Profile
Blog
Photos
Videos
Het is een kort ritje met onze bus van Shigatse naar Gyangtse, iets meer dan twee uur. We rijden door dalletjes, soms breed, soms wat smaller. De bergen naast het dal zijn met sneeuw bedekt en ook naast de weg ligt hier en daar wat sneeuw. Ook hier zien we weer veel gehuchtjes met de typische vierkante witte huizen met hun erf er voor. We kunnen niet zomaar stoppen om foto's te maken. De weg is te smal en we hebben nog steeds een agent van de verkeerspolitie mee, dus de chauffeur is super voorzichtig. Dat is wel jammer, want ik zit te vlassen op een foto van een kas. Ik vind ze fantastisch, aan drie zijden een muur van klei of steen. De open kant is afgedekt met plastic en soms zelfs dik doek. Ik wil ze dolgraag van dichtbij bekijken, maar we kunnen nu niet stoppen.
Bij een watermolen is een parkeerplaats waar het wel lukt om te stoppen, maar helaas daar is geen kas in de buurt.
Om toeristen te lokken is er een zeer primitief toilet gemaakt, een gebouwtje met gaten in de grond en schotten voor een héééél klein beetje privacy. Er verschijnen twee karren met souvenirs, waar we o.a. gebedsmolens, kettingen en beeldjes van natuursteen zien liggen. Er wordt door iedereen van de gelegenheid gebruik gemaakt om ploegende paarden te fotograferen.
De volgende stop is bij een klein winkeltje langs de kant van de weg. Iedereen zwermt het dorpje in, waar de bewoners met gemengde gevoelens toekijken. Menig portretje wordt er gemaakt. En langskomende schapen worden vereeuwigd.
Nog één stop maken we, om een mooie foto te maken van een fort en een klooster tegen een heuvel in de verte. We gaan ze straks bezoeken, maar dan hebben we vast een mooie overzichtsfoto.
Na het inchecken in een hotel in Gyangtse gaan we eerst lunchen. Het eten in Tibet vind ik niet zo geweldig. Ik smacht naar grote porties groente, i.p.v. rijst of noedels met vlees waarin je de groente moet zoeken.
Gelukkig gaan we met de bus naar Pelchor klooster, want ik voel me hijgerig. Elke inspanning is te veel. Raar wat op grote hoogte zijn met je doet. Het maakt je dorstig, je moet voortdurend plassen, bij ook maar beetje inspanning voel je je moe en ik heb een droge huid en lippen. Ik voel me gewoon niet happy. Gelukkig heb ik geen hoofdpijn of voel ik me heel erg ziek, dat schijnt ook nog mogelijk te zijn.
We lopen achter de Tibetaanse gids aan, die ons een en ander uitlegt over de bijzonderheden van het klooster en de Kumbum stupa met 112 kapelletjes. Langzaam klimmen we trapjes op en af. Er zijn flink wat jonge Tibetanen bezig met het renoveren van de tempel. Meisjes sjouwen met stenen op hun rug de smalle trappetjes op, ik moet er niet aan denken. Jongens zijn met een zand verzwaard huid van een yak de vloer aan het boenen. Het lijkt wel of ze boete aan het doen zijn zo met een grote zwarte steen achter zich aan.
Op het pleintje voor de Stupa, ligt verscholen onder een kleed, een hond met drie puppy's. Een in klederdracht verklede vrouw laat ze zien. Dat is de vader gebaart ze naar een lui liggende hond, breed lachend. Tja, die moet uitrusten van het zware werk, hoor ik. De mensen hier geloven dat honden gereïncarneerde monniken zijn. Er wordt dus goed voor ze gezorgd. Magere honden met schurft zoals in de Filipijnen en Myanmar zie je hier niet. Wel veel kleine hondjes met stompe snuitjes en meer zwarte honden dan in de rest van Azië.
Het fort is gesloten; niet dat ik het erg vind, want het zou een hele klim worden om er te komen. Bij de gedachte alleen al hing mijn tong op mijn schoenen. In plaats daarvan gaan we op onderzoek in een oud gedeelte van Gyangtse wat gerenoveerd wordt. Het ziet er pittoresk uit, mooi opgeknapt. Maar wat wel grappig is, is dat iedereen één of meer koeien voor zijn huis heeft staan. We lopen langzaam terug naar het hotel. Geen terrasjes in Tibet, daar doen ze niet aan helaas. Daarom, onder veel bekijks, gaan we voor een winkeltje op een trapje zitten met wat drinken wat we daar hebben gekocht.
Morgen hebben we een heel lange busreis voor de boeg. Dus het overdekte marktje tegenover de plek waar we zitten komt goed van pas. We gaan nog wat water en fruit halen. En dan vroeg naar bed, want het wordt morgen een lange dag.
Hetty
- comments