Profile
Blog
Photos
Videos
It's been a long time, but we're still alive! Voor iedereen die op het puntje van zijn stoel onze blogpagina zit te vernieuwen: nee, we zitten niet in brandende bossen te hiken en nee, we zijn niet aan het snorkelen in de straten van Noord-Australie. Gelukkig is Australie net dat ietsje groter dan Belgie en zijn we behoorlijk gespaard gebleven van de straffen van opwarmende moeder aarde.
Waar waren we gebleven...ons avontuur naar het hete rode centrum van Australie: the Outback.
Tegen onze reisprincipes in sloten we ons voor het woestijnavontuur aan bij een zesdaagse tour omdat het een beetje overmoedig zou zijn de desolate rode landmassa in ons uppie te verkennen.
Op Australia Day vertrokken we dus noordwaards vanuit Adelaide samen met 22 andere backpackers en een droge tourguide onder de naam Kenny. Onze schietgebedjes en wensen bij vallende sterren hebben niet mogen baten...de overgrote meerderheid van onze groep bestond uit achtienjarige Duitsers, jawel. Het is in het land van onze lieflijke oosterburen blijkbaar een vereiste om op je 18e met een sponsorduwtje van de oudjes naar down under te reizen om aan het Engels te werken. Allemaal mooi en avontuurlijk, alleen zorgen ze hier voor zo'n grote invasie dat Australiers bijna eerder Duits moeten leren dan Duitsers Engels.
Onze liefde voor 'ganz geil' Duitsland stoken we sowieso al niet onder stoelen of banken en met 'Schnappie, die kleine krokodil' als soundtrack tijdens de busreis werd die liefde natuurlijk alleen maar groter.
Soit, gelukkig zaten er ook nog wat Zwitsers, Engelsen, Ieren, een droge Aussie en jawel, toffe Hollandse meiden op de bus om een internationaler tegenbatiljon mee te vormen.
Op onze eerste dag reden we tot Quorn als uitvalsbasis voor de Flinders Ranges. De temperaturen gingen al ongegeneerd de hoogte in, en dat was nog maar het begin. Flinders Ranges National Park wordt eigenlijk gevormd door een groot bos omgeven door een soort bergketen die zich symmetrisch over een lange afstand uitstrekt. Schitterend om in vogelperspectief te zien (zagen we op foto's), maar ook al indrukwekkend genoeg om er door te wandelen met jawel, troepjes springende kangoeroes langs ons af. Het is dus echt zo in Australie.
Australia Day liet men toch niet onopgemerkt voorbijgaan en werd gevierd met een 'barbie' tussen de outback-locals in het pietluttige Quorn. Kangoeroe, emu en kameel op de bbq met zat lallende dames en rangers als gastheren die de ene Aussie-hit na de andere aansloegen...can it be more Outback-Aussie?
Ook de tweede dag spendeerden we nog in de buurt van Flinders Ranges voor de beklimming van de Dutchman Stern. Het was natuurlijk weer bloedheet en ja, het was een serieuze klim, maar Eline en Lotte hebben het hiken ondertussen wel al in de benen. Dat gold niet voor iedereen dus werd er rondom ons heel wat ge'scheisse't en vonden sommigen er niet beter op dan de klimpijn te verzachten met Wham's 'Last Christmas' op de Ipod-Speakers. Daarom reizen we dus maar 6 dagen mee in een groep. Snel doorwandelen was de boodschap.
Alle inspanningen loonden werkelijk wel de moeite want aan de top wachtte er ons een prachtig 360 graden zicht over de bergen,valleien en in de verte zelfs gek genoeg de oceaan ( nooit ver weg in Australie). Een beetje New Zealand style, maar nog desolater en roder. Absoluut een punt voor het scenic scorebord van Australie!
Onze derde dag zou ook de heetste worden: op naar Coober Peedy. We waren op voorhand al gewaarschuwd voor de bevolking van Coober Peedy. In de rode outbackstad is het zooo heet, dat mensen ondergronds leven en er hier en daar dus wel eens licht afwijkende gewoontes op nahouden. Buiten voor de rare kwasten staat Coober Peedy vooral bekend voor de Opal Industry. Australie is blijkbaar verantwoordelijk voor 90 procent van de opaalproductie in de wereld, en het meeste daarvan wordt opgedolven in het broeierige hart van Australie. We namen dus eens een kijkje hoe je daar dus je toekomst kan verzilveren en kregen een rondleiding in de ondergrondse woningen...allemaal nog niet zo stom gezien! Onze backpackers, of eerder bunker, was ook ondergronds en daarvoor waren we toch wel dankbaar bij 44 graden celsius!
De volgende ochtend waren we echter al onderweg voor de hitte de kans kreeg ons te pakken te krijgen naar het hoofdoel van onze reis: Uluru. Hoe dieper we landinwaarts reden, hoe warmer, hoe roder, hoe minder volk we tegenkwamen (1 auto per dag) maar hoe meer vliegen! Het ging zelfs zover dat we onze trots opzij hebben moeten schuiven en betaald hebben voor een van de onnozelste maar ook een van de nuttigste dingen ooit: een vliegennet voor op onze kop! We konden op een gegeven moment al bijna niet meer lunchen zonder vliegen mee te eten op onze boterham.
Tegen de late namiddag schoot de indommelende bus dan opeens wakker bij het oprijzen van The Rock, het boegbeeld van Australie.
We installeerden ons eerst in ons tentenkamp in Yulara. Yulara is de toeristenuitvalsbasis voor Uluru National Park dat werd opgericht om de Aboriginals te besparen van onnozele toeristen die er niet beter op vinden hun tentje op/naast Uluru te placeren. Ongelofelijk maar waar: pas in 1984 kregen de Aboriginals hun eigendom terug in handen van de overheid en konden de originele tradities en waardes terug van kracht zijn. Ook de naam Uluru deed terug zijn intrede. Australiers noemden het lang Ayers Rock. Uluru is voor de Aboriginals heilig en ze vragen toeristen dan ook uitdrukkelijk de rots niet te beklimmen, anders zal ongeluk hen achtervolgen voor de rest van hun leven. Heel hun levensstijl, waarden, tradities en symbolen worden ons grondig uitgelegd alvorens we het heiligdom betreden. Er zijn delen rond de enorme rots die je als vrouw niet mag bekijken door de mannelijke ceremoniele waarde en vice versa. Allemaal behoorlijk fascinerend en verbazend hoe de oudst levende cultuur op aarde haar tradities nog steeds zo in stand houdt.
's Avonds worden we getrakteerd op een glas schuimwijn bij, cliche of niet, een van de meest memorabele sunsets van ons leven. Om dat alles nog completer te maken kregen we de kans buiten te slapen in een 'swag' onder de blote outback-sterrenhemel, dat betekent: zonder luchtvervuiling maar met de bijbehorende wilde geluiden van exotische vogels, possums en dingo's.
Je hebt Uluru niet bezocht zonder de befaamde sunset, maar ook niet zonder de beroemde sunrise. Een sunrise, met alle gevolgen van dien: om 4u15 uit onze swag klauteren. Het was schoon, zeer schoon. Morning exercise bestond uit een wandeling rond de rots. Alleen moet je bij deze rots maar liefst acht broeierige kilometers afleggen om een ronde te maken met een heerlijke horde vliegen rond je hoofd. Werelderfgoed eist zijn tol. Maar het National Park herbergt niet enkel The Rock 'Uluru' maar ook Kata Tjuta (of The Olgas voor de Australiers). Een minder beroemde maar minstens zo indrukwekkende groep bolvormige rotsen, ook pal neergeplant op de platte rode aarde. Zeker niet 'just another rock' zoals sommige lieve Duitsertjes het wisten te definieren.
We reden weg van de heilige aboriginalgrond richting het laatste tentenkamp met een stop aan Mt Connor en een indrukwekkend oogverblindend Salt Lake. Een hobbelige zandweg waarvoor we door Kenny werden verwittigd met "girls, you better put your sportbra's on, it's gonna be bumpy!", bracht ons naar Kings Canyon. We verkenden de Canyons tijdens een halve dag wandelen waarbij we achter iedere hoek door verstomming werden geslagen door de prachtige panoramazichten verscholen achter de grote rode Canyons met in het midden zelfs een Garden of Eden. Moeilijk te beschrijven al die dingen, maar sowieso een hoogtepunt van de reis! Schit-ter-rend en een onvergetelijke afsluiter!
Na een laatste rit door no-mansland werden we door Kenny braafjes afgezet aan de backpackers in het hart van de Outback, Alice Springs en gingen we nog een laatste keer het Outback-nachtleven verkennen met de lustige reizigers.
Daar namen we afscheid van de troep Duitsertjes en nog wat andere opvallende karakters. De altijd droge hilarische Aussie Damien, de intrigerende Engelsman James met zijn Australie-obsessie en de hopeloos Engelslerende Martina uit Italie die ons nog steeds achtervolgt. En natuurlijk nog de mascotte van de reis Mohammed, een lustig vretende Somalier uit Londen met een posh Engels accent die zich volpropte met alles wat hij onderweg tegenkwam en ons daarmee niet enkel de ogen uitstak maar ook de groep sterk vertraagde waardoor hem op een gegeven moment bijna verboden werd nog een supermarkt binnen te gaan...we zullen ze toch een voor een van tijd tot tijd missen!
We vliegen van Alice Springs naar Cairns in het noorden van de East Coast met haar vochtige subtropische klimaat en landschap voor nieuwe uitdagingen in de diepe zee...
- comments