landschap en hoe duidelijker de Southern Alps op de achtergrond. Wederom New-Zealand ten voeten uit, en dat zonder 200 dollar neer te tellen!
Maandag was een feestdag:Labourday. Met het nodige granny-food achter de kiezen cruisden we weer naar de stad met een tussenstop in Roxburgh voor een wandeling langs de felblauwe en opmerkelijk snelle Clutha River.
Batterijen weer opgeladen voor meer wachten, interim-telefoneren en Cv's strooien, maar nog steeds zonder succes. Samen goed voor vijf masters zitten we hier op onze knieen om in een fabriek aan de slag te kunnen gaan. Het is al zo erg, dat we zelfs aan de grote kuis sloegen ten huize Kooman en in de plaats op een uitje naar de Albatros colony op Otago Peninsula werden getrakteerd. 1 Albatros kregen we toch te zien, alvorens we letterlijk dekking moesten zoeken voor de enorm hevige wind in de stoere Subaru R2 (de auto die iedereen nakijkt, we voelen ons net in een reclamespot). Pinguins probeerden we op het Peninsula ook te spotten, maar die hadden nog geen zin om even schattig terug aan land te komen. Herkansing volgt.
Wel het vermelden waard is onze random eveningbeachwalk met daar op het strand een volgens Eline toch wel erg grote hond, die dan niets minder dan een zeehond bleek te zijn. Eline dacht even toenadering te zoeken tot onze makker maar niet alle zeehonden blijken zo schattig te zijn als Seabird. Het beest rees zich vervaarlijk omhoog en liet zijn toch wel scherpe tanden zien. Eline zocht dekking, maar een random keffer op het strand dacht dat er precies een leuk spel aan de gang was. 4 seasons , en nog veel meer, in one day indachtig hadden we flink de camera op zak en een stevig National Geografic-filmpje over honden (zeehond en schoothond) en terreinafbakening was een feit. Natuur in vol ornaat op een doordeweekse werkeloze dinsdagavond. Ook hier vallen gratis concerttickets blijkbaar makkelijk uit de lucht en konden we woensdag met ons vieren naar het optreden van het New Zealand Symphony Orchestra in Dunedin met zang van de ongezien stoere, van tattoos voorziene, bariton Teddy.
Op het einde van de week kwam er dan toch werk uit de lucht gevallen…uit Belgie zomaar! We mochten drie volle dagen en nachten onze vertalersstiel in praktijk brengen en ons storten op een heerlijke Franse cursus voor de universiteit, jochei!
Dat vroeg natuurlijk om enkele dagen recupereren maar ondertussen is zelfs Lotte al uit haar slaaptekort gekomen en moeten er dus drastische maatregelen genomen worden. In de stad zou er klaarblijkelijk niet veel werk uit de bus komen. We begonnen ons dus maar telefonisch aan te prijzen aan alle mogelijke wijn - en fruitboomgaarden in Central Otago voor voorbereidend werk op het plukseizoen. En jawel, uiteindelijk vonden we een vriendelijke fruitboer in Roxburgh, the middle of nowhere, die wel wat hulp kan vinden bij het 'fruitthinnen'. We zijn er nog niet goed uit wat 'thinnen' precies betekent, maar we hebben enthousiast toegezegd en zondag vertrekken we dus even op afzondering naar de zon en de boomgaarden. We verblijven samen met twee andere meisjes in een lodge op de plantage. Deze week relaxen we er dus nog even onbeschaamd op los om ons volgende week te ontpoppen als de vrouwelijke Mark Demesmaecker.
Dit weekend hebben we ons dus nog even gehaast langs enkele highlights in Dunedin en omstreken. Zo namen Emma en Keppel ons mee naar Tunnel Beach. Toch bovenaan de lijst van prachtige New-Zealandse stranden met … een tunnel en indrukwekkende rotsen.
Zaterdagavond werden we uitgenodigd bij de buren Joe en Deena voor een BBQ. We kwamen daar terecht in een collectief van pas geimmigreerde Engelse oud-navy-dieners met hun kroost. Dat leverde natuurlijk een hartelijk vlees-, chips-, en bierfestijn op met het bijhorende boerenconcert, overgoten met een laagje niet altijd even subtiele Britse humor.
Gisteren stond in het teken van onze passie voor geologie. De Subaru R2 bracht ons naar de Moeraki Boulders, een hoopje grote ronde rotsstenen die op een of andere mysterieuze manier uit de rotsen in de zee zijn gerold. Een toeristisch hoogstandje. Volgende stop waren de Elephant Rocks. Een grotere hoop rotsen in the middle of nowhere die op olifanten zouden lijken volgens iemand die daar ooit eens eerder was dan ons. De Kiwi's vonden er dus niets beter op het beest maar naam te geven en zo zijn de Elephant Rocks een feit. Olifanten kregen we zonder hallucinatiemiddelen wel niet echt te zien…ook zonder de naam waren de rotsen best indrukwekkend, vooral in het wederom weidse landschap.Al die geologie lieten we bezinken tijdens een prachtige terugrit langs de Danseys Pass alwaar the fellowship met myladies Eline, dochter van Rudolfus en Lotte, dochter van Dircus zich helemaal thuisvoelden.Een beschrijving van het landschap lijkt ons overbodig.
Nu zetten de rangers even alle avonturen opzij om vanaf zondag rust te zoeken tussen the woods van Roxburgh. Internetconnectie is daar nog geen evidentie, dus zonder een oplichtende ET-vinger, zullen jullie het waarschijnlijk even zonder updates moeten stellen. Tegen 14 december doen we weer onze intrede in the City of Dunedin om een erehaag te vormen voor de aankomst der moeders die twee weken the fellowship zullen vervoegen. We kijken ernaar uit!
- comments