Profile
Blog
Photos
Videos
Voordat we met de bus vertrekken, heeft Jeroen slecht nieuws voor ons. Onze reisgenoot, die vanwege gezondheidsproblemen met zijn vriendin in Lhasa was achtergebleven, is vannacht met een taxi naar het ziekenhuis gebracht. Later zullen we horen dat hij last heeft van hoogteziekte, in combinatie met een longontsteking. Onder doktersbegeleiding wordt hij een paar dagen later naar een grote lagergelegen plaats gevlogen, en zal daarvandaan uiteindelijk naar Nederland gaan. Onze verwachting dat we onze reisgenoten na een paar dagen weer terug zouden zien in Lhasa, zal dus helaas niet uitkomen. We reizen met een kleinere groep verder.
Met de bus rijden we naar het Tashilunpo-klooster. Het klooster ligt onderaan een kale bergwand, waarop honderden lijnen met gebedsvlaggetjes zijn gespannen. Vanaf een afstand lijkt het net of er een krankzinnige spin is bezig geweest.
Bovenop de berg is een locatie voor skyburials. Dit is de traditionele manier van lijkbezorging voor Tibetaanse boeddhisten. Nadat in de woonplaats afscheid is genomen van een overledene, nemen gespecialiseerde monniken het lijk mee naar zo'n locatie. Op speciale stenen met gaten wordt het lijk en zijn botten vervolgens in kleine mootjes gehakt, waarna alle stukjes aan de gieren worden gevoerd, die deze 'voederplaatsen' uiteraard goed in de gaten houden. We zien er ruim twintig boven de berg rondcirkelen. In een land met vrijwel overal permafrost is een skyburial waarschijnlijk veel praktischer dan begraven, en voor de Tibetanen is het de gewoonste zaak van de wereld. De Chinese overheid kijkt hier waarschijnlijk toch wat anders tegenaan, want toen een Tibetaanse gids westerse toeristen zo'n skyburial heeft laten filmen, kon hij daarna zijn gidsenvergunning inleveren. Of het filmpje dat toen is gemaakt nog op Youtube staat, weet ik niet.
Het kloostercomplex bevat o.a. vijf tempels met tombes waarin dalai lama's liggen opgebaard. Dit zijn de hogere gebouwen, met vaak rood met goudkleurige daken. De tientallen overige gebouwen zijn wit, met zwarte ramen. Dit zijn de onderkomens van de monniken.
Het klooster was in het verleden het politieke hart van Tibet. Nu is er een school voor jonge monniken gevestigd, en is het een belangrijk bedevaartsoord voor Tibetaanse pelgrims.
In de Tibetaanse kloosters lopen vaak veel honden los. Tibetaanse boeddhisten geloven dat monniken die nog niet het nirvana hebben bereikt, en daarmee zijn verlost van de cyclus van geboorte, overlijden en wedergeboorte, op aarde terugkomen als hond. Misschien dat ze daarom niet worden weggejaagd van de kloostercomplexen.
In het klooster zien we een hond lopen die erg lijkt op de hond op een afbeelding bij de ingang.
Na ons bezoek aan het klooster voegen we ons bij een gestage stroom pelgrims die een rondje om de muren van het kloostercomplex loopt. Langs de gehele omtrek staan misschien wel meer dan duizend gebedsmolens opgesteld, die door de pelgrims in beweging worden gebracht. Iedere gebedsmolen bevat rollen papier waarop een mantra in veelvoud is opgeschreven. Hoe vaker een gelovige deze mantra opzegt, of door zo'n gebedsmolen laat ronddraaien, hoe groter de kans is dat hij het nirvana bereikt, en verlost wordt van alle toekomstig lijden.
's-Avonds wordt de route verlicht door moderne lantaarnpalen met een een zonnepaneeltje. Oud en nieuw zie je hier naast elkaar.
Hoewel niet alle mensen daar toestemming voor geven, valt er voor ons op deze pelgrimsroute toch veel te fotograferen.
Er lopen langs de route veel honden, schapen en geiten. Zij eten de offeringen van gerst die veel pelgrims neerleggen, en de restanten van het eten dat mensen in of naast de vuilnisbakken achterlaten.
Omdat het klooster op een helling is gebouwd, op een hoogte boven de 4000 meter, komen sommigen van onze groep wat in ademnood wanneer ze langs de gebedsrollen omhoog moeten lopen. Op deze hoogte bevat de lucht nog maar 60% van de hoeveelheid zuurstof ten opzichte van wat we in Nederlands gewend zijn.
Vanaf de achterkant van het Tashilunpo-klooster hebben we zicht op het Potala klooster van Shigatse, een kleine kopie van het beroemde Potala klooster dat we in Lhasa hebben bezocht.
Zodra we weer beneden zijn, lopen we wat door de stad, en bezoeken we een markt. Het is koud en guur op straat. Zodra het ook nog begint te hagelen, zoeken we ons heil in een theehuis, waar we verschillende soorten thee uitproberen. Naast de glazen of potjes met thee krijg je in Tibet en China meestal ook een thermoskan met heet water, zodat je met dezelfde blaadjes of bloemetjes meerdere keren thee kunt zetten.
Ook in het hotel is het koud. Er is geen verwarming, en zoals in bijna alle hotels waar we zijn geweest, staan overdag alle toegangsdeuren open.
Theo
- comments