Profile
Blog
Photos
Videos
Cochabamba werd in de reisgids de hemel ingeprezen, maar kwam op ons over als uitgeklede (cq. arme) versie van Arequipa in Peru. Het zou een hippe stad moeten zijn, maar het is moeilijk om hip te zijn als je arm bent... Er is wel een charmant plaza (daar zijn Zuid-Amerikanen erg goed in - misschien een idee voor Plein ´44) en een gigantisch marktgebied waar alles te krijgen is, van bananen tot lingerie tot stereotorens (en uiteraard thematisch per straat). Daar kun je letterlijk verdwalen in alleen al het uitgestrekte overdekte stuk (zo groot als de binnenstad van Nijmegen) als je een uitgang zoekt (die er maar beperkt zijn). Ook deze ervaring hebben wij, hoewel ongepland, ervaren (best grappig - totdat je wat claustrofobisch wordt..).
In een van de vorige blogs hebben we iets geschreven over vervuiling in arme landen. Hetzelfde geldt helaas voor geluidsvervuiling en -overlast. Er is geen geld om auto's en bussen schoon en geluidsarm te maken, dus het is met name ´s ochtends en ´s avonds een hels lawaai op straat in de grote steden in Bolivia.
Hoe dan ook, we waren met name in Cochabamba vanwege de natuur daar in de buurt, in het Nationaal park Torotoro. Een nieuw en relatief klein park hier met 165 km2, maar bijzonder indrukwekkend. Toro Toro betekent (zo bleek later) letterlijk 'modder modder'. Maar goed dat we dat van tevoren niet wisten.. Het slaat op de taaie, kleverige modderlaag die in het gebied ligt als het geregend heeft.
Maar het park zelf is bekend om de talloze dinosaurussporen en zeefossielen en het canyon-achtige landschap met grotten en watervallen. Het ligt op 2000 tot 3500 meter boven zeeniveau en op minimaal zo'n 4-5 uur rijden van Cochabamba (gelukkig hadden we een jeep met 4WD, want de weg was voor de helft onverhard en voor de rest niet best). Even leek het erop dat we niet zouden kunnen gaan omdat het laagseizoen is, maar we kwamen in Cochabamba een leuk Braziliaans stel tegen met dezelfde plannen, en met zijn vieren lukte het een hotel (soort ranch ´El Molino´ - www.elmolinotorotoro.com), 4WD en gids te regelen.
Het park was super. Er zijn kilometers dinosaurussporen... Pas vrij recent (jaren ´80-´90) is men erachter gekomen dat de onregelmatigheden in de grond dinosaurussporen zijn, terwijl ze soms heel duidelijk zijn. Het zijn er zoveel dat nog niet goed duidelijk is hoe ze het beste beschermd kunnen worden. Hierdoor kun je overal gewoon bij komen.. en zijn zelfs mensen die foto´s ín de sporen maken etc. - dat bewustzijn moet in Bolivia nog meer komen, erg zonde. De sporen zijn er op tal van plekken en in tal van varianten. Er worden er nog steeds meer ontdekt, en er loopt nog een onderzoek. Onze gids Emilio was opgegroeid in de regio, was erg gepassioneerd m.b.t. alles rond het park - waar zijn hele familie een rol in had, zo runde zijn broer het plaatselijke infocentrum. Hij had zelfs een verzameling mini-dinossaurussen mee om helder uit te kunnen leggen welke sporen gekoppelend zijn aan welke dino :D ).
Voor zeefossielen geldt hetzelfde verhaal. Op sommige plekken kun je de fossielen letterlijk van de grond oprapen,- we waren naar een berghelling toegelopen die er helemaal mee vol lag (letterlijk!!). Waar je ook maar keek, zag je versteende schelpen, vissen, planten, etc., veel meer dan er in welk museum dan ook te vinden zijn. Bizar.
Emilio vertelde dat ze niet weten waar ze moeten beginnen om de vondsten te beschermen, - het zijn er eenvoudigweg teveel. Op een plek vlakbij het dorp Tototoro hebben ze op een helling een stuk van een vierkante kilometer afgezet, waar de sporen van Brontosaurussen en Velociraptors en nog veel meer soorten door elkaar lopen, - sommige lijken gisteren gemaakt, zo helder zijn ze. Maar regen en wind hebben er nog vrij spel, dus het erodeert waar je bijstaat. In Nederland hadden ze er al lang een museum overheen gebouwd en de boel geconserveerd, maar, zo zei de gids, de bergen liggen vol met vindplaatsen, die het allemaal verdienen beschermd te worden.
Die sporen zijn vreemd genoeg heel indrukwekkend, eigenlijk nog meer dan fossielen zelf. Ze komen uit de Krijtperiode, zo´n 120 miljoen jaar geleden. Dat je letterlijk en figuurlijk in de voetsporen van dinosauriërs kunt treden op de plek waar ze zelf geweest zijn (en niet in een museum waar de boel heen is getransporteerd), maakt dat je er 'dichterbij' kunt komen. Je kunt zien waar de grote planteneters gelopen hebben en waar de vleeseters achter ze aan liepen en waar de kleine beesten in kuddes bij elkaar bleven. De reden waarom er zoveel (men spreekt van tienduizenden) sporen in Torotoro bewaard zijn gebleven is dat er geschikte steen lag en ligt, maar ook dat het gebied miljoenen jaren geleden een verbindingsroute was tussen noord en zuid en een soort sluis vormde tussen twee passen waar de dinosauriërs op hun trektochten doorheen moesten.
Er zijn dus ook grotten in het gebied; we zijn een grote, de Cueva Umajalante, enkele honderden meters ingegaan en afgedaald (met helm op en lamp op het hoofd). De grot is een van de grootste van Bolivia: 4.600 meter lang en 164 meter diep, met ondergrondse blinde vissen en watervallen. Op een plek moest je door een hele nauwe doorgang kruipen waarvan de gids zei dat het makkelijk kon, maar hij ging duidelijk uit van Boliviaanse maten want Rob kwam na zijn aanwijzingen even behoorlijk vast te zitten en moest zich erdoor wringen. Dat voelde niet lekker...(maar leverde wel een paar aardige foto´s op ;) Verder hing er her en der een touw waar je je aan kon vastklampen. Voor de rest veel klim-, daal- en glijpartijen over de rotsen, door het water, onder stalactieten en over stalagmieten. Een mooie ervaring.
Het zijn activiteiten die in Nederland (en in veel Westerse landen) niet mogelijk zijn zonder training of uitgebreide voorlichting en met allerlei beveiligingen in de grotten en zo. Hier in Zuid-Amerika is het meer een kwestie van het risico accepteren, een beetje uitkijken en het gewoon doen. We vroegen een gids of ze niet kijken wie ermee gaat, want sommige stukken waren toch wel inspannend en niet ongevaarlijk. Maar dat doen ze niet; wie mee wil en denkt dat-ie het kan, die mag mee. Dat is wel heel verfrissend (en gaat soms ook fout natuurlijk. Bij een van onze vorige treks in Rurre kwamen we op een uitkijkplek aan de rand van een afgrond waar een jaar of wat eerder iemand van afgevallen was. Zijn dood had geleid tot het faillissement van de touroperator, maar ze hadden geen hek geplaatst op de uitkijkpost. De gids vroeg ons alleen of we een goed wilden uitkijken, - dat was geen probleem, gezien de honderd meter die we omlaag konden kijken. Het punt was zó mooi en het stikte er van de papegaaien en zeldzame macaws, - daarom waren we erheen gelopen.)
We zijn ook nog naar een waterval in een soort subtropische canyon gelopen (Vergel of Waca Senq'a Canyon) waar we een groep van ca. 20 nonnen tegenkwamen op hun jaarlijkse uitje. Ze waren door het dolle heen en klommen op alle rotsen die er te zien waren en hadden het grootste plezier. Je kon er zwemmen onder de waterval, maar onder de keurende blikken van de nonnen waren er niet veel die dat durfden...
Het enige nadeel van Torotoro was de modder. De naam van het park (en het dorp) was goed gekozen. Het had veel geregend in de voorgaande dagen (gelukkig bleef het nu grotendeels droog) dus we stonden bij tijd en wijlen tot onze enkels in de prut. Als je dat schoonmaakt, zit het een paar minuten later weer vol, dus na enkele keren geef je het op, tot je erachter komt dat je een paar pond klei aan je voeten meezeult, dus dan schraap je het er maar weer af.
Het stikt in Bolivia van de onwerkelijk mooie plekken. Je kunt hier maanden rondzwerven van het ene nationaal park naar het andere.Ook bij onze volgende stop Santa Cruz gaan we naar een nationaal park: Amboró.
[Foto´s Cochabamba/Torotoro -> map 23]
- comments