Profile
Blog
Photos
Videos
Het was weer een heerlijke en rustige nacht in het zachte brede breed met de zeebries omen over me heen. Ik zit dinsdag 20 november al weer rond zeven uur beneden; aan het zwembad en zicht op zee. Pas later komen Sari, Ratna, Bagoesh; en weer iets later Jan en Jos. Het is hun laatste dag hier en Mieky heeft deze helemaal voor hen gereserveerd.
Op ons gemak ontbijten we weer, met koffie, lekker brood, jam, en deze keer ook een gebakken eitje. Jan, Jos en Mieky willen dat ik nog een dag blijf, maar ik vind, dat ze deze dag lekker met zijn drietjes moeten doorbrengen. Bovendien wil ik vandaag van alles zien. Maar eerst moet er weer koffie gedronken worden, met heerlijke appelgebakjes. Na lang rekken van mijn gastheer en -dames neem ik afscheid van de bedienden, en daarna natuurlijk van Jan, Jos en Mieky. Het was heerlijk om hier te zijn, lekker te praten en kennis te maken met Mieky. Ik zie me hier samen met Roland nog wel eens terug komen!
Ondertussen is het al weer al half twaalf geworden. Ikrijd door Seririt in zuidelijke richting naar de bergen. Meteen ben je weer de stad en de drukte uit. De weg stijgt voortdurend. Ik kijk over de rijstvelden, die voor een groot deel geoogst en nu dus kaal of stoppelig zijn. Echt hoog ligt de plaats Munduk. Prachtige uitzichten heb je hier over zowel rijstvelden, als andere landbouwterrassen en bossen met palmen en andere hoge bomen.
Nog verder zuidwaarts volg ik de weg door de bergen. Het gaat zowel omhoog als omlaag. Op mijn programma staan nu drie meren, niet moeilijk te vinden, want de weg loopt er langs.
Het eerste is het Tamblinganmeer, dat langgerekt mooi blauw tussen en vaak ook achter het groen ligt. De bergen zie je daar weer achter.
Er is maar een klein stuk land tussen dit meer en het volgende: Het Buyanmeer. Van hier uit en ook later heb je prachtige uitzichten op dit meer dat een stuk dieper dan de weg ligt; de berghellingen eromheen. Aan het eind zie je een plaatsje aan het meer liggen, schitterend in de zon.
Ik rijd met mijn scootertje heerlijk vrij en fris om dit meer heen, op weg naar mijn zuidelijkste doel van vandaag, het Bratanmeer, maar vooral de tempel aan dat meer, Ulun Danu Bratan. Het is ondertussen best wat kouder geworden, en de lucht is bewolkt. Mooi is, dat boven het meer, en achter de tempelgebouwen een flinke witte mist hangt. Minder schilderachtig is de toeristenkermis, die voor deze tempel is gekomen, met een speeltuin en al. Jammer.
De tempel zelf ligt er schitterend bij. Een hoge gespleten poort staat in de omringende muur; kleurige vanen wapperen ervoor. Daarachter staan de verschillende tempelgebouwen; het mooist zijn de torens met daken in vele verdiepingen; enkele ervan staan op eilandjes in het water.
Ulun Danu Bratan is gewijd aan Dewi Danu, de godin van het water, en vanaf de 17e eeuw gebouwd.
Vanaf het Bratanmeer rijd ik vervolgens terug naar de kust, in noordelijke richting naar Singaraja. Opnieuw prachtig en koel berglandschap. Iets meer dan halverwege stop ik bij de Gitgitwatervallen. Ik kan mijn rugzak bij het ticketoffice laten staan, want je moet nog een eindje lopen, dalen en klimmen. Tussen de bomen en tegen de otsen hier er hier een vijfvoudige waterval; een prachtig stukje natuur.
Op weg naar Gitgit is de weg al flink gedaald, en verder naar Singaraja gaat dat nog door. De temperatuur wordt weer een stuk aangenamer. Ik ga door Singaraja, en dan parallel aan de noordkust in oostelijke richting. Een tiental kilometer verder ligt de plaats Sangsit, met één van de mooiste tempels in Bali, Pura Beji, gewijd aan de rijstgodin Dewi Sri. Prachtig beeldhouwwerk is er al aan de voorkant; waters staan vrij en de poort is druk, maar smaakvol versierd met demonen, wachters, maar ook mensen en dieren.
Twee binnenplaatsen liggen daarachter, opnieuw met een prachtig versierde poort ertussen. Op de tweede binnenplaats staan de schrijnen op een soort terras, drie naast elkaar en een vierde rechts ervan. Zowel terras als schrijnen zijn van prachtig beeldhouwwerk voorzien; naast de figuren van goden, fabel-dieren, gewone dieren en mensen ook grote krulversieringen moet bloemachtige motieven. Niet te beschrijven eigenlijk. Ook mooi door de rozige kleur van de steensoort hier.
Verderop schijnt er een hotel te zijn; dus dat wil ik maar proberen. Hotel Berdikari is qua opzet een ruim complex, met aparte bungalows, en een mooie tuin. Het is echter wel wat verlopen. Toch blijf ik hier, want het is ondertussen al zes uur geweest.
Een echt restaurant is er ook niet. Ik rijd in het donker langs te tempel naar het strand, waar enkele eenvoudige warungs zijn. Ik neem daar gado-gado; nasi goreng hebben ze niet meer. Het smaakt niet onaardig. Terug in de hoofdstraat neem ik verse pizzastukken bij een supermarkt, en dat moet dan meer dan genoeg zijn voor deze dag.
Daarna bel ik nog mijn moeder, die vandaag 96 jaar is geworden, en natuurlijk Roland, want internet hebben ze hier niet.
- comments