We zijn net aangekomen in Cambodja, het land waar dolfijnen in de Mekong zwemmen (en ja, we hebben ze al gezien!), waar we betalen met Amerikaanse dollars en waar de mensen nog gebruik maken van paard / koe en kar.

De grensovergang tussen Laos en Cambodja was - zoals we verwacht hadden na de verhalen van andere toeristen gehoord te hebben - geen pretje. Nadat we 2 dollar moesten betalen voor een stempel aan de Laotiaanse kant, moesten we ook nog eens 1 dollar betalen bij de dokter in de quarantainezone (= een tentje waar je temperatuur gemeten wordt) en ten slotte nog eens 1 dollar voor een stempel aan de Cambodjaanse kant. Niets daarvan is wettig, maar als er 5 politiemannen je vragen om een dollar te betalen, zijn er wellicht niet veel mensen die daar tegenin gaan. Wij natuurlijk wel, en zo betaalden wij uiteindelijk 5 dollar samen, in plaats van de normale 8 dollar. Met een gevoel van triomf kwamen we dus in Cambodja aan… een mooie start!

Die start werd nóg mooier toen we besloten om vandaag naar de dolfijnen in de Mekong te gaan kijken. Achterop een brommertje reden we ongeveer 15 kilometer door de Cambodjaanse straatjes. Met de wind in de haren genoten we van de prachtige landschappen die we te zien kregen. Eenmaal aangekomen bij de 'dolfijnenpoel' in de Mekong, stapten we in een bootje dat ons naar de favoriete plekjes van de zeldzame Irawaddydolfijnen bracht. Muisstil (zowel omdat we de dolfijnen niet wilden wegjagen als omdat we zo diep onder de indruk waren) tuurden we naar het water… En het was gewoonweg fantastisch! De dolfijnen doken op langs alle kanten van ons bootje.

Als deze dag een maatstaf kan zijn voor onze volgende weken in Cambodja, dan belooft het alvast een geweldige ervaring te worden! Wij kijken er al héél hard naar uit!

Veel liefs, Steven en Elke