Profile
Blog
Photos
Videos
Het vliegtuig deed er ruim twee uur over om van Cairns naar Alice Springs te vliegen. Eerst kregen we nog een blik op het Great Barrier Reef en de bergen, maar al gauw was er niets anders te zien dan rood zand met wat kronkelende droog staande rivierbeddingen, duizenden kilometers lang, the outback. Hoe kan je hier leven zeg? Als het goed is gaan we dat snel uitvinden:
Ze hebben hier in Alice Springs gewoon een gigantisch grote Woolworths, onze favoriete supermarkt waar ze echt alles hebben. Ons hostel heeft een lekker zwembadje met palmbomen en er vliegen steeds horden roze papegaaien over. Het is hier heerlijk rustig.
Maar so easy blijft het niet.
Allereerst onze ontmoeting met tientallen Aboriginals in de straten van Alice Springs, bijna allemaal onverzorgd ogend, dronken of aan de drugs.
Na een kort nachtje staan we om 4.30 uur op voor een driedaagse tour met Emu Run. De wegen zijn hier eindeloos en eentonig. Rood zand, dor gras, struiken en af en toe bomen. De meeste bomen hebben al één of meer branden meegemaakt. Een eng idee. We moeten vandaag geloof ik twee bochten maken en er is zo weinig verkeer dat onze chauffeur naar iedere andere chauffeur zwaait. Er komen gigantische vrachtwagens voorbij. Het lijken wel treinen, zoveel aanhangers. Er ligt een dode kangoeroe langs de weg. En nog één, nog één en nog één. Deze road kill trekt grote roofvogels aan. Er vliegt dan ook een Wedge-tailed Eagle voor onze bus langs, de grootste roofvogel van Australië met een spanwijdte van 2,5 meter volgens onze gids.
Onze eerste stop is bij een kamelenboer. Daar maken we een ritje op een kameel. Het laatste stuk gaan ze in draf. That's something different hey guys.
Dan het echte outback-gevoel. Na een schijnbaar eindeloze tocht die toch bleek te eindigen komen we bij Uluru aan. Het bord staat op high risk of fire. We brengen een bezoek aan het Cultureel centrum en zien in beeld gebracht hoe de Aboriginals hun Uluru 30 jaar geleden terug kregen.
Dan maken we een wandeling langs the big rock. Het is 40 graden, de Australische zon brandt op onze schouders, windstil. We worden gekookt. We zijn verplicht ieder 1,5 liter water mee te nemen en tijdens de wandeling op te drinken om uitdroging te voorkomen. En het is zwaar! Het water verdampt binnenin de fles. We zien de mannen- en de vrouwenkant van de berg. Bij de mannen zien we o.a. rotstekeningen met voorbeelden hoe de jongens leerden te jagen en een meters grote voetafdruk van de duivelse dingo die de Mala stam heeft verjaagd. Bij de vrouwenkant zien we waar ze deeg maakten en 'the waterhole' die droog staat. Er staat een bordje ' don't swim' bij.
We gaan allemaal uitgeput de bus in naar het uitkijkpunt en zien de zonsondergang bij Uluru. Een vreemde gewaarwording. Hier zijn honderden toeristen verzameld en lopen tientallen Aboriginals rond om hun tekeningen te verkopen. Een Aboriginal vrouw gooit de vuilnisbak voor peuken leeg en steekt één van die peuken op. Het voelt erg raar allemaal. Eerst krijgen we te horen hoe bijzonder deze mensen zijn, dat ze Uluru terug hebben gekregen en dat Uluru een sacred place is. En we zien de hele dag alleen maar blanken die geld verdienen aan Uluru en alleen bij zonsondergang deze onverzorgd ogende, bedelende mensen. Wij barbequen er en drinken bubbels.
Terug bij het kamp krijgen we allemaal een swag, want we slapen vannacht onder de blote sterrenhemel. Buiten. In een gebied met dodelijke slangen en spinnen. Het blijkt geweldig.
De volgende dag mogen we weer om 4.30 uur op om de zonsopgang te bewonderen en vroeg erop uit te gaan. We bezoeken dit keer Kata Tjuta, een andere sacred Aboriginal site met meerdere bergen. Het wordt een super mooie bergwandeling met flinke klimmen en afdalingen. Maar omdat we nu vroeg zijn en omdat het er waait is dit beter te doen dan gisteren.
Na wat wraps in het kamp gaan we op weg richting het volgende kamp.
Onderweg bezoeken we Mount Conner en het 100 km lange zoutmeer, 'a footprint of the giant ice man' volgens de legende. Langs de weg ligt een doodgereden kameel. Er leven er hier in Australië een miljoen in het wild.
Mijn lijf zit vol jeukende bulten door de insectenbeten van afgelopen weken. Wanneer we hier in the outback wandelen dragen we een net over onze hoeden om de vliegen uit onze gezichten te weren. Verder zijn we vies door het rode zand in combinatie met zweet. All part of the outback feeling.
Er is iets aan de hand waarom we niet naar de mooie campground gaan, maar verderop in the middle of nowhere op een oude verlaten mini campground moeten verblijven. Maar we krijgen niet te horen waarom. Ook krijgen we geen antwoorden op onze ongeruste vragen over enge beesten. We zijn allemaal moe en bang om hier in een swag te gaan slapen. Er is geen tent van gaas om in te eten dus tot zonsondergang worden we gek van de vliegen. Overal zitten gaten in de grond en we zien een slangenspoor en sporen van een dingo. We blijven lang op, omdat het gezellig is, maar ook omdat niemand graag in de swag kruipt.Te warm en te eng. Uiteindelijk liggen we allemaal in een kring rond de vuurplaats, behalve de gids. Die gaat bovenop de trailer liggen. De Aziatische studenten liggen al gauw te slapen. De maan schijnt fel. Ik lig op mijn rug naar de sterren te kijken. Ik zie twee vallende sterren en drie keer raden wat ik heb gewenst. Tot er ineens een kop bij mijn hoofd van achter mij verschijnt. Een dingo. Ik probeer rustig te blijven, maar maak wel Peter wakker. Op Fraser hadden we een dingohek en dingostokken wanneer we gingen wandelen en tenten om in te slapen en hier hebben we niks, maar wel dingo's. Hij loopt rond de groep. De Belgen en Ieren gaan rechtop zitten. Als Peter met zijn laser op de dingo gaat schijnen reageert de dingo agressief naar de Belgen, bij wie hij op dat moment loopt. Dan gaat hij weg, om later weer terug te komen. Om 4 uur word ik wakker, dus ik ben uiteindelijk toch in slaap gevallen. De maan heeft plaats gemaakt voor een prachtige sterrenhemel en het is niet meer zo warm. Yeah, ik heb het tot zover overleefd. Als we om 4.30 uur op gaan ruimen en ontbijten blijkt het 's nachts gekrioeld te hebben van slangen, lizzards, schorpioenen en spinnen. Weer een belevenis rijker, maar vooral achteraf pas een leuk avontuur. Bij het ontbijt lijkt iedereen opgelucht. Het is een uitgelaten zootje. Iedereen heeft veel lol en stoere verhalen. Behalve de Aziaten en Fransen. Zij sliepen.
Om 5.00 uur, tijdens zonsopgang, zijn we al onderweg. Door de luidsprekers klinkt: 'Come to Australië you might accidentally be killed, by a snake........' Vandaag staat een wandeling bij Kings Canyon op het programma. De mooiste van de afgelopen dagen. Eerst een soort trap de berg op. Verder langs de afgrond van de kloof door een soort buitenaards landschap en halverwege the garden of Eden. Daar eten we een appel. Het is echt onbeschrijfelijk mooi. Bekijk de foto's maar. Het is een super gezellige wandeling van 3,5 uur. Daarna lunch and a quick swim en dan de bus in richting Alice Springs. Onderweg zien we weer een whirly wind, kleine tornado. Die zien we hier vaker. Nog 500 kilometer en dan maken we de 1660 km van afgelopen drie dagen vol. Australië is groot.
See you.
- comments
Liesbeth Jeeeeeeetje, wat een verhaal! Dit was de eerste blog die ik las, de andere ga ik nog inhalen, maar dit is wel een binnenkomer zeg!Behalve spannend ook erg interessant.
Janneke inderdaad een heel avontuur, maar vooral heel avontuurlijk en dicht bij de natuur,