Profile
Blog
Photos
Videos
Wat een bliksem vannacht, en een regen. Het scheelde wel in de temperatuur, ik sliep daarna prima, lekker koel. We staan in de Black Hills op een achteraf weggetje. De weg door dit park is prachtig, dwars door de heuvels met donkere rotsen en donkere dennen en wegspringende herten. Bij een uitzichtpunt zien we de presidenten in de verte, nog indrukwekkender dan van dichtbij.
Het ene park gaat over in het andere. We rijden het Custer state park in, waar we niet hoeven te betalen van de ranger omdat we er alleen door rijden. Waar bizons voor komen op de open plekken tussen de dennen en de meertjes. De dennen ruiken heerlijk, terwijl we met een stroompje omlaag rijden. Er loopt her en der een enkele bizon, altijd een mannetje. In de bosjes zie ik twee kalkoenen. In een dalletje met dicht gegroeide poelen vol met planten die we vroeger thuis langs het Zwarte Water hadden staan. Sigaren noemden we ze. Sommige kinderen zeiden dat je die dingen kon roken. Mij leek dat niks.
Over de weg scheren vogeltjes met blauwe vleugels. Over een kam van een heuvel zien we in het dal een hele groep pronghorns en eindelijk een hele groep bizons, vrouwtjes, mannetjes en kleintjes. Er staan auto's vol mensen te kijken. In de berm zitten heel veel kalkoenen, die verschrikt naar de andere kant fladderen en rennen omdat we terug rijden en stoppen. Auto's oké, maar mensen die uitstappen, daar moet je voor uitkijken.
Op de weg bij de kudde moeten we stoppen voor twee overstekende bizons die alleen oog voor elkaar hebben. De prairiehondjes zitten op hun billen op de uitkijk. Hoe langer je kijkt, hoe meer je er ziet. Vooral als ze bewegen en heen en weer hobbelen, dan vallen ook die kale monden rond hun holletjes ineens op. We zijn Wind Cave National Park ingereden, ook hier een aparte prairie, iets langer gras met een rode glans. Ook hier bizons en prairiehondjes die ik echt de allerleukste beestjes vind die er in de VS rondlopen. Na de wolven natuurlijk, maar die zijn hier niet, alleen in het Yellowstone park, waar ik ze jammer genoeg niet gezien heb.
In een dalletje stoppen we bij het bezoekers centrum. Voor het park hoeven we niet te betalen, wel voor de grot. Waarbij we kunnen kiezen uit verschillende routes, de grot heeft 144 mijl ontdekte grot. Er is twee mijl uitgezet voor bezoekers. In het bezoekerscentrum is er een expositie over het beheer van het park en over de historie van de grot.
We kiezen voor de Fairgrounds Tour, een tocht van een halve mijl, die anderhalf uur duurt. Het voordeel van deze tocht ten opzichte van enkele andere is, dat je twee niveau's bezoekt, niet alleen het middelste, maar ook het bovenste, die een heel ander uiterlijk heeft. Het nadeel is wel dat we met deze tocht de meeste trappen moeten lopen, en dat we bijna een uur moeten wachten voordat de tocht begint. Gelukkig is er zowel koffie als Wifi in het bezoekerscentrum, zodat we onze tijd goed doorkomen.
We verzamelen bij het liftgebouw, waar de gids ons een en ander uitlegt. De groep bestaat uit dertig mensen, en een vrijwilliger wordt aangewezen om achteraan te lopen en erop toe te zien dat er niemand achterblijft.
De lift brengt ons snel naar het middelste niveau, ongeveer 60 meter onder de ingang. In tegenstelling tot de meeste andere toeristengrotten, is er in Wind Cave bijna geen druipsteen te vinden. Deze grot is beroemd om zijn boxwork, dat nergens ter wereld in deze mate voorkomt.
Boxwork bestaat uit opstaande plaatjes van ongeveer een centimeter dik en tot wel tien cm hoog, die aan wanden en plafonds netwerkpatronen vormen. De plaatjes zijn ontstaan door rekristallisatie van het kalksteen in eerder gevormde scheurtjes. Dit gekristalliseerde kalksteen lost iets minder gemakkelijk op in water dan ongekristalliseerd kalksteen. Deze rekristallisatie zal overal op de wereld wel ontstaan in kalksteen, maar zal in de meeste gevallen niet leiden tot boxwork. Veel grotten ontstaan namelijk door het oplossend vermogen van stromend water. Door de stroming zullen de fragiele plaatjes in de meeste gevallen snel wegslijten. Wind Cave is echter ontstaan door zuur water dat niet of nauwelijks stroomde, waardoor het boxwork niet is weggesleten, en na miljoenen jaren nog steeds op veel plaatsen in de grot te zien is, vooral in het middelste niveau.
Op het hoogste niveau van de grot, die we later bezoeken, komt nauwelijks boxwork voor, maar wel sprankelende kristalbolletjes op de wanden, en ragfijne naaldjes.
Na het bezoek aan de grot brengen we nog wat tijd door in het bezoekerscentrum waar veel achtergrondinformatie te zien is. Nadat de ingang van de grot in 1881 door twee cowboys was ontdekt, zijn tien jaar later belangrijke ontdekkingen gedaan door een jongen die vanaf zijn zestiende dagelijks in de grot te vinden was, en een uitgebreid dagboek bijhield van zijn ontdekkingen. Helaas is hij op zijn twintigste aan een besmettelijke ziekte overleden.
De grot wordt door rangers en vrijwilligers nog steeds geëxploreerd, en er worden nu nog steeds regelmatig nieuwe gangen ontdekt.
Aan het einde van de toer worden we in groepjes van negen weer omhoog gebracht, de lift kan tien personen vervoeren. Terwijl we nog staan te wachten in de afgesloten ruimte, geen kans dus om nog even terug de grot in te lopen, hoop ik maar dat de ranger terugkomt. Je zou er bijna claustrofobisch van worden. Maar gelukkig bereiken we allemaal de oppervlakte.
Het dalletje verlaten we aan de andere kant dan dat we er in kwamen. We zien nog een kudde bizon's en een prairiehonden stad, waar de beestjes op hun achterwerk ons na zitten te staren. We verlaten het park richting Hotsprings, een klein dorpje met allemaal grote gebouwen uit terracotta kleurige zandstenen. Al lang voordat de Europeanen hier kwamen werden de warme bronnen die hier te vinden zijn gebruikt voor medicinale doeleinden. We rijden een heuvel af vol met dennen, de prairie op, een vlakte waar alleen het gras de contouren bedekt. Gleuven, uitgekerfd door stroompjes, zitten verstopt. Geen boom te zien. Pas verderop, na een tijd rijden, zien we hier en daar wat populieren. In de verte soms alleen de topjes, omdat ze in een rijtje in een geul staan.
Witte kliffen duiken op, zo wit als die van Dover in Engeland. Als een stadsmuur met ingangstoren, waar we langs rijden het plateau op. De grauwe wolkenlucht boven ons en de grasvlakte naast ons zover we kunnen kijken. Alleen houten windschermen hier en daar naast de weg zorgen dat je dan dichtbij gaat kijken. Zwarte koeien staan in groepen in het wijde land.
Luisterend naar onze podcast, tot het tijd wordt om in deze eindeloze vlakte een slaapplekje te gaan zoeken.
Hetty en Theo
- comments