Profile
Blog
Photos
Videos
Ik werd wakker door Vietnamese teksten die via de intercom rondgalmden. Waarna er muziek volgde. Het was tijd om op te staan. Hopelijk hebben de twee Vietnamese meisjes wat kunnen slapen, want Theo en ik waren vreselijk aan het hoesten. We laten vast een epidemie van kuchende mensen achter ons. Het slapen in de trein ging prima, gelukkig wilde één van de meisjes met me ruilen, want ik zag het niet zo zitten om naar boven te klimmen. Het is nog donker en druilerig, wanneer we begeleid door een vasthoudende jongen worden begeleid naar de busjes. Sapa is nog meer dan dertig kilometer verderop en elfhonderd meter hoger. De eerste chauffeur wil 1.000.000 dong p.p., waarop Theo aan één van de Vietnamese passagiers die in het busje zit vraagt hoeveel zij betaalt. Dat is 50.000 dong, waarop de jongen zegt dat we ook voor vijftig dollar p.p. mee mogen. Maar dat is echt afzetterij, want dat komt neer op 1.200.000 dong. We lopen naar het volgende busje en na verloop van tijd en na een paar keer weglopen en weer teruggehaald te zijn wordt het inderdaad 50.000 dong per persoon. Over keiharde onderhandelingen gesproken, die Theo kan er wat van. Ik loop braaf met hem mee.
De weg omhoog is zigzaggend en we zien na verloop van tijd rijstterrassen liggen. Het is hier niet echt warm, met m'n vest aan is het nog kil. Het busje zit volgepropt en de ramen beslaan. We zien watervalletjes en bij huizen langs de kant van de weg staan perziktakken. Het doet een beetje denken aan kerst, maar dan met perziktakken in plaats van kerstbomen. We worden om de beurt afgeleverd en wanneer we uitstappen zien we ons hotel. De voorgevel is een en al bamboe. Het is een klein hotel, bij de receptie staat een gigantische bloeiende perziktak met kerstballen en lichtjes. Het is nog te vroeg om in te checken, dus we zetten onze grote rugzakken weg en gaan op zoek naar een plek waar we kunnen ontbijten.
Zodra we buiten komen verschijnen van alle kanten vrouwen met kleurige kleding. Ze vragen waar we vandaan komen en hoe we heten en willen je vervolgens van alles verkopen. De beste manier is om niet te veel te reageren heb ik gemerkt, want ze zijn erg vasthoudend. We stappen hier en daar naar binnen, maar de meeste restaurants zien er koud en verlaten uit. Tot we bij een bakkerij/restaurant naar binnen stappen. Het ziet er wat gezelliger en warmer uit als de rest. Het is wel wennen na al die warmte die we eerder hadden tijdens onze reis. Het ontbijt is lekker, met een warm broodje met boter. Tot nu toe zijn de meeste broodjes hier zoetig en dat is deze ook. Wat zal ik de volkoren boterham met oude kaas waarderen wanneer we weer thuis zijn.
We lopen wat door de natte koude stad. Het zijn straten vol met restaurants, The North Face winkels met jassen en rugzakken en hotels. Zelfs in de restaurants is het koud. Je ziet hordes toeristen langs komen, vergezeld van de nodige kleurige plaatselijke bevolking. Sommigen hebben kleine kinderen op hun rug. Met een extra deken voor de warmte. We gaan naar de toerist information, waar een vrouw tickets wil omruilen, omdat ze gelijk weg wil. Zo snel mogelijk zegt ze, ik vraag me af of ze het te koud heeft, of het hier niet leuk vind, of zit er iets anders achter? We willen met de bus naar Laos en krijgen hier onze informatie. We zitten hier vlakbij de Chinese grens, misschien staan we in april wel vlakbij aan de ander kant van de grens. Hopelijk is het dan beter weer, het regent nu behoorlijk. Er zit voor nu niets anders op dan te schuilen en een warme citroendrank met rijstwijn te nemen!
Wanneer het weer wat opklaart lopen we wat rond. Op een bord staat dat er hier vier seizoenen in een dag zitten. 's-Morgens voorjaar, rond het middaguur warm als de zomer, 's-middags herfst en 's-nachts zo koud als de winter. Weet wel dat onze hotelkamer heel erg vochtig is en geen verwarming heeft. Gelukkig hebben we wel een elektrische deken, zodat we, als het vannacht koud wordt, minder last zullen hebben van het koude en klamme matras.
Op de terugweg naar het hotel kopen we de tickets voor de bus naar Dien Bien Phu, vlak voor de grens. Hij weet niet zeker of we een dag later wel de grens over kunnen. Want, zegt de verkoper, je weet maar nooit rond nieuwjaar. Nou, dat wordt nog spannend. In het informatiecentrum komen we twee Nederlanders tegen die op de fiets vanuit Cambodja terug willen fietsen naar huis. Ze hebben even een ommetje in Vietnam, omdat ze China nog niet in willen. Anders zijn ze te vroeg om Tibet in te mogen. Dat is nog eens avontuurlijk. Ik vertel dat we nog niet zoveel Nederlanders zijn tegengekomen. Dat is volgens hen, omdat de meeste Hollanders op de fiets zitten ergens in Cambodja, Laos of waar dan ook. Tijdens hun reis had een Engelsman dat uitgeroepen; "zijn er nog wel Nederlanders in Nederland?"
Hetty
- comments