Profile
Blog
Photos
Videos
Maandag 25 mei - Dunhuang, nachtbus naar Turpan (door Marleen)
Okee, het was niet echt een vooropgezet plan toen we uit Nederland vertrokken, maar zo langzamerhand ontwikkelt ons laatste stuk van de reis zich toch wel heel erg in de richting van de millennia oude zijderoute. Zowel Xian, Lanzhou als Dunhuang zijn oude zijderoute steden en ook Turpan en Kashgar horen in dat rijtje, evenals nog een heleboel steden die we willen gaan bezoeken in Kyrgystan, Uzbekistan en Iran. En onze eindhalte Istanbul is ook meteen het einde van deze zijderoute. Vooruit dan maar, we'll do the Silk Road!
In vroeger tijden, zo rond 300 na Christus, vierde het Boedhisme in deze regionen hoogtij. Handelaren maakten een ommetje vanuit Dunhuang om de kloosters en grotten hier in de Gobi Dessert te bezoeken en doneerden grote bergen geld, zodat de monniken hun leven konden wijden aan het uithakken en schilderen van grotten, waar men kon mediteren, eren en rusten. Alles voor de behouden vaart. De tocht over de Zijderoute moet in die tijd echt een verschrikking zijn geweest en een heel heldhaftige onderneming (zelfs nu valt het niet mee, gezien de afstanden, de hitte en de droogte), een beetje spirituele ondersteuning was dus zeer gewenst.
Vandaag bezoeken we deze grotten: de Mogao Grottoes. Volgens onze bijbel (de weinig verheven, maar toch bijna onmisbare LP) behoren ze tot de best bewaarde en mooiste Boedhistische kunst ter wereld. Het is inderdaad heel indrukwekkend. Zeker als je je bedenkt hoe oud het allemaal is en hoe de handel ook meteen zorgde voor invloeden vanuit andere werelddelen: China, India, Griekenland en het Midden-Oosten mengden zich eeuw na eeuw in de kunst hier. Onze gids weet er in nauwelijks verstaanbaar Engels veel over te vertellen.
Helaas mag je geen foto's nemen, maar Chinezen zouden geen Chinezen zijn, als ze daartoe niet gewoon een paar grotten waarheidsgetrouw zouden namaken. Een mooie (zij het nog steeds illegale) foto mogelijkheid.
's Avonds stappen we in een voor ons nieuw fenomeen: de sleeper bus. Na onze twee weken fulltime buservaring in Zuid Amerika, zou je denken dat we dat wel een beetje kennen, maar nee, de sleeper bus is alleen gesignaleerd in China. Het bestaat uit drie stapelbedjes naast elkaar met daartussen twee zeer nauwe gangpaadjes en dan zo'n 6 bedden achter elkaar. Je kan nu dus wel heerlijk horizontaal liggen, maar niet rechtop zitten, want dan stoot je je hoofd. Jeroen en ik hebben elk een benedenbedje naast elkaar. Bedje, want het is zowel smal als kort. Toch slapen we aardig. Zeker beter dan welke luxe ligstoel-bus dan ook.
's Nachts is het bere koud en we worden meerdere keren wakker van de kou en het lichte schudden van de bus. Telkens als ik even wakker wordt, lijken we op dezelfde plek stil te staan. Droom ik? Nee, we staan werkelijk ruim vier uur lang stil. Er is een zandstorm gaande, er is niks meer te zien en alle verkeer, inclusief treinen en vliegtuigen staan stil te wachten op het einde.
Dinsdag 26 mei - Turpan
In de ochtend worden we langs de kant van de weg uit de bus gezet. Turpan? Volgens de buschauffeur is het busstation 'ergens die kant uit' , de bus rijdt met alle passagiers door naar Urumqi. Daar staan we dan om 7 uur in de ochtend. Onze LP (Lonely Planet) met veel namen in het Chinees geschreven, heeft opeens weinig zin meer. Dit is 'the heart of the Uighur country', men spreekt hier misschien nog wel eens een beetje Chinees, maar lezen is er echt niet bij. We merken meteen aan alles dat we vannacht de grens zijn gepaseerd met de Xingjiang provincie van China. (China noemt het een provincie, Oeigoeren zien het meer als bezet gebied). Han Chinezen zijn er nauwelijks meer, mensen hebben hier rondere ogen, dragen hoofddoekjes en moslim-petjes en spreken Oeigoers. We gaan het eerste de beste hotel binnen. De naam: New Station Inn, doet vermoeden dat het dicht bij het busstation ligt, maar dat blijkt later toch nog ruim 2 kilometer! In elk geval een mooie kamer, een fijn bed en onderhandelmogelijkheden over de prijs.
We genieten van heerlijke instant noodles (ook iets waar Chinezen erg goed in zijn) en nemen tegen de middag een taxi naar het centrum. We willen fietsen huren en naar de ruines van een oude woestijn stad fietsen. Normaal zou dat onbegonnen werk zijn in de woestijn in de brandende zon, maar vandaag is de zon verstopt achter een laag stof dat nog steeds in de lucht hangt en waait het zo hard, dat we zelfs een winddichte jas aan doen. Het is een behoorlijk eind fietsen straf tegen de wind in. Onderweg is veel te zien; marktjes, moskeeen, Nanbrood verkopers en ezelkarren. Het is haast niet te geloven dat dit nog China is. Het lijkt in alle opzichten op het beeld dat we beide hebben van Centraal Azie. Dat is de bewoners zelf en de omringende landen ook opgevallen, dus zet China keihard in op behoud van de Xingjiang provincie. Er zit hier 30% van Chinaas olievoorraad in de grond, dus het is niet zonder reden....
De ruines van Jiaohe zijn boven verwachting! De stad bestond zo'n tweeduizend jaar geleden en is volledig uitgehouwen uit bestaande rotsen. Dat gegeven moesten we even laten bezinken. Alles hier was dus eerst rots, nu zijn het resten van huizen, tempels en straten. Zelfs de straten zijn uit de rotsen gehakt. Wij vonden het echt betoverend mooi en moesten zelfs aan Macchu Pichu denken, dat toch aanzienlijk veel meer bezoekers trekt. Dat er haast geen andere bezoekers waren, we af en toe bijna omwaaiden van de wind en constant onze mond vol zand hadden, droeg wel bij aan de sfeer.
's Avonds eten we in een restaurantje met wat andere reizigers. Een leuk gezelschap en stukken vrolijker dan de doorgaans nogal somber gestemde en enigszins contact beperkte reizigers die we in China veel zijn tegengekomen.
Woensdag 27 mei - Turpan, bus naar Kashgar
In de ochtend besluiten we na lang wikken en wegen ons toch nog even extra te vermoeien met een bezoek aan een typisch Oeigoer dorpje, 70 km van de stad. In Turpan, een grote oase in de woestijn, groeien veel druiven en ook in dit dorp bouwen ze daarvan hun bestaan op. We hebben een leuke taxi chauffeur die goed Engels spreekt en ons gedurende de 1 uur durende rit veel vertelt en ook laat luisteren naar Oeigoer muziek.
Bij aankomst lopen we door het dorpje (waarvoor je heel authentiek entree geld moet betalen) en maken foto's van huizen, begraafplaatsen en de moskee. De tijd is krap, maar het dorpje is inderdaad wel iets bijzonders.
We zijn op tijd terug voor onze bus naar Kashgar, die om 13.00 uur vertrekt. Een rechtstreekse sleeperbus naar Kashgar komt zelden voor, dus we hadden erg veel mazzel. Als ik vraag hoe laat we aankomen, antwoord de man slechts: Maybe?! Ik vat het op als een soort 'Inshallah' (als God het wil) en neem aan dat de 26 uren die de LP noemt, wel ongeveer zullen kloppen.
Na enig zeuren, lukt het ons om naast elkaar een bedje te krijgen. (Dat stoel nummer op je kaartje? Nee, daar doen we niks mee....) We installeren ons en bereiden ons voor op een horizontale busrit. Het eerste stuk van de reis gaan we door prachtige bergpassen in de woestijn. Daarna stoppen we af en toe nog op zeer verlaten plekken, hebben nog een aantal zeer onaangename toilet bezoeken (want Chinezen hebben echt een tering hekel aan het doortrekken van de de WC en Jeroen vertelt vol afgrijzen over de open poephokken waar hij getrakteerd werd op een uitzicht op vijf harige, poepende Oeigoer achterwerken), maar verder is er weinig gaande. Een woestijn, deze keer de Taklamakan, is toch na een paar uur heeeel saai en slaapverwekkend.
Donderdag 28 mei - helaas nog altijd in de bus naar Kashgar
Het bijzondere van reizen in China is dat je nooit een bord kunt lezen, dus eigenlijk nooit weet waar je bent. Nou zijn de borden in Xingjiang tweetalig, maar aangezien de tweede taal in het Arabische schrift is, voegt het bar weinig toe.
's Ochtends stoppen we weer ergens op een godverlaten plek, waarna we uuuuuren doortuffen. We zijn verbaasd opeens zoveel zandduinen te zien aan beide kanten van de weg. Zouden we dan toch dwars door de Taklamakan Woestijn rijden? over de Must See (waarom??) Desert Highway? En als we daar al rijden, waarom dan nu nog steeds? Hebben we weer stil gestaan vannacht? Onze huid droogt zichtbaar, onze lippen barsten en vertonen witte schilfers, het wordt ietwat warm in de bus en we vragen ons af of onze water voorraad van anderhalve liter ons wel de dag door zal brengen. Bovendien ontwikkelt zich bij Jeroen een verhoogde aandrang, dat is alweer een tijdje geleden.
Gelukkig zien we vanaf 13.00 uur weer wat meer groen en dorpjes en rond 16.00 uur komen we eindelijk in een grote stad. We hadden ons Kashgar wel iets anders voorgesteld, maar dit zal het dan wel zijn. Of toch niet?
We moeten wel de bus uit, op zich een goed teken, maar moeten daarna even hard een andere bus weer in. We bevinden ons in Hotan. Dit ligt aan de Southern Silk Road. We worden 'verzocht' helemaal achterin de bus plaats te nemen, wrakke stoelen dit keer, bye bye sleeperbus.
Vroeger splitste de Silk Road zich voor de Taklamakan: een weg ging ten noorden langs de Taklamakan, de ander ten zuiden. Als toerist van vandaag moet je dus een keuze maken: noord of zuid. Of je behoort tot de bofkonten zoals wij: In een enkele busrit pak je even de Northern Silk Road mee, dan tuf je een heel eind terug om de Desert Highway te pakken (heb je die ook maar even gedaan) en dan onderneem je nog even de Southern Silk Road. All in one! Het huilen staat ons nader dan het lachen. We hebben al twee dagen niks anders gegeten dan inmiddels uitgedroogd Nan-brood en verlangen hopeloos naar ons zachte bedje in Kashgar. Uiteindelijk komen we daar om 2 uur 's nachts aan, alwaar we hongerig, maar frisgedoucht pas tegen 4 uur in slaap vallen. 37 uur in de bus
Vrijdag 29 mei - Kashgar
Als je ons was zou je denken: ik kom vandaag mijn bed niet uit. En dat denken wij dus ook. Ik voel me als een 'tegen de voorruit platgeslagen vliegje' en ben dus gewoonweg niet bij machte op te staan. We genieten van heerlijk zachte bedden in een mooi oud hotel in Kashgar. Na de lunch bij het restaurant beneden, gaan we een siesta houden en pas na 17.00 uur verlaat ik het hotelplein. (Jeroen was bang dat ie van alles zou missen in Kashgar, dus was zo aardig in de ochtend al even zijn 'ik verken de camping' loopje te houden en meteen even boodschappen te doen. Dat maakt mij nou echt gelukkig. Chocola en koffie op bed!)
Om 17.00 uur dan toch nog enige actie. We slenteren door Old Town, Jeroen probeert deegflapjes gevuld met zeer vet schapenvlees en we vallen van verbazing in verbazing. Wat een stad. Sommige vrouwen dragen dikke bruine doeken op hun hoofd en helemaal voor hun gezicht (bij het oversteken mag ie om veiligheidsredenen even omhoog), mannen kaarten, braden vlees en drinken thee. De geuren en geluiden, alles is anders hier. We zijn al niet meer in China!
- comments