Profile
Blog
Photos
Videos
We hadden dan niet zoveel gezien van Puerto Octay en omgeving, maar we hadden wel twee dagen lekker gerelaxed wat ook eens fijn is. Anneke voelde zich al wat beter, maar was nog niet in staat de vulkaan Osorno te beklimmen, dus reden we verder. Bij de stad Osorno gingen we voor het eerst sinds een tijd een snelweg op, met 120 km/u richting Santiago. Het voelde best wel raar om weer een beetje in de beschaving terecht te komen. Het benzinestation waar we stopten had echte koffie, en schone toiletten met zeep.
Maar doorrijden naar Santiago zouden we pas later doen. Eerst wilden we nog meer zien van het Chileense merengebied. We wilden vandaag in de buurt van de vakantie-steden Villarica en Pucon uitkomen. De eigenaar van ons laatste hotel had ons een mooie route voorgesteld waarvoor we wat eerder de snelweg afgingen (en meteen wat tol bespaarden). Het was een deels onverharde weg met mooie uitzichten op de vulkaan Villarrica en de omliggende meren.
We kwamen bij wat wegwerkzaamheden waarvoor we moesten wachten: ze waren de weg aan het verbreden waarvoor er letterlijk stukken uit de berg werden gehakt. Na een tijd wachten werd het groene licht gegeven en reden we door. Maar al gauw werden we door één van de wegwerkers gestopt; ergens hoog op de berg stond een graafmachine te graven en het zag er allemaal niet zo stabiel uit. Toen er vervolgens vlak voor onze neus enorme stukken steen naar beneden kwamen vallen, werden we allemaal gemaand weer terug naar achteren te rijden en een andere route te kiezen. Ze keken er redelijk panisch bij. Wij waren blij dat we niet een paar meter naar voren stonden met onze auto...
We zijn door Villarica en Pocon gereden, maar beide dorpen vielen bij ons niet echt in de smaak: veel luidruchtige vakantievierders waarvan er behoorlijk wat nieuw geld leken te hebben en dat duidelijk wilden laten zien met patserige auto's en gebrek aan stijl.
We vonden uiteindelijk een eind buiten Pucon een leuke boerderij met logeergelegenheid. Er liepen paarden, varkens, koeien, kippen, honden vrij rond, echt een beestenboel. De eigenares, Margot, een Mapuche dame (Mapuche is de oorspronkelijke inheemse bevolking in dit deel van Chile), kwam net aanlopen met een paard dat ze had teruggehaald van het land en liet ons binnen.
We waren de enige gasten in de guesthouse en bovendien was Margots partner op het moment ergens anders in Chile als tourgids aan het werk, waardoor ze alleen met haar elfjarige dochter thuis was. We hadden dus het idee dat ze het wel gezellig vond dat we er waren, iemand om een praatje mee te maken. We voelden ons bijna thuis.
De volgende dag was het bewolkt en miezerig. We hadden wel wat willen paardrijden, wat op deze plek goed kon, maar dat ging dus niet door. Uiteindelijk zijn we naar één van de termen in de buurt gegaan. Het was even wat moeite om het te vinden, waarbij we na een verkeerde afslag bijna onze auto vastreden onderaan een steile helling met grind. Maar gelukkig lukte het Frans met wat aanwijzingen van Anneke (die liever niet in de auto zat) en ontzettend veel geslip en stofwolken de auto omhoog te rijden en uiteindelijk vonden we de plek.
De eigenaar was een eigenzinnig type wiens ex-vriendin, begrepen we, nog ergens in het bos rondliep omdat ze de relatiebreuk niet kon accepteren (de politie kwamen langs om haar op te sporen). Maar de termen waren heerlijk! Lekker in de natuur, zonder poespas en zonder andere mensen een beetje baden in door vulkanische activiteit opgewarmd water.
In de middag hadden we op aanraden van Margot gegeten bij Cocina de Eliza, een lokaal eetplekje met Mapuche-eten. Eliza was bij een presidentieel bezoek aan London gevraagd om mee te komen om lokaal eten te koken voor het gezelschap, en foto's van een Eliza in kokskleren en de Chileense president hingen aan de muur.
De volgende dag was het echt grijs en regenachtig, dus na lang uitslapen besloten we om alvast maar een stukje richting Santiago te rijden. We waren in ieder geval lekker uitgerust.
- comments