Profile
Blog
Photos
Videos
We waren voorlopig uitgehiked, en de weg riep ons weer om verder te rijden. Een lang stuk van de in Argentinië legendarische Ruta 40 (qua gevoel lijkt het op Route 66 in de VS) lag voor ons: een eindeloze grindweg door de woestijn van Argentijns Patagonië.
Even buiten El Calafate stopten we nog even voor een kopje koffie in het dorpje Tres Lagos. De weg het dorp in was een hobbelige grindweg, en dat bleef zo in het dorp. In het dorp leek er werkelijk helemaal niets te doen te zijn. We vroegen aan de locals (die verder heel vriendelijk waren, zoals eigenlijk overal in Patagonië) of we ergens koffie konden halen en ze wezen ons naar een cafetaria aan het einde van de straat. Zelfs met camping. Na een lekker kopje filterkoffie konden we weer verder.
Langs de weg op een kruispunt stonden wat lifters en we besloten wat aan onze karma te doen en er eentje mee te nemen (we hadden vooral zin in wat gezelligheid); meer ruimte dan voor één lifter hadden we niet, want onze tassen, en kampeerspullen en reservevoorraad water en benzine namen ook de nodige ruimte in beslag. Er waren twee Duitse meiden die onafscheidelijk waren, dus werd het de Canadese Argentijn Alan, die alleen reisde. Alan had Argentijns bloed maar woonde in Canada, en was op zoek naar z'n roots en liftend zijn weg over Ruta 40 aan het maken. Best gezellig om iemand erbij te hebben in de auto; ja, je bent op een gegeven moment toch wel een beetje uitgepraat met z'n tweeën (Frans iets meer dan Anneke ;)). Op deze route wordt heel veel gelift, omdat er weinig bussen gaan. Bovendien is het heel veilig en word je vrij makkelijk meegenomen.
Ruta 40 is hier een schier eindeloze grindweg, met af en toe behoorlijke hobbels, die maar door lijkt te gaan, een gevoel wat nog versterkt wordt doordat je meestal maar tussen de 40 en 60 km/u kan rijden. De auto kreeg wat te verduren met alle rondvliegende keien, en af en toe hoorden we harde klappen tegen de bodemplaat, maar Alan bleek automonteur te zijn en verzekerde ons dat de auto dat allemaal wel kon hebben en dat de auto in prima conditie was.
De eindeloze steppe gaat maar door, de enige tekens van leven zijn af en toe een bordje voor een afrit naar een Estancia, een Argentijnse ranch, en wat grazend vee, guanacos, of struisvogels langs de weg. Al hobbelend reden we door.
En toen verscheen daar het mooiste dat we ooit gezien hadden: asfalt! Opeens konden we zonder hobbels met 100 km/u rijden! Je leert bepaalde dingen die je anders voor lief neemt wel erg waarderen zo.
We zouden de bewoonde wereld niet meer halen voor het donker werd, dus toen we bij het dorpje Bajo Caracoles (de eerstvolgende plaats na Tres Lagos oftewel uren rijden) kwamen, besloten we daar de nacht door te brengen. Nu moet je bij "dorpje" niet al te veel voorstellen. Bajo Caracoles bestaat uit een hotel dat tevens "supermarkt", café en restaurant is en een benzinepomp, een hostel met kampeerplaats, en een paar huizen. That's it. Toen Frans bij het winkeltje vroeg of er misschien een supermarkt in de buurt was kregen we dan ook een rare blik en zeiden ze toen dat dit het was. Wel een bijzondere ervaring.
We zetten onze tenten op op de kampeerplaats, kochten pasta bij de "supermarkt" en kookten ons avondeten, en gingen slapen. Een gezette Argentijn en zijn vriendin hadden hun tent zo ongeveer op die van ons gezet en de man bleek 's nachts behoorlijk te snurken en absoluut niet uit z'n slaap te krijgen. We hebben wel even wakker gelegen...
's Ochtends bezochten we de Cuevas de los Manos, de Grotten van de Handen, die in de buurt lagen. Hier hebben mensen duizenden jaren geleden bij wijze van kunst of om iets van zichzelf achter te laten, honderden handschilderingen gemaakt door hun hand voor de rotswand te houden en er verf overheen te blazen. Ook staan er plaatjes van guanaco's en allerlei andere dieren die verwijzen naar jachttaferelen (ze bleken te leven van guanaco's). Erg fascinerend. Dankzij Alan's Argentijnse achtergrond konden we voor Argentijns tarief naar binnen en hadden we vertaling voor de Spaanstalige gids.
Na nog een stuk Ruta 40, waarvan gelukkig een groot deel geasfalteerd, kwamen we aan in Perito Moreno, waar we afscheid namen van Alan. Wij reden iets verder door naar het westen, naar het kersendorp Los Antiguos. We waren weer in de bewoonde wereld. Voor zolang als het duurde...
- comments