Vandaag verkennen we Cooktown, lopend door de hoofdstraat in de richting van de haven. In een park staan grote mangobomen met rijpe mango's in en onder de boom. Dat trekt onze aandacht, die laten we niet liggen. Op een bankje naast een zeer handig waterkraantje voor dorstige wandelaars, verorberen we allebei een mango. Die kun je niet eten zonder kleverig te worden, wel zo handig zo'n waterkraantje erbij. We zien wat struikjes, die wanneer we er naar toe lopen in zee blijken te staan. Een mangrovebosje, die met zijn wortels in de modder net lijkt alsof het op stelten staat. Tussen de wortels, hoppen kleine longvisjes. Een bord waarschuwt ons voor het gevaar van krokodillen. Heel voorzichtig, je weet het maar nooit, lopen we over een paadje het mangrovebosje in. Geen oogjes geen staart, geen krokodil te zien. We lopen terug en zien allemaal holletjes in een kleine geul die afwatert op de mangroven en dat maakt ons erg nieuwsgierig. We gaan kijken en zien een krabbetje in één van de ingangen zitten. Zolangzamerhand zijn we bij de monding van de rivier aanbeland, open en toegankelijk, een natuurlijke haven. Hier is kapitein Cook als eerste westerling noodgedwongen aan land gegaan, nadat zijn schip " de Endeaver" op een rif was beschadigd. Ze bleven op deze plek om hun boot te kunnen repareren. Terwijl de boot werd gerepareerd bekeek kapitein Cook op een heuvel in de buurt, hoe hij in hemelsnaam weer veilig kon vertrekken. Je ziet het zo voor je wanneer je al die herinneringsborden en monumenten met uitleg leest. We dwalen van de 1 naar de ander, tot we bij het Cookmuseum zijn aanbeland. Er is aardig wat gebeurd in dat nu redelijk kleine plaatsje en dat wordt allemaal uitgelegd in het museum. Daar heb je wel even tijd voor nodig.
Om wat meer over de natuur te weten te komen gaan we eerst naar het natuurmuseum en daarna de botanische tuin in. Het is zo grappig om onze kamerplanten hier in tuinen en perkjes aan te treffen. Dan wel een tikje groter natuurlijk. Ik sta elke keer weer versteld hoe groot een ficus kan worden. En zo dwalend door de tuin, zien eigenlijk te veel om op te noemen. De enorme mangobomen vallen op, Allerlei palmen in de Palmetum, varens, een vanilleplant. En ondanks dat het warm is en ik moe ben loop ik van bordje naar bordje. Ik merk dat door de uitleg je tijdens de reis planten eerder opmerkt. Zo zie ik, terwijl we op zoek zijn naar een camping, ineens wel heel veel "foxtail" palmen. Die notabene bijna uitgestorven waren. Je komt nog eens wat te weten op zo'n botanische tuin.
H.