Profile
Blog
Photos
Videos
Na een matige nachtrust, met dank aan indringende religieuze reclame vanaf half vijf 's ochtends, vertrekken we naar Oost-Java. Langs smalle wegen met scherpe haarspeldbochten rijden we eerst om de Merapi vulkaan heen, de 'stoutste berg' produceert een grote pluim. Het is hier iets te fris en te droog voor sawa's, dus de boeren planten maïs, wortelen en aardappelen op de steile bergwanden. Uien zijn schaars doordat er tijdens het natte seizoen erg veel regen is gevallen.
We doen een hele dag over de 350 kilometer van de Borobudur naar de stad Blitar. Het is heel vermoeiend voor onze chauffeur, de weg is niet berekend op de enorme hoeveelheid wagens en bromfietsen. Inhalen is een hachelijke onderneming, het is een wonder dat we geen buitenspiegel verliezen. We passeren ook regelmatig een controlepost van de 'polisi'. Een boete is normaliter anderhalve ton (€ 12) maar er valt ook te praten over een alternatieve oplossing. Volgens Transparancy International Indonesia is de politie het meest corrupte instituut van het land. De heer Djoko Susilo, tot voor kort hoofd van de nationale verkeerspolitie, wordt nu aangepakt door de KPK, een dienst die recentelijk is opgericht om corruptie te bestrijden. Ze hebben al voor acht miljoen euro bezittingen in beslag genomen van de heer Susilo, waaronder zes touringcars, drie benzinestations en vier auto's.
Halverwege de rit bezoeken we de pesar gede (grote markt) van Surakarta, zusterstad van Jogyakarta en ook bekend onder de naam Solo. Op de markt kopen we een bosje takken met rambutans, een soort lychees maar dan met een rode, stekelige schil. We proeven rijstkoek met palmsuiker, erg lekker. De markt heeft ook een primitieve opticien, die net een bril soldeert. Hij gebruikt een blaasbalg en een bakje met kolen om tin te verhitten.
In Blitar aangekomen lopen we na zonsondergang door de Jalan Merdeka, waar Yvonne bij de Indra Optik een zonnebril koopt. Aan de winkelstraat zitten allemaal winkels met hoofddoeken en lange jurken.
De volgende dag gaan we eerst met een 'becak' (fietstaxi) naar het graf van Sukarno, met een museum over zijn leven. Indrukwekkend. Vanaf daar rijden we met de Isuzu naar Malang, is gelukkig maar een paar uur. Onderweg drinken we kopi tubruk (zwarte koffie) en eten we pisang goreng met kaas en hagelslag bij een stuwdam.
In Malang lopen we van Toko Oen, dat naar eigen zeggen "sinds 1930 aan de gasten gezelligheid geeft", naar de vogeltjesmarkt. Treurig hoe dieren worden behandeld door de mens. Kraaien, kippen, ijsvogels, papagaaien en kleine zangvogels, ze zitten allemaal in veel te kleine kooien. Dat geldt overigens ook voor honden, katten en knaagdieren, voor zover mij bekend geen vogels. Een klein wit muisje zit doodsbang in een terrarium bij een of ander reptiel. Er worden ook waterdieren gehouden, zoals de vechtvis, die agressief wordt van de aanblik van soortgenoten en daarom eenzame opsluiting krijgt. We lopen via het park naar de pesar besar, een warenhuis van vier verdiepingen. Daar koop ik een nieuwe riem voor € 2,50. Helaas is nergens een Jakarta Post in het Engels te krijgen. Opvallend hoe we overal in Malang worden nagekeken en begroet, af en toe durft iemand "Hey Mister" te roepen. Mensen zijn hier duidelijk niet gewend aan toeristen.
We dwalen door het Tugu Malang Hotel, dat ook een museum is. In antieke kasten staan nog oudere chinese beelden en aan de muren hangen prachtige, grote foto's, zoals van de Raden en de Regent van Surabaya en van Nederlandse kolonisatoren. Het restaurant biedt hutspot en erwtensoep. De geschiedenis van Nederlandsch Indië komt ineens heel dichtbij, als een stille kracht...
- comments
Rob Wow, bijzondere verhalen!