Profile
Blog
Photos
Videos
Om half elf 's avonds vallen onze ogen dicht en om vijf uur 's ochtends zijn we weer klaarwakker. Jet lag! Rond zeven uur gaat plotseling het luchtalarm. We spitsen onze oren, maar het wordt vrij snel weer stil. Nog voor de zondagse kerkklokken luiden, rond acht uur, zitten we aan een uitgebreid Nicaraguaans ontbijt van zwarte rijst met bonen, geklutst ei met chilisaus en gebakken banaan met siroop. Grote mok zwarte koffie erbij.
Als we weer op een klok kijken is het elf uur. We hebben dan al een flinke wandeling gemaakt door León, een stad die qua inwoners vergelijkbaar is met Amersfoort - maar daarmee houden de overeenkomsten wel op. De stad is typisch Zuid-Amerikaans, met lage en vrolijk gekleurde huizen, stoepen van een halve meter hoog en vrolijk geverfde Blue Bird schoolbussen uit de US. We zien ook veel 'kippenbussen': kleine vrachtwagens die zijn volgestouwd met mensen, meestal staan er ook een paar op de treeplank aan de open achterkant. Vanmorgen zijn we via de enorme Kathedraal naar de ruïnes van de Sint Sebastiaan kerk gelopen, die in 1978 door het leger van dictator Samoza is gebombardeerd.
Tegenover de gebombardeerde kerk ligt voormalige gevangenis 21, genoemd naar het jaar waarin deze is geopend. Van 1921 tot 1979, bijna zestig lange jaren, zijn hier politieke gevangen gemarteld door een junta, terwijl het pand ook dienst deed als gekkenhuis. Nu is hier het Museo de Tradiciones y Leyenda (Museum voor Tradities en Legendes) gehuisvest, wat betekent dat er vrij onhandige papier maché poppen zijn tentoongesteld die sterke verhalen uitbeelden, zoals over een priester zonder hoofd. Op de muren van het gebouw staan tekeningen van de martelmethoden die hier werden toegepast door de Nationale Garde van drie opeenvolgende dictators uit de Samoza clan. Op de binnenplaats staat een droevige boom die werd gebruikt om mensen ondersteboven op te hangen, om ze in een waterput onder te dompelen. Doet denken aan gevangenis S 21 in Phnom Penh.
De Mercado Central is een geslaagde plek om de narigheid te verdrijven, want dit is een plek die alle zintuigen prikkelt. Omdat ik mijn scheerapparaat ben vergeten, terwijl de Nicaraguanen erg zijn gesteld op een fatsoenlijk voorkomen, koop ik voor zestig cordobas (ongeveer twee euro) een plastic scheermes. Helaas is nergens "crema rasurar" te vinden in een handzame verpakking.
Na een koel glas Lemonada tussen de toeristen in café El Esteo bezoeken we het Museo de la Revolución de León, in het voormalige Palacio de Comunicaciones. Nóg een keer gaat het luchtalarm, het is een hels kabaal maar mensen op straat negeren het volledig. We horen later dat het alarm twee keer per dag gaat, om zeven uur en om één uur, bij wijze van klok. In het Museum van de Revolutie krijgen we een rondleiding van een van de weinig gidsen die goed Engels spreekt. Hij vertelt dat hij in 1975 een leider wordt van de studentenbeweging in León en zich in 1977 aansluit bij de linkse Sandinisten, die al sinds het begin van de jaren zestig vechten tegen de rechtse dictatuur van Anastasio Samoza Debayle.
De vrijheidsstrijders veroveren León huis voor huis, door gaten te hakken in de muren. Ze kunnen niet de straat op vanwege de sluipschutters van Samoza's Nationale Garde. De gids vertelt dat er ongeveer 60.000 slachtoffers vallen tijdens het verjagen van de dictatuur. Na de bevrijding van Nicaragua in 1979 is de ellende nog lang niet over. Met name door president Ronald Reagan vallen er in de jaren tachtig nog eens tienduizenden doden door de bloeddorstige commando's die 'contra-revolutionairen' (contra's) worden genoemd en die alles doen om de Sandinisten weg te krijgen. De Amerikanen stellen onder George Bush een handelsembargo in, dat Nicaragua nog verder richting de rand van de afgrond brengt. We dwalen nog wat door het vervallen Paleis van Communicatie, dat geen ramen en deuren meer heeft. We mogen ook het hoge dak van golfplaten op klimmen, maar we moeten wel voorzichtig zijn, "because we no have insurance."
Na een lichte lunch wandelen we naar het Museo de Arte Fundación Ortiz-Gurdian, volgens onze reisgids het mooiste museum van moderne kunst in heel Latijns Amerika. Het zijn twee eeuwenoude gebouwen vol modern werk van twintigste-eeuwse kunstenaars uit de regio. We vinden de schilderijen van de Nicaraguaan Alejandro Arostegui en de Venezolaan Édgar Sánchez erg mooi. We zien ook indrukwekkende schilderijen uit de jaren zeventig, toen de repressie van de dictatuur een dieptepunt bereikte.
Overal waar je komt zie je de sporen en littekens van de recente geschiedenis, maar gelukkig overheerst het optimisme. Nicaragua vecht nu vooral tegen de armoede. De helft van de bevolking leeft van minder dan twee USD per dag.
- comments