Profile
Blog
Photos
Videos
Hallo allemaal,
Iedereen bedankt voor alle nieuwjaarsgroeten! Het is echt een tijd geleden dat we ons laatste verhaal hebben gepost, namelijk vorig jaar;) Nu dus een extra lange editie. Ga er even goed voor zitten en pak er wat te drinken & eten bij en wij wensen je veel plezier bij het lezen van ons nieuwe verhaal!
We gaan verder na oud en nieuw. Op 1 januari stonden we vroeg op en zagen we nog nafeestende mensen, terwijl wij ontbijt aten. De buschauffeur was nog nuchter en we reden naar Greymouth, aan de westkust. We namen de tijd voor veel tussenstops en wandelingen. Eén naar de pancake-rocks van Punakaiki, één naar de sealcolony en één langs de ruige zee met golven die hard tegen rotsen en kliffen aansloegen. Greymouth zelf was uitgestorven, maar goed voor boodschappen en slapen. Die nacht heeft het blijkbaar veel geregend (100 mm), want de volgende dag staken we vele kolkende rivieren over. In Franz Josef aangekomen was het opgeklaard, maar dit bleek een schijnbeweging. De dag erna, waarop Christian een gletsjertocht zou maken, hebben we niets anders gezien dan regen. Het grootste deel van de dag hoosde het zo hard, dat we ons niet op straat waagden. De goten veranderden in riviertjes en voor ons zat er niks anders op dan films kijken, internetten en in de spa pool zitten.
De volgende dag weer geheel voorbereid richting de glacier guides gegaan, maar ook deze keer was de boel afgelast. Door de regen was het pad in het ijs helemaal weggesleten en deze moest daarom opnieuw uitgehakt worden. Een paar uur later kon Christian onder leiding van een gids het ijs op gaan. Het leuke aan deze gletsjer is dat hij op minder dan 300 meter hoogte goed bereikbaar is. Het was een indrukwekkende tocht door spleten, ontstaan door de bewegende ijsmassa. Door de regen was het blauwe ijs mooi blootgelegd en we liepen op stijgijzers achter de gids aan, die trapjes uithakte met zijn pickel.
We stapten de volgende dag op een volle bus richting Wanaka. Bij Lake Matheson stopten we voor een wandeling om dit fotogenieke meer. Het uitzicht stelde licht teleur door de wolkenpakken om de besneeuwde bergen. Rond 2 uur in Wanaka uitgestapt, de plaats waar Anne Mare op haar eerdere reis een paar maanden heeft gewoond en gewerkt. Het grote meer met hoge bergen eromheen was daarom ook een bekend gezicht. Ondanks de lichte aarzeling van Christian zijn we die middag naar het vliegveld getransporteerd voor een skydive. Het lijkt er bij te horen als je in Nieuw Zeeland bent. We hesen ons in pakken en tuigjes en stapten met skydivemasters in een heeeel klein vliegtuigje. We genoten van uitzicht en adrenaline terwijl we naar 4000 meter hoogte werden gebracht. Daar ging de deur voor ons open en Christian was de eerste die over het randje mocht hangen. Na enkele seconden volgde een duizelingwekkende val. Voor 45 seconden raasden we als bakstenen naar beneden waarna de parachute open ging. Het is een vreemd fenomeen om tijdens het vallen jezelf niet te horen gillen. Wat gaat dat hard! Het laatste stukje gleden we rustig (nouja, met een paar spins) naar de grond, waar we een zachte landing maakten.
De volgende dag moesten we toch echt dingen gaan regelen en overwogen we mogelijkheden voor wandelingen (lang, kort, overstroomd, prijs). We kwamen er zo snel niet uit en zijn eerst Mt. Iron op gelopen voor een uitzicht over de stad. Hierna hebben we een bioscoopje gepakt. Deze bijzondere cinema heeft verschillende sofa's en luie stoelen en zelfs een auto van waaruit je de film kan bekijken. Met popcorn en L&P ploften we op een bank voor Sherlock Holmes. Anne Mare wilde nog wat oude collega's/ vrienden opzoeken en dit lukte gedeeltelijk. Vrienden waren verdwenen, maar hotel Wanaka, waar ze heeft gewerkt, was er nog met wat collega's van housekeeping.
De dag erna ging het liften niet zo lekker, maar toch zijn we uiteindelijk bij het begin van Roy's Peak Track afgezet. Een breed graspad steeg geleidelijk zo'n 1000 meter tussen de schaapjes door met steeds mooier wordend uitzicht. Vlak onder de top omgedraaid voor de naderende regenwolken, maar eerst genoten van het super uitzicht. Op de terugweg besloten we om ons te gaan wagen aan de natste trektocht van Nieuw Zeeland en we wonnen informatiein bij een outdoorshop over hoe te zwemmen met rugzak!
Voordat we aan die tocht toekomen, licht ons eerst nog een opwarmtochtje te wachten. Hiervoor moesten we vanalles voorbereiden, oa. boodschappen en was en moesten we in Queenstown terecht komen. Met volle tassen en moed staken we onze duimen op lans de weg, maar na honderden auto's en een uur besloten we dat de Nieuw Zeelanders sinds 2005 een stuk minder lifter-vriendelijk zijn geworden. De Magicbus bleek ons beter gezind en hoewel we een uur op bungyjumpende mensen moesten wachten, kwamen we 's avonds in Queenstown aan. Queenstown is eigenlijk niet veel meer dan een goed geplaatst adventure/ toeristen/ skidorp. We sliepen die nacht op een camping tussen de vele campers (goedkoop maar niet echt fijn). Zoals bijna alle campings was ook deze voorzien van een keuken die wij goed wisten te benutten voor het drogen van kleren en pakken van tassen. Na wat laatste inkopen, stapten we 's middags op de bus naar Glenorchy om door te reizen naar het begin van de Caples-track. Hier liepen we een klein stukje naar de eerste (Mid Caples) hut. De route voerde langs de rand van het bos, een snelstromende rivier en weiden met koeien en schapen. Er was ontzettend veel regen voorspeld, maar gelukkig hebben we hier bijna niets van gezien. Het was lekker om weer aan het lopen te zijn en om alles bij ons te hebben wat we nodig hadden. Na 2,5 uur bereikten we de hut en zetten onze tent ernaast op, vlak voordat het ging plenzen. In de hut konden we, samen met 4 Nieuw Zeelanders, droog en warm de avond doorbrengen. Die nacht bleef het maar doorregenen en dat was de volgende dag te merken aan de aangezwollen beekjes waar we door/ overheen moesten zien te komen.
We volgden nog steeds de rivier, dit keer door het bos over vreselijk modderige paadjes. Ook moesten we een aantal beekjes oversteken waar we onze acrobatische kunsten vertoonden. Dit voorkwam niet dat het water onze schoenen in stroomde. Met 3 natte voeten stapten we de Upper Caples hut binnen, waar we konden uitdruipen en opwarmen met een potje pingpong. De dag erop waren de beekjes al minder grote opstakels. Het pad zelf daarentegen was het grootste obstakel en begon op een hindernisbaan te lijken. We zigzagden over het pad om modder, blootliggende wortels en gladde stenen te ontwijken. Het bleef maar regenen en we werden licht ontmoedigd; door dit gemanouvreer duurde het eindeloos voor we op de pas van 945 meter hoogte aankwamen. De route naar beneden was nog een graadje erger. Een 2 uur durend parcours van hetzelfde terrein maar dan nog steiler. Na de afdaling was het nog een half uurtje lopen naar een mooi campeerplekje, dit keer niet bij een hut. Snel zetten we de tent op en doodmoe stortten we neer.
Toen we de volgende ochtend ons hoofd uit de tent staken, was alles gehuld in een dichte mist. Gelukkig klaarde het snel op en we konden het laatste deel van de track zonnig en met prachtig uitzicht afleggen. We kwamen uit bij de weg naar Milford Sound, waar we na enige pogingen een lift naartoe kregen. Het was een bochtige rit met veel mooie uitzichtpunten. Milford Sound is één van de vele prachtige fjorden in het zuidwesten van Nieuw Zeeland en deze is de enige waar een weg naar toe loopt.Het is dan ook één van de top toeristische attracties en cruiseboten varen af en aan.
Ook wij zaten de volgende ochtend op zo'n boot en maakten van het gratis ontbijt gebruik om onze energievoorraden aan te vullen. We voeren vlak langs de steile kliffen van het fjord. De wanden waren zo steil dat we onder een paar watervallen konden varen. De cruise was mooi maar niet zo indrukwekkend als verwacht. We wilden die dag naar Te Anau en met een beetje geluk konden we bij een Amerikaans stel in de auto stappen. 2 uur later in Te Anau gelijk naar het kantoor van Department Of Conservation (de instantie die over wandelingen en natuurgebieden gaat) gegaan om naar het weerbericht en de conditie van de Dusky track te kijken. Daar bleek dat het weer voor de komende dagen goed was en we besloten om ons aan deze uitdagende track te gaan wagen. We vonden het wel spannend om deze natste track te gaan lopen en begonnen met alle voorbereidingen. We hebben in een sneltreinvaart eten gekocht voor 8 dagen, transport geregeld, informatie ingewonnen, een locator beacon gehuurd en diverse waterdichte spullen gekocht. Tot laat in de avond zijn we bezig geweest met pakken om de volgende ochtend vroeg te vertrekken.
Met bus en boot zijn we naar een plek in de middle of nowhere gebracht aan Lake Hauroko. Met z'n zevenen (2 Duitse stellen en een Koreaans meisje, allemaal rond onze leeftijd) begonnen we aan de eerste dag van de Dusky Track. Onmiddelijk stapten we in een grote modderpoel en we hadden gelijk een idee hoe de rest van de dag eruit ging zien. Tot ons grote genoegen was het weer schitterend en de natheid bleef beperkt tot net boven kniehoogte. We hadden veel plezier van onze nieuwe gemaschen. Door grote modderige stukken en over ongelijk terrein met veel hoge, gladde boomwortels liep het pad naar Halfway Hut waar we 6,5 uur later compleet uitgeput aankwamen. De rugzakken waren goed zwaar en dat maakte de grote sprongen en klimmetjes een stuk lastiger. Samen met het feit dat je elke stap doordacht moet zetten maakt dat je weinig afstand kan afleggen op een dag.
De track duurt 6 dagen maar er is een behoorlijke kans op overstromingen waardoor je vast kan komen te zitten in een hut. Je moet daarom qua eten met extra dagen rekening houden. De hutten zijn basic. Er zijn stapelbedden voor 12 personen, een kachel of open haard, een tafel om te koken en enkele houten bankjes. Buiten is een minder lekker ruikend hok met gat. Voor water wordt regen van het dak opgevangen in een tank.
Het was inmiddels al weer laat, dus er was alleen nog tijd voor wat kletsen, koken, eten en slapen. Na een heerlijke nacht om half 9 vertrokken met alweer lekker weer. 2 van onze mede-wandelaars bleven nog een nachtje vanwege aanhoudende buikpijn; toch maar al het water zuiveren dus. Vandaag liep Haelin, de Koreaanse, met ons mee. Het is ergens wel spannend maar vooral leuk om door complete wildernis te lopen. Het pad is weinig belopen, maar goed te volgen door de oranje markeringen. Het enige wat je hoort is de beek, de vogels en helicopters voor de jacht. Af en toe zie je er een overvliegend met meerdere herten aan een touw eronder hangend.
De volgende hut lag op een pas boven de boomgrens en daar stegen we soppend en springend en klimmend langzaam naartoe. Het bos gaat op een gegeven moment wel wat vervelen en toen we eindelijk uitzicht kregen was dit meteen super. Aan een mooi meertje lag de welverdiende hut. We waren een stuk minder moe en laat en konden ons opfrissen door een "duik" te nemen in het koude meertje om daarna te zonnebaden bij de hut. Wie had dat ooit gedacht op de Dusky track?!
Iedere avond hadden de twee overgebleven Duitsers hetzelfde ritueel, daar waren we snel achter. Omdat ze én langzaam zijn én veel te laat vertrekken, komen ze ook veel te laat aan en gaan dan kibbelend en licht panisch als kippen zonder koppen de mountain radio installeren, op tijd voor het weerbericht. Okee, het is ook lastig en we zijn blij dat wij in plaats daarvan een locator beacon (werkt met GPS) als laatste redmiddel hebben. Het weerbericht was in ieder geval goed. Na alweer een kant en klaar-pastaprutje, zijn we lekker vroeg in onze lagerbedden gekropen.
De ochtend daarna, die van de oversteek naar Loch Maree hut, was gehuld in een dichte mist. De anderen hadden besloten de zonneschijn af te wachten maar wij vertrokken in de koude damp. Het was even lastig om de routemarkeringen te vinden, maar al snel keken we over de mist heen naar vele bergtoppen waar af en toe een flard wolk over glijdt. Prachtig uitzicht hadden we terwijl we over alpien gras tussen kleine meertje doorliepen. We klommen tot een hoogte van zo'n 1100 meter en in de verte doemde de Dusky Sound op, één van de fjorden van dit gebied en naamgever van deze track. De track gaat officieel vanaf Loch Maree heen en terug naar dit fjord, maar het pad kan onder water komen te staan en het was net iets te veel voor ons. We namen genoegen met het uitzicht. Een heerlijke zonnige (heet!) pauze met noodles later werd het tijd om af te dalen, en hoe.. 1000 meter steil, bossig, nat 'pad' liep de helling af en we moesten er voor een groot deel achterstevoren af klauteren. De chocolade heeft ons door dit vreselijk vermoeiende stuk heen gesleept naar de rand van het loch. Hier begrepen we de verhalen pas echt. Als het een paar dagen goed regent, stijgt het waterpeil wel 2,5 tot 3 meter (te zien aan de modder op de bomen) en ligt het pad zover onder water dat je moet zwemmen. Maar mazzelaars als we zijn, kwamen we redelijk snel aan. Om niet opgegeten te worden door sandflies schoten we snel naar binnen waarna alleen Christian en Daniel nog zo dapper waren naar buiten te gaan voor een duik in het meer.
Nu we over de helft waren en het pad lastig en onafwisselend werd, bereikte de motivatie een dieptepunt. Veel grote, diepe modderpoelen en vervelend stoffende of snijdende planten bij het omzeilen ervan. Het was weer een lange dag maar we kwamen voor de regen bij de afslag van de hut. Hier koelden en wasten we ons oververhitte en bemodderde lijven in een kraakheldere beek. Helemaal opgefrist bereikten we de Kintail hut. De Duitsers deden hun kibbeltje waarna ze het eens werden over een komende rustdag.
Ook Haelin was de dag ervoor afgeslagen, dus de volgende ochtend waren wij als enigen op pad. Deze dag was interessanter. Het pad leidde ons weer klauterend steil omhoog en boven de boomgrens over een 1000 meter hoge pas. Er was occasional rain voorspeld maar hier was niets van te zien en weer konden we, in de zon met belachelijk mooi uitzicht, lunchen. De schoenen waren nog soppig en de spieren pijnlijk van de vorige dagen dus de afdaling ging niet zo soepel. Maar het was niet zo lang tot we bij de laatste hut (Upper Spey hut) alles konden laten drogen.
De laatste wandeldag begon lekker op een aantal boardwalks over het moeras. Hierna doken we de nattigheid weer in. Hoewel het niet meer regende werden we zeiknat van druppels uit bomen, struiken, varens en modderpoelen. We waren inmiddels aardig moe van al dat geklim en keken uit naar een lekker bed, een douche en schone was. 5 uur later kwamen we bij het eindpunt waar we na een vreugdedansje en eerste opfrisronde de boot over Lake Manapouri naar Te Anau namen. Na een snelle maaltijd en uitgebreide reiniging, zijn we vroeg ons bed in gekropen en de volgende dag hebben we lekker geluierd en uitgerust. Uitgekakt als we waren konden we niets anders dan eten en slapen.
Nu we weer enigszins aangesterkt zijn, zijn we naar Queenstown gelift. We weten nog niet wat we de aankomende dagen gaan doen, misschien huren we een auto om het zuidelijke deel te verkennen.
Groetjes,
Anne Mare en Christian
- comments
Paul Sounds like you had a good trip on the Dusky! I posted a list of Dusky Track Resources (English) while ago, should any of your readers be inspired to give it a go themselves.
Paul Oops, the link didn't work. It's http://blog.wildvista.com/2009/10/trekking-in-new-zealand-dusky-track-resources/
Sander Wauw, ge-sky-dived! Wel lef hebben zeg! Ik neem aan dat je nu geen enkele hoogtevrees meer zal hebben in de klimhal :-) Als jullie nog nadenken over wat te doen de komende tijd... zelf zou ik de bijzondere vogel/diersoorten op het Stewart Island (a.k.a. Rakiura) wel willen zien!