Profile
Blog
Photos
Videos
Vol verwachting stapten we maandag op de Ocean Nova, het schip dat ons naar Antarctica zou brengen. Een prachtig bord bij de haven attendeerde ons er nog even op dat als we van Ushuaia naar de South Shetlands, King George Island, of de Islas Malvinas (oftewel de Fackland Eilanden) zouden varen, we nog steeds in de provincie Tierra del Fuego zouden zijn, en - o ja - dat de Islas Malvinas illegaal door het Verenigd Koninkrijk worden bezet. Het langlopende dispuut tussen de Britten en de Argentijnen over het eigendom van de eilandengroep komt op ons wat komisch over, maar de Argentijnen is het duidelijk menens.
Het schip had een niveau van luxe dat we op onze reis nog niet waren tegengekomen... en waarschijnlijk ook niet meer tegen zullen komen: ruime tweepersoonskamer met badkamer, bed (2x per dag) netjes opgemaakt, en dan het eten... drie keer per dag een buffetmaaltijd met wat je je maar zou kunnen wensen (voor de eerste keer op onze reis lekkere salade ;)), inclusief lekkere wijn. En 's avonds kon je bestellen wat je wilde bij de bar, waar vooral onze russische en poolse medereizigers gretig gebruik van maakten.
Frans werd bij de eerste avondmaaltijd verrast door een gezongen "happy birthday" van de crew en een cadeautje; Anneke had ze nog even getipt dat hij jarig was.
De boot had wat vertraging waardoor onze eerste stop 's avonds in het Chileense dorpje Puerto Williams pas om 11 uur was. Ushuaia is de meest zuidelijke stad, maar de Chilenen overtroeven dit dus met Puerto Williams, dat het meest zuidelijke dorp ter wereld is. Behalve wat hangjeugd was er niet veel te zien in het donker, maar we hebben nog wel een bezoekje gebracht aan een tot kroeg omgebouwde boot in de jachthaven. En toen naar bed!
's Ochtends waren we weer vroeg uit de veren (mede dankzij de wake-up call op een wat minder prettig tijdstip), want we zouden aan land gaan bij Cape Horn: deze kaap, die, zo hebben we geleerd, is vernoemd naar de plaats Hoorn in Nederland, heeft in het verleden menig matroos de schrik op het lijf gejaagd, en met de omver blazende, harde wind (en dit was een rustige dag) konden we ons daar wel iets bij voorstellen. Na een foto bij het monument en een stempel in ons paspoort konden we weer verder.
De volgende twee dagen bevonden we ons op volle zee. De Drake Passage is de kortste oversteek van Zuid-Amerika naar Antarctica, maar nog steeds twee dagen varen, en berucht om het wilde water. Het water was "rustig", maar dat was ook maar relatief: de golven van ruim twee meter hoog lieten het schip behoorlijk heen en weer deinen en we hebben allebei een groot deel van de tijd plat gelegen, omdat de misselijkheid en het algemene onwelbevinden dan wat minder was. Anneke had nog anti-zeeziekpillen op, die haar gelukkig in staat stelden om 3 maaltijden per dag naar binnen te werken, maar daar werd ze ook heel slaperig van, dus zij heeft vooral die 44 uur liggend, slapend en etend doorgebracht... En liggend betekent dan nog steeds dat je lichaam heen en weer geschud wordt in bed. (Wat een opluchting toen de boot zich eindelijk weer in rustiger wateren bevond.)
Ondertussen konden we wel vogels spotten, allerlei soorten die alleen hier voorkomen, waaronder albatrossen en de Great Southern Petrel, en aan het eind van de tweede dag was daar ook de eerste ijsberg in zicht: land was in de buurt, maar eerst nog een nachtje slapen.
Op de ochtend van de derde dag ontwaakten we naar het uitzicht van land... Antarctica! De zon scheen, het sneeuw glinsterde in het licht, en in de zee zwommen pinguins op zoek naar vis. Overal lagen ijsschotsen, en in de verte konden we al groepjes pinguins op het land uitmaken.
Iedereen stond te trappelen om in de Zodiac-bootjes te stappen om aan land te worden gebracht. Onze eerste stappen op Antarctica! Overal waren pinguins: sommigen kwamen de zee uit en liepen terug naar hun nestjes, anderen gingen naar de zee om eten te zoeken, en op het land stonden overal pinguins met kleine pinguinetjes tussen hun benen. Deze jonkies waren een paar weken oud. Op het eiland liepen twee soorten pinguins: de relaxete Gentoos en de wat speelsere Chinstraps (zo genoemd omdat ze een zwarte streep van oor tot oor onder hun kin hebben, zoals het touwtje onder een hoed). Aan het strand lagen ook nog een stel vrouwtjes-Elephant-seals. Deze waren vooral heel komisch door hun luie gedrag: ze lagen daar maar een beetje te slapen, af en toe krabden ze wat aan hun buik en sliepen dan weer verder. En over dit schouwspel heen vlogen nog allerlei vogels heen en weer. We hadden een uur of twee de tijd om rond te lopen, en foto's te nemen van alles voordat we weer terug naar de boot moesten.
Frans z'n camera koos net dit moment uit om er mee op te houden, dus aan Anneke was nu de verantwoordelijkheid om dit alles zo goed mogelijk vast te leggen.
De pinguins zijn fascinerend om naar te kijken. Ze bouwen hun nestjes met kiezeltjes, en sommigen zijn te lui om zelf ergens steentjes te halen en proberen ze te stelen van een ander nestje, met wisselend succes. Anderen lopen hele einden met een steentje, struikelen daarbij soms over een polletje begroeiing, en stuntelen dan weer door. Het is duidelijk dat ze in het water veel meer thuis zijn, want daar zwemmen ze met enorme snelheden om vis te kunnen vangen.
Als er een bepaalde roofvogel overvloog, beginnen alle pinguins luid te schreeuwen en steken hun snavels in de lucht, als een soort verdedigingsmechanisme. Desondanks lukt het de vogels toch af en toe een klein pinguinetje mee te pikken als eten. Zo gaat dat in de natuur...
Na twee uur rondlopen stapten we weer op de bootjes die ons naar het schip terug brachten, verkleumd van de kou ondanks onze meerdere lagen kleren, maar dat had de pret niet kunnen drukken.
Het plan voor de middag was nog niet helemaal duidelijk, maar een flinke hoeveelheid mist zorgde ervoor dat er niet zo veel mogelijkheden waren om nog meer pinguins te bekijken. In plaats daarvan zijn we aan land gegaan bij een eiland met een Chileense marinebasis. Het eiland was erg mooi met verschillende soorten vogels en sneeuwbedekte heuvels. Bij de basis hebben we nog een stempel in ons paspoort kunnen halen als bewijs dat we op Antarctica waren geweest.
Wat achtergrond is hier misschien interessant. Ons is verteld dat na wat kolonisatiegedrag van diverse landen toen Antarctica was ontdekt er uiteindelijk een verdrag is gekomen dat vastlegt dat het continent uitsluitend voor wetenschappelijk onderzoek zal worden gebruikt, dat geen enkel land eigendom zou kunnen claimen van een bepaald stuk, en dat het op die manier een continent van vrede zou zijn. Klinkt allemaal erg mooi. Dat wetenschappelijk onderzoek hier bijzonder nuttig is, komt omdat het continent nog onaangetast is en dat het dateren van de diverse ijslagen mogelijk is zodat de samenstelling van de ijs aan de tijd gekoppeld kan worden. Tot hun verbazing ontdekten wetenschappers bij één van de eerste metingen lood in de ijslagen. Dat is lood dat uit de westerse wereld door de lucht naar Antarctica is gekomen en daar als sneeuw is gevallen. Erg interessant is dat het percentage lood in de ijslaag vanaf de jaren '80 opeens daalt tot vrijwel niets: het feit dat wij loodvrije benzine zijn gaan gebruiken is in de ijslagen in Antarctica terug te vinden. Je realiseert je zo ineens dat wat wij in de westerse wereld doen, de hele wereld beïnvloedt.
Blijft de vraag waarom er op dit Utopische Antarctica waar alleen maar vrede heerst en waar niemand de baas is, een Chileense marinebasis zou zitten. Die vraag werd met wat goedgemeend gegrinnik beantwoord door één van de reisleiding: "Zo houden ze hun aanwezigheid hier." Los van alle utopie loopt het bestaande verdrag op een gegeven moment af en wie weet, denken de Chilenen, legt het wat gewicht in de weegschaal dat zij er al sinds de jaren '40 van de vorige eeuw zitten. Overigens, zo voorzichtig als wij met de natuur op Antarctica omgingen (niet op begroeiing lopen, niet te dicht bij de dieren komen), zo roekeloos lijken de Chilenen dat hier te doen.
Om vijf uur stond de legendarische "polar plunge" op het programma. De dapperen zielen die durfden, konden vanaf het schip een korte duik in het Antarctische water nemen. Dat klonk Frans wel als een leuke uitdaging in de oren (Anneke bleef op de boot, naar eigen zeggen om beter foto's te kunnen maken). Het water is echt heel koud, maar het is wel weer een unieke ervaring. En uiteindelijk is Frans welgeteld 3 seconden in het water geweest.
's Avonds spotte de kapitein een walvis op de sonar en zo kon iedereen nog even vanaf het dek van het schip een humpback-walvis met jong voorbij zien zwemmen en uiteindelijk met de staart in de lucht omlaag zien duiken. Een prachtig gezicht.
De mensen op de boot waren erg gezellig. Gelukkig niet alleen maar 'oude' mensen met teveel geld, maar ook veel mensen van onze leeftijd, enkele backpackers, en heel veel Amerikanen (met maar 2 weken vakantie per jaar, is zo'n express trip ideaal voor ze). We hebben veel lol gehad en nieuwe vrienden gemaakt. Na een laatste avond gezelligheid brak de volgende dag dan onze laatste dag aan, en de dag dat we weer terug naar de gewone wereld zouden gaan. We gingen aan land bij de Frei basis, een andere Chileense basis. Daarnaast zat een Russische basis, en de Russen hadden meteen maar van de gelegenheid gebruik gemaakt om op de hoogste heuvel een Russich-Ortodoxe kerk te zetten. Erg interessant...
Bij de Frei basis hoort ook een airstrip, en zo vlogen wij dan 's middags de lucht in om drie uur later op het vaste land van Chili te landen in Punta Arenas. Het was een geweldige ervaring geweest, en het voelde alsof we van een andere planeet weer op aarde landden. We hadden graag nog langer willen blijven; de pure natuur en rust is heel bijzonder. De rest van de wereld lijkt ineens zo druk en dichtbevolkt...
PS: We lazen dat de Nederlanders vandaag een wetenschapsbasis hebben geopend op Antarctica (http://www.nwo.nl/actueel/nieuws/2013/nwo-opent-eerste-nederlandse-laboratorium-in-antarctica.html). Zijn we er toch eerder geweest ;).
- comments