Profile
Blog
Photos
Videos
Na het ontbijt bij ons pension wordt ik om zeven uur door een jonge man weggebracht naar het strand. Ze willen er blijkbaar zeker van zijn dat ik op de juiste plaats terecht kom. Na vijf minuten wachten vaart er een kleine boot naar het strand en wordt ik gewenkt aan boord te stappen. Terwijl ik me voorstel aan twee andere (Britse) passagiers wordt me om mijn duikbrevet gevraagd. Vanuit het pension was me tweemaal op het hart gedrukt deze mee te nemen, dus die heb ik uiteraard bij me.
Iets verderop aan het strand pikken we nog drie passagiers op. Ik open een gesprek met de jonge dame die naast me zit, en vraag waar ze vandaan komt. "I am from Holland" zegt ze. "Me too", zeg ik, waarna we lachend in het Nederlands vervolgen. Ik had al zo'n idee, want haar blonde vriend zag er erg Nederlands uit. Ze duiken allebei nog niet zo lang, en hebben recent in Honduras hun Padi brevet gehaald. Het is bijna een uur varen naar Isla del Caño, een beschermd biologisch reservaat, en tijdens de tocht praten we uitgebreid over hun reiservaringen in Midden-Amerika.
Bij het eiland gaan we aan wal bij een gebouwtje waar op de veranda een parkwachter aan een bureautje zit. Hij zit hier nu voor een periode van veertien dagen op dit verder onbewoonde eiland, en mag dan acht dagen naar huis. We moeten ons inschrijven in een soort gastenboek en een vrijwaringsformulier van Padi invullen. Na een korte uitleg van de duikleider gaan we weer aan boord en even later gaan we iets uit de kust van het eiland voor anker. Tijdens ons verblijf op het eiland heeft de bootsjongen de rugleuningen van de banken weggeklapt, en de trimvesten bevestigd aan de duikflessen die daar achter stonden. Er ligt voor ieder van ons een tas klaar met een dun duikpak, een duikbril en duiksloffen in de opgegeven schoenmaat. In tropisch water duik ik altijd zonder duikpak, maar ik blijk wel de enige te zijn die zijn pak in de tas laat zitten. Misschien hebben de anderen wat minder onderhuids vetweefsel om zich tegen afkoeling te beschermen.
Als iedereen is opgetuigd, gaan we direct na elkaar te water. We duiken met zijn zevenen, en moeten onder water als groep bij elkaar blijven. Onze duikstek is de top van een onderwater bergje. De top ligt op 15 tot 20 meter diepte, terwijl de berghellingen afdalen naar onder de zestig meter. Zo diep gaan we echter niet. Het zicht is met zo'n 25 meter goed te noemen, maar niet zo goed als wat ik een half jaar geleden in Australië heb meegemaakt. We zijn amper op de bodem belandt, of we zien een school van een paar honderd barracuda's die schuin boven ons blijft rondcirkelen. Barracuda's zijn slanke zilverkleurige roofvissen van zo'n anderhalve meter lengte met donkere verticale strepen. Het is een prachtig en tegelijkertijd indrukwekkend gezicht. Even later zien we een grote zeeschildpad op de bodem zitten, en zwemmen twee haaien voorbij. Onze duikleider lijkt er niet van te schrikken, dus ga ik er van uit dat ze voor mensen ongevaarlijk zijn. Eigenlijk zijn er maar een paar haaiensoorten gevaarlijk voor duikers, en zien de anderen er alleen maar indrukwekkend uit. Tijdens de duik van bijna veertig minuten zien we verder nog een tweede zeeschildpad, tientallen kleurrijke vissen, harde en zachte koralen, een vervaarlijk uitziende murene, twee octopussen, een schorpioenvis en een derde haai en zwemt er een sierlijke stekelrog voorbij. Op de zandbodem hebben aalachtige visjes een holletje gegraven, waar hun staart in steekt, en waarin ze zich bij gevaar helemaal kunnen terugtrekken. De voorkanten van de visjes die boven het zand uitsteken, lijken net op plantenstengels.
Als we een tijdje later weer aan boord zitten, en onze indrukken uitwisselen, zwemt er een groep dolfijnen gelijk op met de boot. Eén van de duikers in onze groep is een Costa Ricaanse marien biologe, die in Bahia Drake een klein pension runt. Zij blijkt bijna alle dieren de we hebben gezien een naam te kunnen geven.
We gaan voor een korte pauze weer aan wal bij het kantoor van de parkwachter. We krijgen hier wat fruit en drinken. Naast het kantoor zit een prachtige grote leguaanachtige hagedis, een basilisk, zo laat ik me vertellen. Om precies te zijn blijkt het later een helmbasilisk te zijn. Op het zand en tussen de bladeren krioelt het van de kleine en grote heremietkreeftjes.
Voor onze tweede duik gaan we naar een andere plek. Het zicht is hier nog maar zo'n vijftien meter, en tot op de bodem, op vijftien meter diepte, is de golfslag merkbaar. Op de zandbodem liggen langwerpige zandduintjes. Bij iedere golf spoelt licht materiaal over de scherpe duinkammen dan weer heen en dan weer terug. Ook bij deze duik zien we weer genoeg dieren: twee rifhaaien, een stekelrog op het zand en een grote kreeft onder een steen. Op de bodem ligt een zeldzame caretschildpad, die nieuwsgierig naar ons toe zwemt, en zich goed van dichtbij laat bekijken.
Tevreden over deze twee mooie duiken varen we terug naar Bahia Drake.
Als onderdeel van de duiktrip krijgen we in het hotel van de Britten een lunch aangeboden, zodat we met elkaar nog even kunnen napraten. Al snel na het eten wordt ik samen met de twee andere Nederlanders met de al bekende taxi-pickuptruck opgehaald en naar onze pensions gebracht, een ritje van maar een paar minuten.
Hetty heeft het vandaag rustig aan gedaan, met een paar wandelingetjes, en een kopje koffie op een terras.
Theo
- comments