Fa Waka!

Dinsdag, woensdag, donderdag en vrijdag 16,17,18 en 19 maart:

Dinsdag: een lesdag met veel observaties en ook een les van een hospitante, dat is een Surinaamse stagiaire. Je zag duidelijk het verschil met België. Ze had gewoon de vorige les van Mr. Koedoe overgeschreven in haar schrift en het daarna gereproduceerd. Ze vergat vele dingen te zeggen en de leerlingen luisterden ook niet naar haar. Mr. Koedoe, was niet in de klas aanwezig, maar net voor het belsignaal kwam hij weer binnen en maakte zich boos op de leerlingen. Hij wou ook weten of ze hadden opgelet en toetste de leerstof, sommige leerlingen wisten niet waarover het ging omdat ze niet hadden opgelet.

Woensdag: dag van mijn eerste les. Mr Koedoe was niet aanwezig op school dus stond ik alleen voor de klas en dat vond ik een uitdaging die mij goed is bevallen. Doordat Mr. Koedoe er niet was moest ik ook het derde lesuur van hem overnemen en heb ik een les voorbereid over België. Na 30-35 minuten les gegeven te hebben over België heb ik de leerlingen vragen laten stellen over België. Ze schrokken ervan hoeveel auto's en files wij wel hadden. Net hetzelfde als het feit dat wij moeten betalen om onze auto te parkeren. Er waren ook de onvermijdelijke vragen over hoe de meisjes én jongens in België waren en met elkaar omgaan. Het 7de lesuur was het dan tijd om mijn voorbereide les te geven in 1D: de nieuwe tijd. Omdat het in Suriname zo warm is en wij Belgen het gewoon zijn om voor de klas te 'staan' was ik echt enorm aan het zweten. Nu begrijp ik waarom alle leerkrachten hier niet voor het bord staan maar achter hun bureau neerzitten. Als een leerkracht iets aan het bord wil brengen doet hij dat of zelf of laat een leerling schrijven. Persoonlijk vind ik dat mijn les goed is verlopen en dat de leerlingen geïnteresseerd waren. Het is wel niet gemakkelijk om een les voor te bereiden die in 40 minuten kan gegeven worden. Daarom hebben alle klassen 2 lesuren geschiedenis per week. Een lesvoorbereiding komt hier ook gewoon in een schriftje en dat schriftje wordt soms aan de leerlingen gegeven om ze zelf de stof aan bord te laten schrijven.

Donderdag: de dag dat Mevr. Plet ziek werd maar toch op school aanwezig was. Ze was haar stem compleet kwijt en vroeg aan mij of ik voor haar wou spreken. Ik heb dan de toetsen uitgedeeld en de vragen met de leerlingen overlopen. Hierna heb ik mijn boek van Historia genomen, dit omdat hier historische verhalen instaan, en de leerlingen laten lezen. Het is in Suriname de gewoonte dat de leerlingen het meeste werk doen (lezen, dingen aan bord brengen, het bord afvegen, tas van de juf of meester dragen, … enz) en ze doen dit nog graag ook.

Vrijdag: een dag vol observatie en ook een dag die een lesuur vroeger gedaan was. Dit kwam omdat er een vergadering was van het lerarenkorps. In de namiddag is het anti-discriminatieloop in het centrum van de stad. Sophia en misschien Daan gaan meelopen. Het is nu 20 na 2 en we vertrekken rond 3u naar de stad om deel te nemen aan deze loop. Ik kan jammer genoeg niet meedoen omdat ik een oude rugby blessure heb en hierdoor geen lange afstanden mag lopen. De loop neemt je door het centrum en is ongeveer 5 km lang. Op het Onafhankelijkheidsplein, aan het presidentieel paleis, zullen er verschillende activiteiten voorzien zijn en kraampjes met eten en drinken.

Zaterdag en zondag gaan we met Jos en Jacolien, twee Brabantse Nederlanders die we op de trip naar Nickerie leren kennen hebben, naar Brownsberg en Stone Island.

Groetjes Joris