Profile
Blog
Photos
Videos
Fa Waka!
Vrijdag 19 maart:
De anti discriminatieloop. Wij dachten op voorhand dat lopen echt joggen was net zoals in een marathon. Wisten wij veel dat Surinamers met lopen wandelen bedoelen. Als er discriminatie-ren had gestaan dan was het 'lopen' geweest. Dus was Sophia de enige die wou 'lopen', en ze vertrok dan ook vroeger dan Daan en ik, samen met Annousjka. Daan en ik vertrokken rond 3 u met de fiets naar het centrum, het verkeer was weer chaotisch. Daan werd onderweg zelfs 'aangevallen' door een vuilnisbak die het voetpad kwam afgedenderd. Onderweg stopten we nog even bij een apotheek om zonnebrandcrème te kopen. Eenmaal aangekomen in het centrum en we een plekje vonden om onze fietsen te plaatsen zagen we in dat het niet lopen maar wandelen ging zijn. Dit zagen we aan de grote hoeveelheid kinderen dat aanwezig was en op slippers liep. Toen we Jos tegenkwamen en deze het ons nog eens bevestigde waren we overtuigd. Conclusie, we zouden mee wandelen. Een tocht doorheen het centrum van 5km. Het was op het onafhankelijkheidsplein te doen, daar waren een aantal duizenden kinderen en jong volwassenen samengekomen. Er was zelfs muziek voorzien in de vorm van een anti discriminatie raplied. De meeste deelnemers waren kinderen van verschillende muloscholen uit het hele land en zelfs uit Frans-Guyana. De leerlingen van onze school waren met ongeveer 60 personen vertegenwoordigd. Pas toen de loop bijna ging starten zag je politiemannen toekomen en het verkeer verdwijnen. Tijdens de tocht kwamen we op elk kruipunt ook politieagenten tegen die het verkeer tegenhielden. In België zou de hele binnenstad worden afgesloten voor het verkeer, hier werd één baanvak afgesloten, dus was het op sommige plekken toch nog gevaarlijk wandelen. Vlak voor de start kreeg iedereen een flesje water en dit zorgde voor de nodige vertragingen. Onderweg, ongeveer halverwege, kreeg iedereen nog een flesje water. Deze bevoorradingen zorgen dan ook voor een enorme afvalberg langs de kanten van de baan. Surinamers kennen het begrip recyclage niet en hebben dan ook een groot afvalprobleem. Na de loop werd er ons een ijsje van Fernandes aangeboden, een chemisch geval dat naar kauwgom smaakte. Toch werkte ik het met smaak binnen omdat het verfrissend was. Na een poosje kwam ook Sophia en Annousjka aan en gingen we met zijn allen op zoek naar iets om te eten. We kwamen terecht bij Nasikip, een soort Surinaamse KFC, enkel veel vettiger en goedkoper. Na deze lekker maaltijd keerden we huiswaarts en was het richting bed, we moesten er vroeg uit omdat Harvey ons kwam halen om 7 uur.
Zaterdag 20 maart: Brownsberg
's morgens heel vroeg kwam Harvey ons oppikken met een busje, toen we ons vervoer zagen zeiden we "had je niks groter?", we zagen niet in hoe in zo'n busje 8 personen konden zitten. We namen plaats en vertrokken richting het huis van Jos en Jacolien, toen we aankwamen stonden ze reeds klaar, Jos zijn reactie was dezelfde als de mijne "Harvey" zei hij "je kon niets groter vinden zeker?". Nadat Jos en Jacolien zich in het busje hadden gewrongen moesten we nog twee personen gaan halen. Dit waren twee 50tigers die aan hun laatste week vakantie in Suriname waren begonnen. Toen we met zijn allen in het busje zaten opeengestapeld kon de rit richting Brownsberg beginnen. De weg die uit Paramaribo vertrok was geasfalteerd en we kwamen goed vooruit. Rond 8 uur was het tijd voor het ontbijt en stopte Harvey in de buurt van de grootste bauxietfabriek van het land, tevens de plaats waar hij werkte als bediende. Harvey was voorzien op alles, hij was vleesbroodjes gaan halen, broodjes worst bereid en gezorgd voor koffie en thee. Je zag dat deze plek de enige plek op de route naar Brownsberg was waar je kon stoppen. Dit omdat er meerdere tourbussen stopten om iets te eten en te drinken. Na rustig gegeten en gedronken te hebben vervolgden we onze weg en deze ging niet altijd van een leien dakje. De weg veranderde van redelijk goed naar enorm slecht, van asfalt naar zandwegen met kuilen en plassen. Onderweg kwamen we een deel baan tegen waar ze aan het werken waren om een asfaltlaag aan te brengen. De Chinese arbeiders worden in Suriname bejubeld om hun snelle werk, of het kwalitatief werk is daar spreek ik me niet over uit. De weg leidde ons nar een plaatsje Brownsweg, waar mensen wonen die gedwongen werden te verhuizen na de aanleg van de stuwdam en het ontstaan van het Brokopondomeer. Er wordt gezegd dat je ergens in het meer, bij laag water, een kerktoren kan waarnemen. Vanaf dit plaatsje begon de echte beproeving, we moesten namelijk op de berg geraken, over niet meer dan een pad uitgehakt uit het oerwoud. Deze weg zou zelfs een beproeving zijn voor een 4x4. Toch waagden we de tocht, tot we op een gegeven moment niet meer vooruit geraakten. Harvey besloot om ons terug een stukje af te dalen om er dan terug stevig in te vliegen. Zo gezegd zo gedaan en Harvey's busje rolde gestaag achteruit. Na een 100 tal meter te hebben afgedaald zette Harvey zijn busje in 'D' en trapte op de gaspedaal. Alles ging schitterend tot we weer in de bocht kwamen waar het de vorige keer mis ging. Hier ging het opnieuw mis en de bus begon te schuiven, achterwaarts richting rand van de weg én van een steile val. De meisjes, Sophia op kop, begonnen allemaal hun keelgat open te zetten … alsof het nog niet erg genoeg was. Uiteindelijk kwam het busje tot stilstand en waren we gedwongen uit te stappen. Harvey probeerde nog een paar keer los te geraken, tevergeefs. Jos en ik besloten, op aanwijzen van Harvey, om te duwen. Na een paar mislukte pogingen lukte het ons dan toch om het busje weer vrij te krijgen en konden we onze weg verder zetten.
Zonder verder tegenslagen kwamen we aan op de top van de berg en waren we klaar om onze benen te strekken. Na even van schoenen te hebben gewisseld, een banaan en een cola te hebben binnengespeeld konden we aan onze afdaling van de berg beginnen. Harvey had ons ook voorzien van het nodige water, wat we zeker nodig hebben gehad. De eerste afdaling was naar de Irene val, een tocht van ongeveer een uur en 15 min. Onderweg kwamen we vele prachtige en verschillende soorten fauna en flora tegen waaronder een groep die een gewond brulaapjong hadden gevonden en terug meenamen naar het onthaal op de top van de berg. Tijdens de afdaling waren het voornamelijk de 50+er, van wie de naam me ontspringt, en ik die voorop liepen. We kwamen verschillende giftige kikkers en ook een slang tegen, ook enkele schitterende planten en bomen, waaronder de telefoonpaalboom. Waarom ze de boom zo noemen? Wel je neemt een steen of een stuk hout en je slaat op de zijkant van de boom en door een bepaalde holheid van de boom produceert deze een geweldig geluid. Zo communiceren de inheemsen met elkaar. Zonder veel moeilijkheden kwamen we aan bij de Irene val en we waren niet de enigen. Er waren zeker nog 15 ander toeristen aanwezig, iedereen was aan het drummen om onder de straal van de waterval te kunnen staan. Het was niet zo'n grote waterval, maar desalniettemin bleef het indrukwekkend. Na een verkwikkende douche, een aantal mooie plaatjes en een Sultanakoek later konden we aan de terugweg beginnen. Jammer genoeg heeft een berg een voordeel en ook een serieus nadeel. Als je naar beneden gaat moet je daarna wel terug naar omhoog. Bij deze beklimming sleurden Daan en ik aan het peloton en konden een aantal keer demarreren toch greep het peloton ons steeds weer bij de fourageposten. In het Nederlands, Daan en ik waren voorop en wachten dan telkens op de rest en kon iedereen even uitrusten en drinken. De beklimming was toch een col buiten categorie en sommige mensen hadden het zwaar. Zeker gecombineerd met de verschrikkelijke warmte en luchtvochtigheid. Na een klein uurtje klimmen kwamen we aan de splitsing van het pad van de Irene val met de Leo val. We vroegen aan Harvey of we ook naar deze val mochten en hij vond dat geen enkel probleem. De twee 50+ers gaven er de brui aan nadat ze de toch wel pittige afdaling zagen. Na nog geen 10 minuten waren we al aan de val. Toen beseften we nog niet echt dat we nog terug naar omhoog moesten. Deze waterval was minder toeristisch dan de andere, hier was enkel een jong koppel aanwezig. Deze val vond ik minstens even indrukwekkend als de vorige, en er waren zelfs vleermuizen die in de grotten aan het slapen waren. Je hoorde de dieren de hele tijd geluid maken. Na een tweede verfrissende douche, een aantal mooie plaatjes en jammer genoeg geen Sultana koek later konden we weer vertrekken. even onder de waterval staan deed echt wonderen, jammer genoeg was je 5 minuten later alweer nat van het zweet. In het terug omhoog gaan van de berg begon het zacht te regenen. Zacht regenen kennen ze echter niet in Suriname en wat later gingen de echte hemelsluizen open en stonden we terug onder de douche, deze keer een warme. Ik ging vruchteloos op zoek naar zo'n enorm blad die je wel eens tegenkomt in strip en tekenfilms om onder te schuilen. Ook zonder blad moest ik mijn tocht verder zetten en kwamen we aan op de top en konden we eindelijk schuilen. Nog geen 5 minuten later was het alweer over. Tijd voor droge kleren en een warme maaltijd. Ik moet toegeven dat dit de beste Surinaamse maaltijd was die ik hier al gegeten heb. Het was gemarineerd en gegrild varken, met bakbananen, boontjes, bami en een slaatje.
Na deze lekkere maaltijd gingen we nog even naar een uitzichtpunt waar je het Brokopondomeer kon aanschouwen. We hadden geluk want er passeerden juist enkele Brulapen op de flank van de berg. Ze waren aan het eten en stoorden zich niet aan ons. Met de hulp van Daans camera konden we schitterende beelden maken van deze dieren. Na dit mooie moment was het richting Ston Eiland, een schiereiland aan de rand van het meer en aan de voet van Brownsberg. Jammer genoeg had Harvey dubbel pech. 's Morgens was hij al eens vast komen te zitten en nu in het naar beneden rijden opnieuw. Deze keer zat hij echt goed vast, hij was met zijn lage auto in de bandensporen van de vorige wagens blijven rijden. Hierdoor verloren zijn banden hun grip op de weg en draaide ze in het ijle. Gelukkig waren er nog bussen en 4x4's achter ons om te helpen. Het eerste half uur hebben we geen vooruitgang geboekt. Buiten het occasionele duw en trek werk gebeurde er niet veel. Eerst gooiden ze takken en allerlei bladeren op het spoor achter de wielen om te zorgen voor grip. Toen dit niet lukte gebruikten ze een krik om de auto uit het spoor te lichten. Dit lukte ook niet, tijd voor plan C. dit hield in dat een Jeep het busje uit de geul trok. Goed plan zou je denken, alleen dacht de kabel er anders over en gaf de geest. Uiteindelijk kwam het simpelste maar meest doeltreffende plan, gewoon met zijn allen het busje optillen en naast het spoor zetten. Eerst was de achterkant aan de beurt en dit ging vlot, de voorkant ging iets minder vlot omdat hier de motor zit en het meer weegt. Uiteindelijk was de wagen vrij en kon hij verder afdalen, tot grote vreugde van de menigte. Het was ondertussen reeds donker geworden en we moesten nog eten op Ston Eiland.
Onderweg maakten we nog even een pitstop aan een tankstation om ijs te kopen voor de koelboxen. We maakten gebruik van deze korte stop om een aantal Djogo's te kopen. Toen we in Ston Eiland aankwamen was het reeds donker en installeerden we ons in een van de kamers. Tijd om even te ontspannen en een fles te kraken. Harvey dook direct te keuken in om het avondmaal te bereiden, sauto soep. Dat is een kippenbouillon soep met rijst, gebakken ajuin, gefrituurde aardappel chipjes en kip. Het werd nog een rustige avond, waar we tijd hebben gemaakt om nog even naar de sterren te kijken. Je zag echt elke ster, dit omdat er hier geen lichtpolutie was en de hemel oplichtte als een kerstboom. Nadat iedereen was gaan slapen en Jos en ik aan onze laatste Djogo begonnen zijn we nog even naar het strand gegaan om wat te kletsen en het laatste pintje van de dag te drinken. Vier uur later zouden we alweer wakker zijn om van de zonsopgang te genieten boven het meer.
Zondag 21 maart: Ston Eiland en Brokopondomeer
Vroeg uit de veren om naar de zonsopgang te kijken. Om kwart na zes zie ik dat ik de enige ben die wakker is en omdat ik toch naar het toilet moest besloot ik om even op het strand naar de zonsopgang te gaan kijken. Veel zag ik niet enkel wat licht achter wolken. Dus besloot ik om terug in mijn bed te kruipen, naast Daan. Wat later waren Jos en Daan wakker en gingen zij op hun beurt naar het strand en waren de wolken opgeklaard en zagen zij een mooie zonsopgang, gelukkig heeft Daan het gefilmd. Na deze korte nacht konden we wel een kop koffie gebruiken, sommigen onder ons zelfs twee, en een stevig ontbijt.
Na het ontbijt hadden we vrij om te doen wat we wilden, omdat de boot pas vertok om 10 uur. We besloten dus om naar het strand te gaan en even te zwemmen. Het water was aangenaam warm en we doken er dan ook direct in. Na een eindje gezwommen te hebben had ik door dat je toch voorzichtig moest zijn. Ik schuurde namelijk met mijn buik tegen een klein boompje onder het wateroppervlak. Het meer staat namelijk helemaal vol met oude, dode bomen. Dit kwam doordat ze het geld niet hadden om het bos te rooien na de aanleg van de stuwdam in de jaren 50. Nu hebben ze in deze dode bomen een mooi handeltje ontdekt. Het hout dat al 60 jaar in het water ligt is namelijk veel geld waart om er exclusieve meubels van te kunnen maken. Ze verkopen het hout aan het westen. Na het relaxte bad in het meer was het tijd om te vertrekken met de boot. We namen enkel het hoogst noodzakelijke mee: een handdoek, zonnecrème en het onmisbare fototoestel. Harvey zorgde voor water en alweer Sultana koeken. Tijdens het boottochtje was het verplicht om je handen niet over de rand te houden, de reden waarom werd al snel duidelijk. De boot vaarde namelijk rakelings langsheen oude, dode boomstammen die overal boven het water uitstaken. Na een tijdje varen kwamen we aan bij een klein eilandje. Het eiland was letterlijk maar 20 meter in diameter, maar door de droogte stond het waterpeil van het meer beduidend lager. Hierdoor had het eiland een leuk strandje gekregen. Een strand dat ons uitnodigde om uit te rusten. Daan en ik wilden echter op expeditie en trokken het kleine bosje in dat op het eiland stond. Na een goede 5 meter stonden we vast, het stukje bos was helemaal dicht gegroeid. Ander plan, even rond het eiland lopen. Tijdens de rondwandeling kwam ik Jos tegen die ook wou uitzoeken of het wel degelijk een eiland was, hij dacht dat het aan de andere kant misschien met de oever verbonden was. Na de expeditie vanminuten was het tijd om af te kappen. Eerst even zwemmen en dan zalig niks doen. Sophia en Jacolien waren in een diep gesprek verzonken, Bij Jos en mij was het net iets luchtiger en Daan van zijn kant was bezig met het bouwen van een zandkasteel. Na nog een wandeling, een moddergevecht en een zwempartijtje was het terug tijd om te vertrekken naar Ston Eiland. Tijdens de terugtocht hebben we mannen aan de oevers zien goud delven. Als ze geluk hebben kunnen ze totgram goud per dag vinden. Op Ston Eiland aangekomen vloog Harvey direct de keuken in voor het middagmaal, tijd voor een douche en een verkenning van Ston Eiland. We hadden gehoord dat ze een aap in gevangenschap hadden. Het bleek om een slingeraap te gaan en deze zat in een veel te klein hok. De locals vonden het een grappig dier en wilden dat hij danste of een sigaret rookte. Je zag duidelijk dat het dier schrik had, maar de mensen van hier hebben er natuurlijk geen erg in dat zo'n dier daar niet thuishoort. Na de, overigens overheerlijke, maaltijd was het tijd om richting Paramaribo te vertrekken. na een rustige rit kwamen we rond 4 uur thuis aan en was het tijd om te ontspannen.
Groetjes Joris
- comments
jan Van Damme dag jongen, Het lijkt me voorwaar een hele belevenis dat bezoek Brokopondomeer en Ston Eiland.Geniet ervan maar wees vooruitziende en voorzichtig. Wij zijn altijd blij je te lezen en vooral je verslaggeving is fijn en aangenaam
jan Van Damme dag jongen, Het lijkt me voorwaar een hele belevenis dat bezoek Brokopondomeer en Ston Eiland.Geniet ervan maar wees vooruitziende en voorzichtig. Wij zijn altijd blij je te lezen en vooral je verslaggeving is fijn en aangenaam
Ami en Pépé Hoy Joris, Bij het lezen van al je belevenissen beleven we opnieuw onze eigen ontdekkingen in de congolese brousse jaren geleden. Toch wel de moeite om te ontdekken. Hou toch maar rekening met de gevaren die het oerwoud inhoud. Nog het allerbeste en een verre knuffel van ons beiden. Ami en Pépé
joost Hallo Joris, al enige Duvel gespot?
Joris Dag iedereen. De Broesse is echt heel mooi om te zien, verschillende dieren, voornamelijk de brulapen waren schitterend. Er zitten inderdaad ook gevaarlijkere dieren tussen, zo heb ik ook slangen en giftige kikkers gezien. Maar met een ervaren gids is het geen probleem. Nee Joost nog geen Duvel tegengekomen. Ze hebben in Suriname maar 1 brouwerij en dat is Parbo, smaakt een beetje naar Amstel bier. Een echt goede pint bier mis ik toch wel, maar als ik terug ben komt het peirt buiten en zal er duchtig gefeest worden. Groetjes Joris