Profile
Blog
Photos
Videos
Woensdag 21 november sta ik tegen half zeven op; na de douche (die trouwens half in de open lucht is), zit ik op het terras voor de kamer het blog wat bij te werken.'s Morgens is de temperatuur altijd aangenaam. Om acht uur heb ik het ontbijt besteld. Ik weet al, dat ze alleen nasi goreng hebben. Dat wordt dus nasi goreng met een gebakken ei en koffie. Als je het tevoren weet, smaakt het prima. Daarna vertrek ik, om goed half negen.
Ik wil eerst naar Jagaraga, iets landinwaarts. De dag ervoor heb ik al gezien, dat de afslag even terug op de weg ligt. Ik hoef niet te zoeken, en rijd in zuidelijke richting tussen de rijstvelden; Jagaraga is maar zo'n 4 km verderop.
Nog voor het dorpje staat de dodentempel, Pura Dalem, opnieuw een schitterend voorbeeld van de Noord-Balinese tempelbouw. Wat kleiner dan de Sangsittempel, maar weer prachtig versierd met beeldhouwwerk; schitterende details. Natuurlijk twee gespleten poorten; twee binnenplaatsen en de schrijnen op de tweede binnenplaats. De stijl is dezelfde als die in Sangsit te zien is.
Even verderop het dorp in staat de Pura Jagaraga. In verhouding met de beide andere valt die wat tegen. De stijl is veel meer gestileerd en grof. Op de tweede binnenplaats staat wel in L-vorm een rij houten schrijnen met ervoor beelden. Rechts in een schrijn een wat grof, zo te zien oud, groot beeld, met doeken er omheen.
Terug naar de hoofdweg langs de kust vervolgens, en dan naar mijn favoriete tempel van Noord-Bali: De Pura Mederwe Karang in Kumbutambahan. Ook deze tempel is gewijd aan rijstgoden.
Voor de tempel is er een helling met rijen wachters. Via drie poorten kun je dan naar de eerste binnenplaats. Achteraan, voor de muur van de tweede binnenplaats, staan beelden van gewone mensen: Een moeder met haar naakte zoontje voor zich; een vader die zijn dochter draagt, een oude vrouw met ingevallen wangen enz.
De hoofdtempel staat op de tweede binnenplaats. Twee grote schrijnen aan de zijkant en in het midden de even hoge rijk versierde zetel voor de rijstgod, met een afbeelding van die god tegen de achterkant van de zetel. Naast eenzelfde soort versieringen als in Sangsit en Jagaraga voor en tegen de onderkant van de schrijnen, zijn vooral de reliëfs tegen het terras mooi: In ondiep, maar fijn reliëf afbeeldingen van de sultan en diens vrouw; de beroemde afbeelding van de eerste fietser op Bali, op een fiets met wielen van grote bloemen; gevechten uit de Ramayana; alles omgeven door grotte krullerige ranken en bloemen.
Een wachter begeleidt me. Meestal is dat erg vervelend, maar nu voelt het goed. Hij vertelt, dat er nu maar weinig toeristen zijn, en dat hij meestal niets krijgt van de groepen, omdat de gids van zo'n groep zegt, dat dit niet hoeft. Eeen paar keer heeft hij een portemonnee gevonden en netjes teruggegeven. Hij kreeg geen cent als beloning….. Na zo'n verhaal krijgt hij van mij natuurlijk wel wat;)
Na Kumbutambahan rijd ik door rustig gebied, vaak vlak langs de kust en met uitzicht op zee. Op het zwarte strand liggen kleurige catamaran-vissersbootjes naast elkaar. De kust is rotsachtig, grillig soms de zee in stekend. Maar heel af en toe zijn er hier nog resorts, mooi in het groen liggend.
Ongeveer op het punt, waar de oostkust begint staat op een rots een hoge, sierlijke, maar zo te zien vrij nieuwe tempel. Dit is de Pura Ponjok Batu, bij de kleine plaats Bangah. Voor de staan priesters in een pendopo om de mensen die komen bidden en offeren te ontvangen. Via een stoere mooi tegen de lucht afgetekende poort kom je op de eerste binnenplaats, waar een paviljoen met vier toegangen boven een vijver gebouwd is. Rechts staat een gongtoren.
Op de tweede, hogere binnenplaats staan grote schrijnen achteraan, heel anders versierd dan je meestal op Bali ziet. Twee ervan hebben grote Ganeshabeelden. De schrijnen doen verder wat kitscherig aan.
Daarna vervolg ik mijn weg langs de oostkust. Het is een nieuwe weg, met maar weinig verkeer. IK kan hier veilig en lekker snel doorrijden.
Maar eerst stop ik nog bij Tejakula; van hieruit een paar kilometer landinwaarts naar Les, waar watervallen zijn. In het restaurantje voor de ingang neem ik eerst verse koffie en mineraalwater. Mijn rugzak kan ik hier weer laten staan. Dan volgt een wandeling van ongeveer 20 minuten door mooi oplopend gebied, onder hoge bomen en langs het water, dat nu (jammer genoeg) door brede irrigatiegoten gevoerd wordt. Aan het eind echter is er een 40 meter hoge waterval in een soort uitholling van de rotswanden; een wolk van kleine waterdruppels zwiept ervan af naar voren.
Terug eet ik nog wat in hetzelfde restaurantje: Rijst met lekkere krokante kip en kroepoek.
Nu kan ik echt snel en bijna over de mooie weg zoevend naar het zuiden, langs de hellingen van de vulkaan Gunung Agung; een tijdje is het wat droger dan je verder op Bali ziet. Af en toe zijn er kleine dorpjes. Ook zie ik langs de kust zoutwinningsbedrijven. In het zoute water staan schoepraderen, die voortdurend ronddraaien en het water omhoog voeren en zodoende sneller laten verdampen.
Weer wat zuidelijker rijd ik richting Amlapura. De weg voert mooi tussen de hellingen van twee vulkanen door. Er zijn prachtige rijstterrassen hier.Kijk maar naar de foto's!
Even verderop kom ik bij mijn volgende doel: Tirtangganga.
Het is ruim half vier en ik besluit Amlapura voor de volgende dag te bewaren. Eerst breng ik mijn spullen naar Homestay Rijasa, dat direct aan de weg ligt, tegenover het "Waterpaleis". Ik heb een ruime kamer met terras en warm water voor nog geen 15 euro; met ook nog een mooie tuin ervoor en een mooi uitzicht.
Alle tijd heb ik vervolgens om Het "Waterpaleis" te bekijken, dat aangelegd werd in opdracht van de laatste vorst van Karengasem in 1948. Door een uitbarsting van de Gunung Agung in 1963 werd het verwoest, maar in de afgelopen jaren weer hersteld. Prachtig zijn de grote waterpartijen: Rechts met rijen figuren uit de Ramayana in het water; links met voor- en achteraan een brug met draken en daartussen een rij fonteinen en palmen. Achter de "Ramayanavijver" staat een hoge ronde fontein in de vorm van een pagode, met onderaan beelden er omheen.
De zwembaden, druk gebruikt liggen er achter. Maar ook de tuinen verder zijn mooi en op verschillende terrassen; soms ook weer met kleinere vijvers, beelden en allerlei bomen en struiken.
Nog hoger is er de tempel, weer met verschillende "verdiepingen" van waar uit je een mooi uitzicht hebt.
Later op de avond eet ik in het eenvoudige restaurantje van mijn homestay een mislukte tomatensoep bestaand uit heet water en in stukken gesneden tomaten; daarna lekkere loempia's en tenslotte nasi campur; met verschillende vlees- en groentegerechtjes om de witte rijst heen. Nu ontdek ik ook, dat je hier wifi hebt; en probeer ik te facetimen met Roland, wat maar matig lukt.
- comments