Profile
Blog
Photos
Videos
Vandaag gaan we Lhasa verlaten om wat meer van Tibet te zien. We gaan ook nog 500 meter omhoog, want Shigatse ligt iets hoger. Ik ben benieuwd, want ik voel me nu al hijgerig en moe als ik iets doe. Twee groepsgenoten gaan niet mee, één daarvan voelt zich nu al niet lekker. Hij heeft een auto-immuunziekte, en hij weet niet goed of dat de oorzaak is van zijn huidige problemen, of dat het een vorm van hoogteziekte is. Feit is wel, dat hij tijdens de twee treinritten die we de afgelopen dagen hebben gemaakt, niet heeft kunnen slapen. Als het goed is zien we ze over vier dagen terug, en kan hij met zijn vriendin de komende dagen lekker uitrusten.
Nu is er een paar jaar geleden een zwaar ongeluk met een bus gebeurd, daarom moet tegenwoordig bij elke bus buiten Lhasa verkeerspolitie mee. En daar is het wachten op. Hij moet erop toezien dat we niet te snel rijden.
Wanneer we kunnen vertrekken rijden we stroomopwaarts door het dal van de Brahmaputra. Het is een kaal ruig landschap, je kijkt zo op de ondergrond. Erosie heeft hier huisgehouden, want ik zie indrukwekkende diepe geulen tegen de hellingen. Op andere plekken zie je stuifzand tegen hellingen liggen. Men is op heel veel plekken populier en wilg aan het aanplanten om erosie tegen te gaan. Ik zie aanplant in verschillende stadia, zo te zien zijn ze al een tijd bezig. Met een tankwagen wordt jonge aanplant van water voorzien. Wat zou ik graag over tien jaar nog eens willen kijken hoe het er dan uit ziet.
Het is tijd om te lunchen, daarom stoppen we bij een restaurant in een gehucht. We lopen door het gebouw naar de binnenplaats, het zulk lekker weer. Het toilet wat ik bezoek ligt buiten het gebouw. Eigenlijk is het een betonnen plaat boven een afgrond, met een muur er omheen. Gelukkig regent het niet. Tussen de gaten, pardon WC's in staan lage schermen. Een gezellige boel, maar nood breekt wet. Het eten is trouwens prima.
Tijdens de tocht moeten we regelmatig bij een post onze tijd door geven, wanneer we te snel zijn gegaan zwaait er wat. We komen langs diverse typisch Tibetaanse nederzettingen. Witte vierkante iets trapezevormige huizen met een muur eromheen. Op de hoekpunten van het huis zien we takken met gebedsvlaggetjes. Tegen deze muur van de omheining worden ronde plakken poep geplakt om te drogen, je ziet de handafdruk zitten waarmee het op de muur is gedrukt. Vierkante plakkaten poep zien we ook te drogen liggen, maar dan op de straat. Ik heb begrepen dat met de poep wordt gekookt en het huis wordt verwarmd. We zien koeien staan naast menig huis, vaak een kruising tussen yak en rund. En we zien paarden, verder geen andere beesten. Onderweg zien we wel kuddes schapen.
Wanneer we langs steile hellingen komen met grote rotsen zien we schilderingen van boeddha's en witte geschilderde trappetjes. Trappetjes naar de hemel. Gebedsvlaggetjes geven belangrijke heilige plekken aan. We rijden boven langs het water en zien aan de overkant in de verte een rij ezels lopen met bepakking. Dan na verloop van tijd verbreed de vallei zich weer en rijden we langs het water en ziet Theo een zwartnekkraanvogel. Helaas kan de bus hier niet parkeren om de rest ook de kans te geven om hem te zien. Even verderop staat op een bord dat hier een reservaat is voor deze vogels, maar we zien ze verder niet meer.
Zo rijden we tien uur lang voor we eindelijk in Shigatse aankomen. Vol van alle indrukken van wat we onderweg zijn tegengekomen.
Hetty
- comments
hans gijsen een flinke busreis zeg! Gr. Hans