Profile
Blog
Photos
Videos
Onze kamer is boven in het hotel Florenza, het penthouse zogezegd. Bong maakte er gisteren al grapjes over. Romantische kamer, honeymoon enz. De kamer is niet wat ik van een penthouse verwacht, we hebben geen uitzicht. Ja, één klein raampje wat op de achterkant van een gebouw uitkijkt. Niks romantiek dus. Maar wanneer we de kamer uitlopen zien we een zaal waar het uitzicht een stuk beter is. Het uitzicht is, tja mooi kan je het niet noemen. IJzeren daken, gebouwen die er verweerd uitzien en in de verte een helling met de zo typische huisjes van bamboe en hout. Die huisjes zien er allemaal zo open uit. Ik vraag me af hoe het hier tijdens de tyfoon heeft uitgezien. Het water stond 8 meter hoog. Het moet verschrikkelijk geweest zijn volgens de zuster die we gisteren hebben gesproken. Maar ik zie geen vervallen gebouwen en ze zien er ook niet nieuw uit, dus ze moeten van voor de tyfoon zijn. Die kleine hutjes aan de overkant op de helling zien er wel heel kwetsbaar uit, laat staan al die hutjes langs de waterkant. Eigenlijk wil ik er ook niet te veel aan denken, want dat maakt me treurig.
We gaan ontbijten en treffen na het ontbijt Carol, die vraagt wat we willen. Sightseeing of met hun mee GK villages bezoeken. Nu dacht ik dat we hier aan het werk gezet zouden worden, dus het is even omschakelen. Iets wat ik zodra we hier een voet aan land heb gezet voortdurend aan het doen ben. Go with the flow. Maar natuurlijk willen we mee naar het GK project. We worden pas over een tijd opgehaald, hebben nog wat tijd en besluiten wat rond te lopen. Tussen de altijd aanwezige tricycles en over de verweerde weg die er op modder na schoon uitziet. Een man met een ton op wielen is met een bezempje en blik vuil uit de goten aan het halen. We komen langs een zaak met allerlei potloden, papier enzovoort. Dat vinden we leuker weg geven aan de kinderen in de villages die we gaan bezoeken dan lolly's daarom gaan we kijken hoe duur het is en wat ze hebben. We slaan van alles groot in, voor twintig cent heb je een doosje kleurkrijtjes en een potlood is twaalf cent.
Beladen met plastic tasjes met boekjes en teken- en schrijfwaren komen we terug bij het hotel. Hier zien we Carol met drie jongens praten die aan het bedelen zijn. Je moet haar wel bewonderen hoe ze zich kan verplaatsen in die kinderen. Ze geeft ze wat te eten en probeert uit te vogelen waar ze slapen en of ze nog familie hebben. Als dat niet zo blijkt te zijn, vraagt ze of ze volgende ochtend terug willen komen, omdat ze wat wil regelen.
Ondertussen is het vervoer aangekomen en proberen we met z'n veertienen een plekje te vinden in het busje dat op elf is berekend. De verpleegsters in opleiding volgen hun eigen traject. Ze wonen een conferentie bij over zwangerschap en gaan gezinnen in de zwaar getroffen sloppenwijk aan de kust bezoeken. Het is een uur rijden langs rijen met heropgebouwde hutjes, die zeer creatief zijn hersteld. Je ziet allerlei bouwmateriaal. Stukken hout, plastic met namen van organisaties die hier vlak na de storm hebben geholpen, bamboe, van alles. De huisje staan soms vlak langs het water, wat me best wel angstig lijkt wanneer je net een tyfoon meegemaakt hebt.
We passeren een boeg van een schip, wat hier gestrand is. Ze hebben het laten staan, als herinnering aan de tyfoon. Wanneer we uitstappen voor een foto, de nationale hobby van de Filipinos, komen er gelijk kinderen kijken. Één van de meisjes was tijdens de tyfoon hier, de ander komt van Manila. Wat ik vreemd vind, waarom is ze hier. Was ze even in Manila en kwam ze terug of is ze hier naar toe verhuisd. Het roept allerlei vragen op, terwijl we verder rijden langs al die bouwsels.
Verderop zie je goed dat er verschillende organisaties bezig zijn geweest. We zien allemaal de zelfde huisjes van bamboe, tijdelijke huisvesting na de vloedgolf die alles wegvaagde.
En verderop zie ik Peerless Village staan, een wijkje met nieuwe huizen in de zelfde stijl. En aan de andere kant staat weer een ander groep identieke huizen. Zo te zien zijn er gewoon heel veel hulpverleners bezig geweest met het bouwen van huizen, ieder zijn eigen project. Uit navraag blijkt dat er bij deze projecten meestal niet een sociaal programma met zelfverheffing aan gekoppeld is, zoals bij GK projecten. En nog staan er overal armzalige hutjes, de nood is groot. Wanneer we aankomen bij het GK dorp in aanbouw, gaan we eerst weer naar de nonnen toe. Het betonnen paadje ziet er heel wat minder spannend uit dan gisteren in het donker. Langs de rand zijn hoopjes grond als van gigantische wormen, met een diepe gang erin. Wat zou daar in hemelsnaam onder de grond zitten. Er zijn ook kleinere gaatjes zoals in Cooktown bij de mangroven daar, dus ik denk dat hier ook wel krabben in die gaatjes zullen zitten. Het kost tijd, voor iedereen weer naar de wc is geweest en we wat hebben gedronken.
Er komt een visserman aanlopen, die aanbied om met de boot richting de brug te varen. Dat lijkt een aantal wel leuk. We lopen het dorpje in, voor mij is het niet duidelijk wat we nu precies gaan doen. Gaan we nu varen of het dorpje in? Op de hutten staan nummers, deze gezinnen doen mee met het GK programma. Ze werken honderden uren, bouwen daarbij het huis van hun buren en doorlopen een cursus van het GK om een goede "community" te vormen. In een klein hutje, met plastic wanden zien we een vrouw zitten op de grond. Ze kan bijna alle wanden raken, zo klein is het. Voor haar deur staat een rolstoel; een oude want de stoel is vervangen door een plastic stoeltje. Carol vraagt haar van alles en gaat bij een klein winkeltje verderop wat te eten en drinken voor haar kopen. Theo ondertussen, is tientallen doosjes kleurkrijtjes, notitieboekjes, potloden en puntenslijpers aan het uitdelen. Niet dat ik hem kan zien, maar ik maak dat op aan de kinderen die glunderend er vandaan komen met hun buit in hun handen. Wanneer we ook al onze kleurplaten en point to point platen hebben uitgedeeld zien we de rest nergens meer. Zijn ze doorgelopen of juist teruggegaan. Bij een klein paadje naar boven blijkt de nieuwe plek voor KG huisjes te liggen. Vanuit de brug gezien die de twee eilanden Leyte en Samar met elkaar verbindt, zal het er uitzien als een regenboog. Maar nu zien we alleen nog touwtjes en een hoop stenen die van binnen hol zijn. Ze worden eenmaal op hun plaats gevuld met cement. Binnen een jaar zal hier een dorp verschijnen met honderdtwintig huizen, een school en een dorpshuis. Hoger op de heuvel en dus veiliger. Er zal nog heel wat werk verzet worden en fondsen gezocht moeten worden voor het zover is. Zuster Helen is de bouwmeester. Zij heeft ervaring, want ze heeft immers ook zelf het klooster en de kapel gebouwd.
Terug bij het hotel eten we samen met de zuster in het Italiaans restaurant. En het smaakte nog echt Italiaans ook. Iedereen probeerde stukjes pizza van elkaar! Vooral de waterbuffel mozzarella pizza was heerlijk. Het is ruim drie uur geweest voor we van tafel gaan. Blurp! Geen ruimte meer over voor avondeten vandaag. Om de nodige calorieën weg te werken gaan we een eind wandelen. Op de kaart hebben we gezien dat er een botanische tuin in Tacloban is. We vragen ons af wat daar na Haiyan nog van over is. Onderweg komen we langs een groot open veld waar allemaal jongens op hun hurken zitten. Er omheen staan soldaten en er zijn soldaten met houten geweren vreemde oefeningen aan het doen. Een paar giechelende meisjes maken gebaren naar een jongen, die terug wuift. Dus het ziet er niet zo ernstig uit
Bij het water zien we een grote betonnen stam met de letters "Botanic Garden". Dus we zitten goed. Maar van de tuin is op een aantal grote bomen na niet veel meer over. Ook de speeltuin naast het park ziet er verlaten uit. Alleen de glijbaan met bijbehorend huisje wordt bewoond door een "squatter" ofwel hij woont illegaal in het speeltuin huisje. En ik moet zeggen, er zijn er die slechter af zijn. We lopen langzaam terug naar het Italiaanse restaurant om ons te verwennen met echte koffie. Het is tegen zessen en het wordt donker en begint drukker te worden op straat. De club van Gigi verzamelt zich boven in het restaurant om de dag te bespreken. Ze zijn in de sloppenwijken geweest om met vrouwen daar te spreken. Veel vrouwen hebben nu een baby van drie maanden, zo een jaar na de grote ramp van 8 november 2013. De verhalen zijn er aangrijpend en ontroerend. Op de vraag wat ze nodig hebben is vaak het antwoord dat de mannen werk willen. En veiligheid en voor de kinderen een opleiding. In principe is onderwijs gratis, maar in de praktijk gaan veel kinderen niet naar school, want ook uniform, boeken en het vervoer naar school kosten geld. Eén van de vrouwen gaf aan dat ze ondanks het gevaar liever in deze sloppenwijk bij de oever woont dan hoog op de berg. Want hier konden haar kinderen tenminste naar school. Ook gaf een moeder aan dat ze haar kind een naam wil geven. Geen probleem zou je zeggen. Maar toch zit daar heel veel achter. Voor het aangeven van je kind moet je namelijk betalen en daar hebben deze mensen gewoonweg geen geld voor. Het resultaat is enerzijds dat kinderen vaak ouder zijn dan op het geboortebewijs staat, het kostte de ouders dan tijd om geld bij elkaar te sprokkelen. Aan de andere kant zijn er kinderen en volwassen zonder geboortebewijs, waardoor ze veel minder mogelijkheden hebben. Ze kunnen niet reizen, paspoort aanvragen of trouwen. Tijdens de ramp zijn ook veel overheidsgebouwen en kerken vernield, compleet met archief. Het probleem op dat gebied is groot. De verhalen van iedereen zijn verdrietig en zelfs nu zit ik met tranen in m'n ogen als ik er over schrijf. Er zijn heel wat NGO's naar het gebied gegaan, en er is best veel gedaan. Het is jammer dat veel beloftes niet ingelost zijn omdat de regering ze weg heeft gestuurd. Alleen Unicef is er nog, zolang het duurt. De mensen zijn het gewend, ze zoeken hun heil bij de plaatselijke kerk. Het vertrouwen in de regering zijn ze allang kwijt.
- comments