Profile
Blog
Photos
Videos
Everest Trekking
24 oktober - Dag 1 Kathmandu - Shivalay
We zijn allebei al wakker voordat de Wake-Up call klinkt. Vandaag is het zover. We gaan richting de Everest. Een tocht waar we al heel lang naar uitkijken. Een avontuurlijke tocht die het nodige geïmproviseer van de klant kan vergen staat er op de website van Snowleopard. Hoe waar deze woorden blijken te zijn zal snel duidelijk worden.
Allereerst het goede nieuws: We zijn gezond.
Het slechte nieuws: We hebben de tocht niet af kunnen maken.
Ga er dus maar even voor zitten. Ik zal ons avontuur in zoveel mogelijk geuren en kleuren proberen te schetsen
Tegen 05:45 zit ik met Marton voor de lobby op het stoepje aan een kop koffie. Het eerste licht heeft de hoge toppen aan de horizon al bereikt. Anne heeft de ontbijtjes uit de keuken gehaald voor iedereen en zo tegen 06:00 uur staan we alle 5 te trappelen tegen de kou maar vooral om op pad te gaan.
"Goodmorning, my name is Lhakpa" "Hi goodmorning" roepen we welopgevoed als we allen zijn.
"I'm your guide" verduidelijkt hij zijn aanwezigheid op dit vroege tijdstip.
Aaaah klinkt het eendrachtig. We stellen ons voor en lopen met onze gids richting de bus.
Er is een festival gaande in het land. En dat is leuk, maar daar komt ook de nodige alcohol bij kijken. En sommige van onze dragers zijn blijkbaar gulzige innemers. Nog niet opweg en er moet nu al geïmproviseerd worden.
Waar je in Nederland dan wellicht iets van een tempo team gaat bellen gaat dat hier ietwat anders. Alle meuk van tenten, tassen, kookspullen tot eten etc worden ingeladen of op het dak gebonden. En opweg. Wanneer we zo'n beetje de buitenring van Kathmandu bereiken stoppen we langs de snelweg. Het ziet hier zo vroeg al zwart van de mensen. Deurtje open, wat schreeuwen en hup weer 2 dragers erbij.
De busrit is mooi. Zodra we de Kathmandu vallei zijn uitgeklommen rijden we over mooie bergwegen met fantastische uitzichten. De eerste 8 uur rijden we nog over asfalt. Dat wil niet zeggen dat dit een soepel ritje is om achterover leunend te beleven. Neen, we benutten elke centimeter asfalt en slalommen langs brommers, prachtig versierde vrachtwagens en loslopende heilige koeien.
Wanneer we bij Jiri het asfalt verlaten blijken we over een ware Off-Road bus te beschikken. We hebben de chauffeur dringend verzocht eens goed na te denken om volgend jaar eens mee te doen met de Dakar rally.
Tegen de schemer daalt de bus af richting een stuk vlak grasland aan een rivier. De route gaat over voetbal- en volleybal veld richting een guesthouse aan de rand van het dorp. Hier wordt binnen no-time ons eerste kamp opgezet.
Terwijl wij even lekker bijkomen op het balkon van het Guesthouse met een kop thee wordt de hele bus leeggehaald. De kok begint meteen de maaltijd voor te bereiden, onze tenten worden opgezet. Een heerlijk bedrijvigheid.
Na deze lange dag zijn we blij wanneer we ons na het eten inritsen in onze slaapzakken en al snel zakken we weg in een diepe slaap.
25 oktober - Dag 2 Shivalay - Kinja
06:00 uur.
"Goodmorning, some tea?" "Sugar?"
Tjezus, wat een tijdstip. Maar we moeten er maar aan wennen dat de heren sherpa's erg vroeg de tenten open ritsen.
Een kwartier later zitten we alle vijf gapend een bakje pap naar binnen te werken. Gevolgd door eieren, brood en pannenkoeken. Het zal een lange loopdag worden dus is het zaak om goed wat brandstof aan boord te hebben.
Terwijl de omelet nog maar net achter de kiezen is staan we onze drinkflessen al te vullen met liters water.
En dan tegen zeven uur is het zover. In colonne lopen we het dorpje door. Al snel bereiken we een pad dat ons het dorp uit leidt.
Wat ik nog erg goed onthouden heb van de beklimmig van de Kilimanjaro 4 jaar geleden is 'Pole Pole', langzaam langzaam. Maar zelfs met deze Pole Pole mantra in mijn hoofd voel ik na een kwartier klimmen mijn hartslag al als een dolle tekeer gaan. Ga ik dan toch te snel. Hulp zoekend kijk ik even naar Anne. Zij heeft inmiddels ook al rode appelwangentjes en een strakke blik.
"You ok?" vraagt de sherpa Tashi die voor mij uit klimt. "No problem" pers ik er tussen 2 snelle ademteugen uit.
We zijn opweg naar Bhandar om daar te lunchen. Maar om daar te komen moeten we eerst een pas van 2700 over klimmen, de Deurali La pas.
Het gaat langzaam omhoog. Om de zoveel tijd rusten we even. Kan er gedronken en gesnackt worden.
De hoogtemeter van Lhakpa, onze Sirdar (hoofdgids) wordt bij iedere stop hoopvol geraadpleegt. We stijgen langzaam naar 2700 meter.
We lopen over smalle paadjes vol met keien, groot en klein, los en vast. We lopen dan weer door bos dan weer in een heerlijk najaars zonnetje. Het uitzicht op de dorpjes op de flanken van de Himalaya bergen is erg mooi. Veel terrassen waar groente wordt verbouwd. De vergezichten zijn adembenemend. En dit is nog maar het voorportaal van de Khumbu vallei. Daar waar we omringt zullen zijn door Zeven- en Achtduizenders.
"21, 22" "21,22" "pole pole" Stap voor stap herhaal ik dit in mijn hoofd. "21 22"
Maar de stappen worden trager. Mijn hart is op volle kracht bloed aan het rondpompen. Ik hoor hem de maat aangeven als was er een old-school 'Hakken' feest aan de gang. Maar er is iets wat het ritme verstoord. Een ander soort bonzen. Damn, hoofdpijn. Heb ik dan niet genoeg gegeten of gedronken. Geen idee. Maar dit is zwaar klote.
Bezweet en moe plof ik neer op een bank in het guesthouse waar we lunchen. Hoofd in mijn handen.
Ik gooi de nodige Paracetamol naar binnen eet mijn buikje rond en vul het waterpeil weer aan.
Anne is ook moe maar het gaat prima zegt ze.
We zitten nu op 2200 meter. De pas is beklommen en we zijn alweer een stuk afgedaald. Na de lunch zullen we nog een groot stuk moeten dalen om in Kinja op 1630 m te komen.
De paden kronkelen zich langs de bergen naar beneden. Het is lastig lopen door alle rotsen die schots en scheef over de paden liggen. Geen voetstap kun je normaal neerzetten. Het is veel balanseren op losliggende keien. En dat is niet best voor je gewrichten. Na een paar uur dalen begint dit bij Anne dan ook zijn tol te eisen. "Mijn knie voel ik toch wel hoor" zegt ze nadat ik hijgend vraag hoe het gaat. We lopen met wandelstokken en die worden nu het einde van de middag nadert steeds meer als krukken gebruikt door Anne.
We ronden weer een bergkam en hebben dan zicht op Kinja, ver voor en onder ons in een groene vallei, doormidden gereten door een wild stromende rivier. Het ziet er zo dichtbij uit. Maar dat is veradelijk hier in de bergen. Het blijkt nog 2 uur lopen te zijn.
Na een uur gooit de zon zijn laatste lichtstralen over de Himalaya. De hoofdlampen moeten op willen we nog zien waar we lopen. Iedereen is moe. Allemaal hebben we honger. Waren we er maar.
Dan wordt het geluid van de rivier harder. We naderen de onderkant van de berg en het pad brengt ons naar een lange hangbrug. Alsof ik al een paar Everest biertjes op heb waggel ik over deze w***ele brug naar de overkant. Het begin van het dorp is bereikt.
Vanuit ons kamp verderop in het dorp zijn 2 sherpa's ons tegemoet gelopen met extra lampen. Onder een fel kunstlicht worden we de laatste meters begeleid naar de tenten waar een dampende avondmaaltijd op ons wacht. Mijn hoofdpijn is inmiddels gelukkig weer gezakt tot een licht hummen.
We zijn allen moe en stram. Al snel na het eten w***elen we onze tenten in en vallen in een diepe slaap. Hopelijk gaat het morgen wat soepeler en hoe houdt de knie van An het…..
26 oktober - Dag 3 Kinja - Taktor
Bij het ontbijt voelen we de eerste spierpijn in onze benen. Maar buiten dat heeft de groep goed geslapen. Hetzelfde ritueel als gisteren volgt, probeer veel te eten en te drinken. De drinkbussen worden weer gevuld en om 07:15 staan we gereed voor wat een lange lange dag zal worden.
De eerste opdracht vandaag is het beklimmen van de Lamjura La pas op 3500 meter hoogte. Dat is een behoorlijk stuk hoger dan de ruim 1600 meter waar we ons vanochtend bevinden.
Nadat we de eerste meters geklommen zijn en het dorp ver onder ons nog in de schaduw ligt doemt ineens achter een bocht de eerste witte piek op. Een Himalaya reus van 7100 meter. Erg indrukwekkend. Foto's worden genomen en de eerste snickers vliegen al naar binnen. Het vreet energie.
Het loopje van Anne begint toch enigzins minder soepel te worden. Maar nog geen woord, ze blijft tegen de berg omhoog beuken.
Tijdens de lunch zijn we ergens rond de 2500 meter aangekomen. T-shirts worden uitgewrongen en in de warme zon te drogen gehangen.
Na de middag lunch vorderen we langzaam maar gestaag richting de hoge pas. We verlaten de open Himalaya paden en belanden in een wonderschoon bos. Voorzichtig komen de herfstkleuren al door. En de grillig gevormde bomen zijn begroeid met een dikke mos laag. Vanuit het dal vormt de warme opstijgende lucht zich tot wolken en wanneer vlarden mist door dit sprookjesbos komen dwarrelen verwacht ik elk moment dat Frodo uit 'The Lord of the Rings' achter een boom te voorschijn komt. Wat een sprookje. Minder sprookjesachtig gaat het met arme Anne. Inmiddels zijn beide knieën het aan het opgeven. De loopstokken buigen al gevaarlijk ver door. Dit is geen doen zo. En we moeten nog 600 meter steigen. Maar dan zijn we er nog niet. Het is niet goed om op hoogte te slapen. We zullen nadat we de top bereikt hebben nog moeten afdalen.
We lopen inmiddels op grote achterstand van de groep. Ze moeten steeds wachten. Maar het gaat gewoon niet sneller. "Ik lijk godver Lucille Werner wel", komt het er snikkend uit.
"Kom op Lucille" nog 300 meter, daar achter die Stupa is de top van de pas.
De groep heeft boven op de pas bij een theehuis gewacht en we horen daar van Lhakpa dat we ons oorspronkelijke doel, Junbesi niet gaan halen. Hij heeft de dragers een stuk naar beneden gestuurd. Maar niet helemaal naar Junbesi, ergens een half uur dalen van hier in Taktor.
Het is inmiddels pikkedonker geworden en er waait een gure wind. Jassen worden over onze bezwete lijfen aangetrokken, de hoofdlampen gaan weer aan en we slepen ons met de laatste krachten die we hebben door het bos naar beneden.
Het is vreselijk zwaar en iedereen zit er doorheen. Overdag is dit pad al moeilijk begaanbaar maar nu zijn we moe, benen en andere ledematen doen vreselijk pijn en we hebben honger.
Er lijkt geen einde aan te komen. Na iedere bocht weer een nieuwe. En zo gaat het door tot dik na 19:00 uur. We zijn ruim 12 uur onderweg. We hebben ruim 10 uur gelopen, waarvan 8 uur bergop.
Dit gaat te ver. We zijn twee dagen onderweg en waar de eerste dagen gebruikt zouden worden om te aclimatiseren, te wennen aan de hoogte, worden ze nu gebruikt om ons af te matten.
's Avonds bij het diner in een boerenhutje bij de familie thuis in de keuken wordt hier dan ook over gesproken met Lhakpa. Ikzelf lig dan al half te snurken tegen An aan.
Er is blijkbaar door de organisatie wat omgegooid in het schema waardoor we nu 3 dagen in 2 dagen moeten lopen. En dat halen we nu al niet. We lopen dus de komende dagen steeds achter de feiten aan. We moeten per dag steeds een paar uur erbij lopen om rond Namche Bazaar weer in de pas met het oorspronkelijke schema te lopen. Het schema is omgegooid vanwege het verplaatsen van het Mani Rimdu festival in Tengboche. Een groot spektakel waar we graag bij zijn.
Waar de fout ligt, in Nederland, In Kathmandu. Geen idee. Dat is voor latere zorg. Nu eerst rusten en morgen maar kijken hoever we komen. Iedereen zit stuk.
27 oktober - Dag 4 Taktor - Taksindo
Na 2 stappen zie ik het al aan de houding van Anne. Dit gaat niet meer. Zelfs Lucille loopt soepeler dan dit. Het is meer een Forrest Gump in zijn jonge jaren. Ze kan haar benen niet meer buigen, niet handig als je een berg moet afdalen over hoge rotsen.
De tranen biggelen over haar wangen. Zo zielig. Ze heeft gisteren al zoveel gegeven.
De rest van de groep laten we doorlopen en samen met Lhakpa bespreek ik de opties. Terug naar Kathmandu? Een helikopter? Een paard?
Lhakpa geeft aan dat hij snel vooruit loopt richting Junbesi, een dorp verderop iets lager achter de berg waar we nu strompelen. Hij zal bellen met Kathmandu en vragen of er een Heli kan komen of wellicht kan hij een paard huren.
Wij lopen hierna met zijn tweeën door een stil bos. Alleen de wind giert af en toe door de bomen en blaast herfstbladeren van de bomen. We rusten even bij een boer in de tuin. Drinken wat en slepen ons daarna richting Junbesi.
Wanneer we weer een bocht ronden komt één van onze dragers ons tegemoet.
"Geef mij je rugzak maar" zegt hij lief tegen Anne. En gedrie vervolgen we onze schuifeltocht naar beneden. Die dragers, de sherpa's, de kok, het hele team. Het zijn fantastisch lieve mensen. Zo vriendelijk en meelevend. Dat doet erg goed.
We naderen het klooster en zien van een afstand Lhakpa staat tussen tientallen monnikken. Uitgedost met hun bekende Geelhoeden. Er lijkt iets aan de hand te zijn.
Dichterbij gekomen verteld Lhakpa ons dat er een helikopter onderweg is vanuit Kathmandu. Er wordt een hoge Lama verwacht uit Simla in India. Het hele klooster staat in volle verwachting bij de landingsplek te wachten op de heli.
Hopelijk kunnen wij op de terug tocht meeliften en afgezet worden in Lukla. Dat is een plaatsje hier drie dagen vandaan. Wij zouden dan even kunnen rusten en later in de week aansluiten bij de groep wanneer deze onder Lukla door richting Namche Bazaar lopen. Klinkt als een plan en ja het zal wel wat kosten maar we hebben weinig andere opties over. Anne kan in ieder geval geen stap meer zetten. Maar wanneer ze het plan hoort is ze 'over the moon'.
Dan, in de verte de eerste zachte geluiden van een naderende heli. Steeds harder wordt het geluid en de monnikken kijken onrustig naar de richting waar de helikopter vandaan komt. Een klein geel stipje verschijnt boven de bergen en snel daalt de piloot richting de grote witte H in de weiland voor het klooster. Stof waait hoog op en hoeden en jurken moeten stevig vast gehouden worden.
Wanneer de wieken bijna tot stilstand zijn gekomen schuift de deur open, de muziek zwelt aan en daar is de Lama. Het zegt mij natuurlijk niet zoveel maar het is wel mooi om dit mee te maken.
Als een koning wordt de oude man in een draagstoel gehesen en richting het klooster getild.
Ondertussen zie ik Lhakpa met de piloot praten. Wij staan paraat om in enkele seconden aan boord te kunnen. In mijn hoofd begint de deun van 'Paint it Black' van de Stones al te spelen. Ik zie ons al als in Tour of Duty in de heli jumpen. Beentjes nonchalant buiten boord hangend. I see a red door and I want to paint it bl…… gggrrrrrhhhh. Alsof de naald over de mooie plaat gekrast wordt zo klinken de woorden van Lhakpa. "1500 Dollar, he's crazy" Hoeveel? Voor een kwartier vliegen?
Dat is dus een No Go.
Teleurgesteld bedenken we een plan B. En omdat er geen plan C,D of F is wordt het de 2e optie. En dat is dat we Anne op een paard zetten. Nu moeten jullie dierbare lezers van dit blog weten dat bij Anne het zweet al uitbreekt bij het zien van een My Little Pony. Anne en paarden is heel simpel geen goede combi. Helaas is er geen andere keuze en zal ze wel moeten.
We dalen vanaf het klooster verder af richting het dorp. Hier zullen we snel lunchen terwijl Lhakpa een paard op gaat zoeken.
We hebben de pompoen soep nog niet half op wanneer we gehinnik horen. In recordtijd staat er een paard klaar voor het restaurant.
Het plan is om met dit paard helemaal naar Tengboche te lopen. We kunnen dan steeds bij de groep blijven en ook nog het festival meemaken. Na Tengboche zullen we afdalen naar Lukla en dus afscheid nemen van Marton, Els en Marieke.
Geen Basecamp dus. Jammer maar gezondheid gaat gewoon ver boven alles.
We rekenen snel af en voorzichtig stelt Anne zich voor aan paard en begeleider. Zodra Anne een trillend handje op het hoofd van het beest legt shiet deze er briesend vandoor.
"Ik kan dit niet, ik wil dit niet. Ik haat die beesten"
Alle moed wordt weer eens verzameld door bikkel Anne en de 2e ontmoeting is beter. Voorzichting en enigzins onhandig beklimt ze het paard. En weg zijn we!
Het is even wennen op deze smalle paadjes met de afgrond zo dichtbij maar het gaat eigenlijk wonderbaarlijk goed. Je ziet wel dat ze gespannen op het zadel zit maar we maken goed tempo.
Samen met Lhakpa volgen wij in een stevig tempo. We zijn vanuit Junbesi weer aan het klimmen maar nu aan de andere kant van de vallei. We hebben van hier een fantastisch uitzicht over een deel van de route van gisteren en vanochtend. Heel ver zien we de hoge pas liggen die we gisteren in het donker bereikt hebben. Als een klein stipje is ook het grote klooster te zien waar we vanochtend op de chopper stonden te wachten. Ik voel de kracht terug stromen in mijn lijf. Het hoge tempo, het mooie uitzicht, het geeft mij een energie boost. Onderweg komen we veel mensen tegen opweg naar het klooster. Oude mensen die soepeler lopen dan mijn Lucille, jonge monnikjes met boven hun gewaad een Angry Birds t-shirt dragen.
Wanneer we na een paar uur langs de bergwand lopen bij een theehuis komen loopt het zweet van mijn rug. Voldaan plof ik neer op een houten bank in de zon. Ook bij Anne is het humeur weer goed. "Gaat best goed zo". Het is wel lastig en soms ook eng op de smalle stukken maar op deze manier is het te doen.
Van de eigenaar van het theehuis krijgen we ieder een paar appels en tijdens het schillen kijken we richting Mount Everest. Helaas verscholen achter de wolken. Maar dan, alsof de gordijnen in het theater open schuiven, worden flarden van de wolken weggeblazen en zien we de flanken van de hoogste berg op aarde. Helaas niet de top zelf maar die schouwspel bezorgt mij heel veel kippenvel.
Het tempo blijft hoog na de thee. En als we boven aan de laaste afdaling richting rivier staan zien we aan de overkant een deel van onze groep zich naar boven zwoegen richting het kamp in Taksindo.
We hebben erg veel ingelopen en dit geeft nog meer energie. Alleen wanneer we zelf aan de klim beginnen richting 2900 meter gaat langzaam het licht uit bij ons werkpaard. Het beest staat te trillen op zijn benen en de damp slaat van zijn lijf.
De eerste meters klimmen gaan wel weer voor An. De 'rust' op het paard heeft goed gedaan. Alleen zoals altijd zijn de laatste loodjes het zwaarst en vlak voor de top zit Anne helemaal stuk.
We staan weer eens in het donker boven op een pas. Het paard krijgt wat rust maar al snel zullen we toch een het laatste half uur dalen moeten beginnen. Het wordt koud en we zijn moe en hebben honger.
Het paard is echt op. Anne wil er meteen alweer vanaf zodra de eerste meters moeilijk zijn gelopen. Er zijn ook ezels in de buurt en dat maakt dit paard erg onrustig. Het is dus weer Lucille W. style naar benee. Wat een doorzetter. Door de pijn heen daalt Anne af naar het dorp. Wat een half uur zou moeten duren daar doen we een uur over. Nu dus alweer 3 lange dagen achter de rug.
Wanneer we moegestreden de lodge binnen vallen voor het diner is de verbazing van de gezichten van onze mede lopers af te lezen. "he, jullie hier". Ze wisten van niks en hebben blijkbaar de hele dag naar ieder laag over vliegende helikopter staan zwaaien. Ze dachten dat we ondertussen al wel aan een Latte zouden zitten in Lukla.
Snel worden de verhalen van vandaag uitgewisseld. We zijn allebei erg blij weer bij de groep te zijn en we hopen zonder kleerscheuren Tengboche te halen. Hopen we…..
28 oktober - Dag 5 Taksindu - Bupsa
"Die ziet er niet goed uit hoor" zegt Anne terwijl ze een poging doet om elegant op zijn rug te klimmen. Gelijk heeft ze. Het beest staat w***el op zijn hoeven. Zodra Anne in het zadel zit wil ze er eigenlijk alweer uit. En dat is maar goed ook want meteen begint het beest te steigeren en loopt w***elend over de keien, glijdt dan uit en valt op zijn zij. Erg zielig om te zien. En wat een geluk dat Anne er net af is gesprongen.
We betalen de paardeman en sturen hem weer huiswaarts.
Vanuit ons kamp moeten we helemaal afdalen naar de Dudh Kosi rivier ruim 1000 meter beneden ons. De eerste 2 uur gaan wonderwel vrij soepel voor An. Ik loop wat vooruit in de groep en heb de iPod vol open staan terwijl Curtis Mayfield's Move on Up door de oordoppen schalt. Lekker nummer voor een zware afdaling.
Dan na 2 uur houden de knieën er weer mee op. We staan nog hoog op de berg en de rivier is nog niet eens te horen. Terug is geen optie. We kunnen alleen maar door.
Vanaf het moment dat we het paardje naar huis gestuurd hebben vanochtend is Lhakpa al druk aan het bellen. Dit is zijn achtertuin en hij kent hier veel mensen. Binnen een paar minuten heeft hij beet. Hij haalt mij in en verteld het plan. We moeten nu nog even doorzetten tot aan de rivier. Daarna is het nog een minuut of 20 klimmen naar een dorpje waar we zullen lunchen en daar zal zijn vriend heen rijden met een vers paard.
Het dalen is verschrikkelijk voor ons beide. Anne die nu geen knie meer normaal gebogen krijgt maar toch de klappen moet opvangen van het dalen en als een debiel haar benen om rotsen heen werpt. Het is echt geen gezicht. Ik zelf voel een bonken in mijn hoofd. Het voelt als een halve migraine. Snel gooi ik 2 Ibu's naar binnen en vervolg de tocht naar beneden. De pijn in mijn kop blijft toenemen en ik verlang naar de lunch plek. Eten hoef ik niet, liggen wil ik. De hele middag.
Dan na 5 uur dalen in de moordende hitte horen we de wildstromende river. Een half uur later bereiken we de lange hangbrug. Nog een klein stuk klimmen en we kunnen even liggen.
Maar na een paar stappen al zegt Lhakpa, onze trouwe gids, ga maar even zitten Anne. Ik loop een paar meter achter haar te zwoegen en zie nu pas de grote tranen die in het droge zand vallen.
Ze is zo op. Aan het eind van haar latijn. Een snelle koude Cola en hup daar gaan we weer.
Hopelijk staat Erica Terpstra bij het theehuis op ons te wachten. We hebben allebei even behoefte aan een dikke knuffel en een gemeend "Kom hier Kanjer".
Onze reisgenoten hebben net de lunch op. Van hun gezichten is duidelijk af te lezen hoe wij eruit zien. Dat moet niet best zijn. Buiten gooi ik mijn kloppende hoofd onder een waterkraan voor wat verkoeling. Binnen wordt snel eten voor ons neergezet. We krijgen geen hap weg. Alleen drinken wil nog lukken.
Ik gooi er nog een imigran in. Hopelijk gaat die snel werken want we hebben een lange klim naar Kharikhola op 2040 meter hoogte voor de boeg.
Nadat Els, Marieke en Marton op pad zijn gegaan gaan we allebei even liggen. En al snel sukkelen we tussen dromen en wakker zijn. Maar het doet ons goed. Het zal een uurtje verder zijn wanneer we plots gewekt worden door paardengetrappel en kerstbellen.
Een mooie grote merrie komt voor gereden. Tashi het paard en de paardeman. Eigenaar van een lodge in Chutok iets verderop de route. Aardige vent, spreekt een beetje engels en verteld dat het paard gewend is om mensen op zich te hebben. Die van gisteren eigenlijk niet.
Nog een beetje bang van vanochtend stapt onze Anky op Tashi. Liep het vorige paard al met een aardig tempo, deze heeft er helemaal zin in. Snel mijn rugzak om en achter paard en Anne aan. Ik kan het tempo maar net bijhouden. Het gaat dan ook erg steil naar boven. Ik zie dat dit paard veel beter en rustiger over de paden loopt. Dat zit wel goed. En net op dat moment is er een steil stuk waar Tashi een rare beweging richting afgrond maakt. Anne schrikt en jumpt uit het zadel, vangt zichzelf op met haar rechterduim. Dat is veel voor een duim om te dragen dus die zegt knak…
De paardeman legt aan Lhakpa uit dat An niet bang moet zijn, het paard is dit gewent en zoekt zijn eigen route. Ze is sterk en loopt altijd rustig over de rotsen, ook op de steile gedeeltes. Niet bang zijn dus , dat voelt zo'n beest ook.
Met veel tegenzin kruipt onze amazone weer op de hoge rug van Tashi. Nog wat onwennig en met pijn in haar nu al dikke duim neemt ze de teugels in handen. Het is beter als An een beetje stuurt en de paardeman achter Tashi loopt.
En zo gaat het wonderwel goed. Ik moet lachen als ik Anne ineens zelf het paard de bocht door zie sturen.
Mijn hoofdpijn is inmiddels ook weer langzaam aan het verdwijnen. Bezorgdheid om Anne die ochtend zal een grote rol gespeeld hebben. Nu ik zie dat ze zelfs lol heeft op het paard is bij mij ook de stress weg. Ik doe mijn best om het tempo te volgen. Als ik weer aansluit bij het wachtend kwartet (Anne, paard, paardeman an Lhakpa) komt Lhakpa niet meer bij van het lachen.
"What's up?" vraag ik. De paardeman heeft net verteld tegen Lhakpa dat hij onder de indruk was van mijn snelheid zo lopend naar boven. En net op dat moment kwam ik als een 80-jarige aanstrompelen, hijgend hangend over mijn loopstokken.
Over de pas lopen we langzaam naar beneden. We passeren veel dorpjes. Wanneer Anne op het paard door zo'n dorp loopt dan springen alle kinderen snel weg. De ouderen staan met open mond te kijken en uit de vele huizen zie je de gordijntjes snel dichtvallen wanneer je door de ramen naar binnen kijkt.
Lhakpa moet ook aan iedereen uitleggen wat er aan de hand is. Dit levert in bijna alle gevallen een reactie op van medeleven. Iedereen vindt het oprecht erg dat Anne niet volop kan genieten van hun mooie land. Dat vinden we toch best bijzonder, om dat vreselijke woord maar weer eens van 'stal' te halen.
Nog een klein uur klimmen. Voor Tashi geen probleem. Ik kom inmiddels wat moeizamer vooruit. Maar het lijkt erop dat we nu een keer net voor het donker binnen zullen zijn.
Onder het motto 'muziek terwijl u werkt' zet ik maar wat muziek op. Na wat heerlijke nummers van vriendin Aretha Franklin besluit de shuffle ineens voor de Dire Straits te kiezen. I know, het is wat natte muziek. Maar toen Mark Knopfler Brothers in Arms begon te zingen moest ik aan mijn goede vriend denken die ik afgelopen jaar verloren ben en die over 2 dagen jarig zou zijn geweest. De wolken boven de hoge besneeuwde toppen kleurde in een prachtig diep rode gloed en even moest ik stilstaan. Dit schouwspel, het dal en de rivier ver ver beneden mij, de mooie bergen, de muziek, de vermoeidheid. Het deed mij terug denken aan het afgelopen jaar. Dat was een erg emotioneel moment en bijna boven aan de berg op een kleine 3000 m heb ik de emotie de vrije loop gegeven.
29 oktober - Dag 6 Bupsa - Lukla
Het is weer erg vroeg wanneer de ritsen van de tent worden opengemaakt. Ik ben kapot, nog niet volledig hersteld van de zware dag, zowel fysiek als mentaal. Ook Anne hoor ik vanuit haar mummie slaapzaak mompelen dat ze wilt blijven liggen. Alles doet pijn. Gisteren toen we in de krappe tent allerlei acrobatische touren moesten uithalen om in de slaapzakken te geraken, bleek Anne ook nog eens enorme blaren op haar tenen te hebben, kan er ook nog wel bij.
Buiten wordt de thee ingeschonken en 2 wasbakjes worden gevuld met warm water. Meer dan je gezicht wassen is er de laatste week niet bij geweest. Ik begin al erg op een zwerver te lijken met baard en lange vettige haren die als een pauw alle kanten op staan.
Bij het ontbijt even later eten we met lange tanden. Anne eet bijna niets.
Wanneer de kerstbelletjes, die om Tashi's nek hangen, weer klinken weten we hoe laat het is. We moeten er weer een dag tegen aan. We hangen de rugzakken weer om en zien nog net de laatste dragers het dorp uit lopen met hun/onze zware tassen op hun nek. Die gasten tillen ruim 40 kilo al dagen door de bergen.
Anne gaat wat achteraf staan op een trappetje en ziet er ongelukkig uit. Ik denk dat het maar eens tijd wordt om een punt achter ons Himalaya avontuur te zetten. Als ik haar omhels snikt ze dat het genoeg is. "Ik heb alles gegeven en meer. Ik kan niet meer."
Dan gaan de dingen ineens snel. Ik bespreek het met Lhakpa en die zegt dat we vandaag nog Lukla kunnen bereiken. Prima doen we.
Snel stuurt hij iemand richting de dragers om onze tassen te gaan halen. Er moet een drager mee lopen richting Lukla. Lhakpa zal ons naar het dorp brengen. Onderweg worden de nodige telefoontjes gepleegd en zo gaat onze kleine karavaan opweg. Anne neemt weer moedig plaats op haar paard. Ik en Lahkpa zullen vandaag weer daarachter aan lopen en ons best doen ze bij te benen.
Voor vanavond is er ook al een lodge geregeld vlakbij het vliegveld. Morgen zal er dan waarschijnlijk terug gevlogen kunnen worden naar Kathmandu.
Tijdens de eerste drinkstop hebben we de groep, die eerder op pad was gegaan alweer bijgehaald. We vertellen dat we stoppen en dat wordt jammer gevonden maar wel juist. Het is gek om zo snel alweer afscheid te moeten nemen. Maar het is de enige juiste beslissing.
Er valt een last van onze schouders en hoewel we de afgelopen dagen toch ook zeer hebben genoten van de omgeving, de mensen, de dorpjes en de mooie besneeuwde hoge toppen, lijken we vandaag veel meer te zien. Meer te voelen van Nepal op zijn mooist.
Tussen de middag kunnen we een half uurtje genieten op een terrasje in de zon, hoog op een berg met uitzicht op Lukla. We zien de landingsbaan al liggen, een zeer smal en kort zwart lint op een hoog plateau. Dat is ons doel voor vandaag. Ondanks dat het dichtbij lijkt is het nog wel een uur of 4 lopen.
We hebben zo weinig tijd omdat Lhakpa na de omweg naar Lukla ook nog 2 uur door moet naar de campsite waar de groep naar toe onderweg is. Onze kok weet snel weer iets lekkers voor te schotelen. Het is nog maar een jonge vent maar hij en de rest van de keukenstaf heeft ons 3 keer per dag fantastisch verzorgd. Veel krachtvoer en veel groentes.
Nog 1 afdaling richting rivier en dan nog 1 lange klim naar 2800 meter voor we in Lukla zijn.
Het is nog een zware afdaling, zeker voor Anne omdat het paard niet overal met An op haar rug kan lopen. Soms te smal, soms veel te steil.
Tijdens de afdaling vraagt Anne aan de gids hoe hoog hij ooit geweest is. 5500 meter op de Kala Patar is het antwoord. Nou weet ik niet of hij mijn minzame glimlachje heeft gezien maar toen we aan de klim begonnen en Anne met paard over het gewone pad liep, zei hij: "Follow me, I know shortcut". Dat was een lesje in nederigheid kan ik verklappen. Waar meneer bijna fluitend omhoog liep moest ik werkelijk alle zeilen bijzetten om deze bijna loodrechte wand te bedwingen. Het lachje dat ik kreeg toegeworpen toen ik boven aankwam was duidelijk. "message understood". Never mess with a sherpa!
En dan opeens een oorverdovend lawaai. Vlak boven ons geeft een piloot heel hard gas en verlaat met heel veel herrie de landingsbaan om met net genoeg snelheid langzaam uit beeld te klimmen. We zijn er, Lukla!
Aangekomen bij de Tara lodge zakken we, in een laat middagzonnetje, in een paar tuinstoelen onderuit. Dampende koppen thee worden aangevoerd.
We betalen de paardeman, bedanken Lhakpa uitvoerig voor al zijn goede zorgen en wachten nog een kwartier op de drager met onze tassen. Wanneer ook hij geariveerd is trekken we een paar blikken bier open.
Onze drager, een jong ventje nog met een guitig koppie, is een fantastisch manneke. Met een piepstemmetje vroeg hij steeds aan Anne "you ok?, so sorry"
Voordat hij weer wilt weglopen met de rest van zijn bepakking kan ik hem nog net mijn bergschoenen geven. Ik zie hem al dagen op oude vertrapte gympies lopen met gaten. Hopelijk heeft hij er wat. Ik geef hem nog wel het advies mee om ze een nachtje buiten te laten staan.
Wanneer het paard en Lhakpa ook vertrokken zijn zitten we met zijn tweetjes op het lege terras. De laatse vluchten zijn vertokken vanaf het vliegveld naast het hotel en een overweldigende stilte slaat neer. De zon zoekt weer zijn weg richting het westen en zet de hoge pieken om ons heen in een oranje rode gloed.
De warmte wordt verdrongen door de kou van de avond. We zoeken zwijgend onze kamer op en vallen neer op bed. Het is mooi geweest zo. Onze ogen vallen vrijwel meteen dicht.
- comments
Yv en Cois Wij vinden jullie kanjers!! ;)
Esther Trots op jullie....wat een verhaal zo voor het slapen gaan....dikke kus!
Sophie & Henri Stoere bikkels!
willie Whow, balen zeg! Wel kanjers om zoveel te geven. Het leest als een spannend jongensboek. Misschien een positief puntje: Nu kunnen jullie het nog een keer doen met Yvonne en Francois??!!??
Ellen Wow, ik liep even achter maar een dagje buikgriep bleek een mooi excuus om jullie blog weer bij te lezen.... Wat balen dat jullie zoveel tegenslag hebben gehad, maar desondanks bewondering dat jullie het nog zo hebben volgehouden. En Anne heeft haar angst voor paarden en little pony's hiermee wellicht overwonnen?!? En een wijs besluit om terug te gaan, dat voel je zelf het beste! Ik lees nog even verder, maar hopelijk gaat het met knieën, duim en hoofdpijn snel de goede kant op!!