Profile
Blog
Photos
Videos
De titel van mijn blog is waarschijnlijk de beste omschrijving voor mijn drie maanden hier in Tasmanië. Het is de zwaarste beproeving van mijn hele reis geweest. Tranen van het lachen en huilen van ellendigheid, jup, ik heb het allemaal meegemaakt. Zoals ik in mijn vorige blogs al eens eerder gezegd heb (ditmaal is het niet een grapje) gaat reizen niet altijd over roosjes. Dat heb ik aan deze kant van de wereld geleerd...
Het begon allemaal super in Hobart. Alhoewel, de amerikaanse vrouwelijke versie van Ozzy Osbourne zat me behoorlijk op de nek. Ze zat in dezelfde shuttle van het vliegveld naar het centrum als mij en hoe kon het ook anders, ging naar hetzelfde hostel als mij. Fijn. Ze lulde maar door over hoe amaaaaaaaazing Australië wel niet was en vroeg aan een Tasmaanse vrouw wat ze ab-so-lu-te-ly moest zien hier in Tasmanië. Na twintig minuten waren we op plaats van bestemming, bijna dan want we moesten nog een stukje omhoog lopen om het hostel te bereiken. Terwijl ik m'n backpack op mn rug installeerde wachtte ik met tegenzin op die enge mevrouw. Haar koffer had een wieltje verloren waarvoor ze het vliegveld al had aangeklaagd en het rechterwieltje stond ook op knappen. Sterker nog, hij was al verdwenen. Pissig, pissig dat ze was! Ze zei tegen mij dat ik wel door kon lopen, iets waar ik gretig gebruik van maakte want ik had wel genoeg van deze reis-dag. Al het backpack sjouwen, paspoort tevoorschijn toveren en de twee vliegtuigen en vliegvelden hadden me redelijk moe gemaakt. Heb een prettig leven verder mevrouw.
Helaas kwam ik niet zo makkelijk van haar af en kwam ik d'r na een uur weer tegen in het hostel. In welke kamer ik zat, dan kwam ze 's avonds wel even gezellig langs. Dikke doei! Ik heb haar gezegd dat ik ergens beneden zat, geen idee in welke kamer. Onzin natuurlijk maar ze begreep de hint, ik heb haar niet meer gesproken. Opgeruimd staat netjes. Verder ben ik heel sociaal maar soms heb je mensen waarvan je weet dat ze je hoofdpijn bezorgen en dus geen toegevoegde waarde hebben in je leven. Zij was er zo een.
De volgende dag nam ik de bus van Hobart naar Wynyard, naar het noorden van Tassie. Ik werd opgehaald door John, we hadden contact gehad via dezelfde site als Michael en Florence en ik ging 10 dagen doorbrengen bij hun thuis. John is half Nederlands en Jane van origine Nieuw-Zeelands. Ze hebben een prachtig huis in Boat Harbour, ik had mijn eigen badkamer, toilet en een prachtige slaapkamer met uitzicht op zee. Het klikte meteen tussen hen en mij en al snel dekte ik de tafel, hielp mee met het ontbijt, nam deel aan hun 'wijntje en een zakje chips voor het eten' en hebben we een groot stuk land van hun onkruid vrij gemaakt. Ik heb een geweldige tijd gehad bij ze, onbekende mensen die ik binnen mum van tijd beschouwde als familie. En ik kan je zeggen, dat is een heerlijk gevoel wanneer je aan de andere kant van de wereld zit.
Samen met John en Jane ben ik nog een paar dagen weer terug geweest in Hobart bij vrienden van hun. Ook zij hadden een prachtig huis met uitzicht op Mount Wellington. Ik werd meegenomen naar het bekende Salamanca, Mount Wellington, MONA-museum (daar moet je echt naar toe gaan als je hier bent, meest vreemde museum ooit), chocoladefabriek enzovoort. Ik benutte mijn laatste dagen als toerist tot de max. Wat een geweldig leven, ondanks de vieze, altijd aanwezige kou.
So far, so freaking good. Helaas was het na tien dagen tijd om John en Jane achter te laten en weer verder te gaan, alhoewel, niet geheel helaas want er moest gewerkt worden bliksum. Het was lang genoeg leve de lol geweest de afgelopen acht maanden. Geld moest er verdiend worden en eerlijk gezegd had ik daar ook wel weer zin in, al die maanden alleen maar uitgeven benauwd je op den duur. Actie dus! En of er actie kwam...
Als jullie mijn vorige blog gelezen hebben weten jullie hoe dat ging, van het bijna spontaan vegetarisch worden tot tranen bedwingen wanneer een kalfje de kogel kreeg. Het lijkt nu trouwens net alsof ik een of ander labiel persoon ben met mijn tranen maar dat valt reuze mee. Ik ben opgeklommen van caravan zonder douche of wc naar een huis zonder meubels maar met douche en wc tot uiteindelijk mijn thuis. Het huis dat ik samen met Sam en zijn meubels deel. Maar voordat dit hier mijn thuis werd heb ik me behoorlijk s*** gevoeld, om maar even vaktermen te gebruiken.
Het begon allemaal met alleen maar werk hebben in je leven. Bij thuiskomst at ik een maaltijd op de grond met een ongezellig fel licht in de kale huiskamer. Gelukkig is eten mijn grootste vriend dus ik voelde me niet helemaal alleen. Het werd pas vervelend toen ik erachter kwam dat mijn grote vriend niet terug sprak. Dus al snel ging ik met al mijn spierpijn om 19:00 op bed om er 04:00 uit te gaan. Daarna kon ik weer een gesprek voeren met iemand op de boerderij, voor zover je daar tijd voor had want het was de druktste periode op de boerderij. Op dat moment zelf had ik het niet eens zozeer in de gaten maar jeetje, mijn leven vereenzaamde waar ik bij stond. Wie de film 'Into the wild' heeft gezien kan zich vast wel het stukje herinneren waarin hij zegt dat ieder mens de diepste eenzaamheid tenminste eenmaal in zijn leven moet ervaren. Nou, daar was ik op dat moment bijzonder goed mee bezig. Gelukkig maar dat ik toen niet wist dat het allemaal nog erger zou worden.
Na een aantal dagen gaf ik mezelf een schop onder de kont (aangezien er niemand was die het voor me kon doen). Ik sprak mezelf streng toe en zei dat ik op moest houden met zeuren, ik was gezond, verdiende weer geld en was alsnog bezig met de reis van m'n leven. Er was geen reden om me zo rot te voelen dus dit zou de laatste keer zijn. De volgende dag zou ik fris beginnen en alle negatieve gedachtes schrappen.
De volgende ochtend leek de lucht inderdaad geklaard. Ik voelde me beter en stond liedjes te neuriën met een glimlach. Dit duurde overigens niet heel lang. Ik wilde een mueslibar pakken en voelde dat ik m’n telefoon nog in m’n jaszak had. Toen ik hem er uit haalde zag ik dat ‘ie uitgeschakeld en nat was. Dit was niet best.. als een idioot stopte ik het platform en vloog ik naar de anderen toe in de hoop dat ze m'n telefoon konden reanimeren. Jeanine zei dat het waarschijnlijk niet meer ging lukken om hem weer aan de praat te krijgen terwijl Shane mijn telefoon op een warme droger lag en zei dat het wel goed kwam. Ik wilde Shane zo graag geloven maar ik wist wel dat het te laat was, de telefoon had al drie uren in het water gezwommen. No way dat die weer terug op aarde kwam.
Een tijdje later klapte ik de telefoon in een zak met rijst. Toen begon het lange wachten want het was beter om 'm zo lang mogelijk met rust te laten. Tot mijn verbazing zag ik dat de wereld gewoon doordraaide. De koeien stonden gras te herkauwen, het stront zag er nog hetzelfde uit als toen de telefoon nog werkte en de tijd tikte met dezelfde snelheid door. Dat allemaal terwijl mijn geliefde Samsung lag te vechten voor zijn leven in een zak met rijst.
Drie uren later voelde ik me nog verschrikkelijker dan de dag ervoor. Gedurende mijn hele reis heb ik altijd tegen de mensen om me heen gezegd dat mijn telefoon ‘mijn enigste lifeline’ naar huis is. Mijn telefoon is de enige manier om contact te krijgen met het thuisfront. Dat was nu pats boem afgelopen. Ik was echt helemaal alleen aan de andere kant van de wereld, net als vroeger toen je alleen pen en papier had plus een telefooncel als je geluk had. Het geluk was bij mij ver te zoeken want zelfs een telefooncel was hier niet in the middle of nowhere. Na een kort telefoontje met mijn collega’s mobiel wisten mijn ouders dat ik de eerste paar dagen niet meer bereikbaar zou zijn. Ze voelden verder weg dan ooit.
Uiteindelijk heb ik vijf, jawel, vijf hele dagen zonder mobiel geleefd in een huis met enkel een bed en mijn e-reader want die deed het gelukkig nog wel. Het zou al ellendig geweest zijn wanneer ik in Kollum zonder telefoon zat maar nu was het helemaal kloten van de bok. Ik had en geen meubels, geen tafel, geen eetstoelen en nu dus ook geen telefoon meer. Dit betekende ook dat mijn enige ontspannen momentje, de telegraaf door spitten bij het avondeten op de grond voor de heater afgelopen was. Could it get any worse?
Een week later was ik weer herenigd met een mobiel, geen samsung maar een echte huawei (nog nóóóit van gehoord). Het is een hele uitdaging om je SIM te activeren wanneer je geen internet bij de hand hebt, maar gelukkig had de bibliotheek een computer en WIFI. Beetje jammer dat er dan weer een kenau van een vrouw achter de balie staat maar dat nam ik voor lief want ik was bijna weer bereikbaar! Het is geen samsung, dus er zijn een paar dingen waar ik afscheid van heb moeten nemen maar verder bevalt hij prima, voor de nerds onder ons, het heeft gewoon een android-systeem dus whatsapp was het eerste wat er weer op stond. Ik voelde dat vanaf nu alles beter zou gaan en dat ging het ook, voor zes hele dagen.
De dag was aangebroken voor een nieuwe huisgenoot, een persoon waar je een gesprek mee kunt voeren. Iemand die, in tegenstelling tot eten, wel gewoon reageert op wat je zegt. Samen met mijn huisgenoot kwam er ook een TV in, meubels en een eettafel. Sam was mijn reddende engel! Het klikte meteen tussen ons en sindsdien zijn we onafscheidelijk (wat overigens niet bijzonder moeilijk is als je in the middle of nowhere zit). Alles liep op rolletjes, een lieve huisgenoot, TV, eettafel, super deluxe bank, geen spierpijn meer en m'n eerste loon op de bank. Buya!
Helaas diende een korte tijd later het volgende probleem zich aan. Alweer?! Ja. Alweer. Het was een vrij relaxte ochtend geweest en na een ontbijtje waren we terug op de boerderij. In de auto bedacht ik me nog dat het echt ellendig zou zijn wanneer je hier ziek werd, ik bedoel denk eens al die stront die op je afkomt terwijl je hartstikke beroerd bent. Kijk, hier ga je al, zoiets komt niet in je op wanneer je gezond bent. Tijdens het kalfje voeden werd ik dan ook een beetje misselijk. In eerste instantie vermoedde ik dat dat kwam doordat er een doodgeschoten kalfje met een geëxplodeerd oog aan mijn voeten lag (nu begrijp ik ook waar dat idee van die uitpuilende ogen in cartoons vandaan komt). Kort hierna sjeesde er een tractor voorbij die een volwassen dode koe met een lap tong uit zijn bebloede mond voor op z'n tractor had. Ik vond het dan ook meer dan logisch dat ik hier een beetje beroerd van werd. Wat minder logisch was, was dat ik in de avond alleen maar misselijker werd. Dit had niets meer te maken met de dood, maar met griep. Ik ga niet alle kenmerken bij langs want dat is algemeen bekend maar gosjepieter, waarom kan ik nooit een keer ziek zijn in Nederland? De laatste keer was in Oostenrijk. Ze zouden een bord moeten plaatsen bij het vliegveld in Hobart met de tekst: "Welkom in Tasmanië, de plek van drie sprongen voor en daarna vijf achter uit". Wat een ellende...
Veel symptomen later werd ik weer iets beter. Oh, toch minder. Weer iets beter of toch niet helemaal. Ik vrat mezelf op, zittend aan een mooie keukentafel, dat dan weer wel. Maar ik vond het wel prima, 5 hele dagen had ik niet gewerkt op dat uurtje na dat ik dacht wel weer aan het werk te kunnen maar in werkelijkheid nog beroerder weer terug in bed kroop. Maarja, ik was hier niet gekomen om ziek te zijn en niets te doen. Verrek maar, de volgende dag zou ik weer beginnen op de boerderij hoe dan ook. Ik was er klaar mee.
Gewapend met gatorade ging ik de volgende ochtend hondsberoerd richting de melkstal. Twintig minuten later voelde het alsof ik er al tien uren op had zitten. Mijn benen waren slapper dan spaghetti en het leek alsof de koeien nog meer schijt aan mij hadden dan normaal. Maar ik ging niet naar huis, ze zouden me moeten wegdragen op een brancard, eerder ging ik niet weg. Zo geschiedde, vier lange uren, veel stront, koud zweet, pijnlijke spieren en scheelheid later liep de laatste koe ein-de-lijk van het platform. Yes, ik had het gehaald!
Na dit hele feest ging het eindelijk weer bergopwaarts. Sam en ik richten ons mooie huisje in, ontwikkelden samen gewoontes zoals getrouwde stellen van zestig jaar ook hebben. Ik kookte voor hem, hij voor mij. Geen tomatensaus voor hem en geen uien voor mij want daar houden we niet van. In de avond aten we samen nachos waar we 's middags in de melkstal al over fantaseerden. We gaven commentaar op tv-programmas, gingen naar verjaardagsetentjes (lees: oneindig veel chocolade), deden samen boodschappen en bezochten een mega waterval, aboriginal grot en gingen naar the edge of the world. Vanaf hier is het eerstvolgende land dat je aan de andere kant van het water tegenkomt Zuid-Afrika. Zo'n gek idee dat ik over twee maanden aan de andere kant van het water sta. Hoe dan ook, we leven als een stelletje hier. Echt, het blijft eeuwig zonde dat ik niet verliefd op 'm ben. Wat een droom man! Hij is een geschenk uit de hemel geweest want dankzij hem kreeg ik een sociaal leven en vond ik eindelijk rust want dit hier, in een afgelegen, koud en regenachtig gebied,voelt nu als mijn thuis.
Het is echt waar wanneer ze zeggen ‘time flies when you’re having fun’ want het is nu nog maar twee weekjes werken. Hoewel ik in het begin dertig keer op een dag uitrekende hoelang ik nog in dit hol moest blijven kijk ik er nu tegen op om iedereen achter te laten. Je hebt toch een leven opgebouwd in de drie maanden dat je hier bent en nu stap ik er weer uit alsof het allemaal nooit plaatsgevonden heeft. De herinneringen en het saldo op mijn bankaccount is het enige bewijs wat ik nog van deze afschuwelijk en tegelijkertijd geweldige tijd over heb. Ze proberen me over te halen hier te blijven, dus ik heb aangegeven dat wanneer er een sauna gebouwd wordt in ons huis, ik blijf. Vooralsnog heb ik geen bouwplannen weer gezien dus zal ik het stof binnenkort maar even van m'n backpack halen. Het wordt een karig gevuld tasje want al mijn warme, dikke, onaantrekkelijke Yvon Jaspers kleding laat ik hier achter. In mijn laatste drie dagen bezoek ik nog eenmaal John en Jane. Dat is iets waar ik nooit aan zal wennen met reizen, afscheid nemen van mensen waarvan je weet dat je ze waarschijnlijk nooit weer terug ziet. Het mooie van afscheid nemen is dat je dan weer een nieuw avontuur tegemoet gaat want 14 juli vlieg ik in de avond van Launceston via Melbourne naar Brisbane. Daar wacht ik de hele nacht totdat Corien om 09.15 ‘s ochtends landt. Je begrijpt dus dat ik op zoek moet naar een lotgenoot zodat we elkaar kunnen kalmeren of hyper zijn en lang, lang wachten tot de laatste uren voorbij zijn en je je vriendin eindelijk na meer dan negen (!) maanden weer op kunt halen.
Ondanks alle ellende had ik geen seconde willen missen van dit stinkende avontuur. Ik zal al mijn 950 meisjes heel erg gaan missen, om over Sam en de anderen nog maar te zwijgen. Het feit dat ik niet meer door de drassige weilanden hoef te skeuren met de quad achter de koeien aan terwijl ik 'hooophobbetobbetob', 'come on girlies', 'go on girl' roep maakt me verdrietig. Ook geen hekken meer verzetten met een glimlach (of gevloek). Of op maandagavond met vijf man sterk in de auto jumpen richting een pub om vervolgens nog eens anderhalf uur verder te rijden om wat te drinken, eten en slapen op de terugweg. Ik heb stiekem zo gelachen bij thuiskomst (01.30) want ik was als enige vrij maar de mannen moesten om 04.30 weer in de melkstal staan. De toppers.
Wat ik niet zal missen is het constant ondergescheten worden, of op de tenen getrapt worden door de kalfjes, of erger nog, jezelf een gigantisch paarse teen bezorgen doordat die rottige zware ijzeren deur met geweld dicht moet en tegen je teen knalt. Geen snuiten meer die keihard tegen je been drukken en gelukkig geen kalfjes meer zien sterven of aan moeten kijken hoe ze op brute wijze met een soort van lasser en vuur van hun hoorntjes ontdaan worden. Dit soort dingen zal ik missen als kiespijn (beter gezegd als een kapot spalkje want ook die ging hier nog kapot).
Over 12 dagen hoef ik niet meer tierend en wildzwaaiend met mijn armen een koe uit de melkstal te jagen maar kan ik ze ook niet meer aaien en skatsjes noemen, of hun heerlijk simpele gezicht bewonderen wanneer ze zo irritant schattig hun tong in hun neusgaten stoppen. Jup, ik ga zonder twijfel het hele boerderijleven missen want wat ben ik van dit leven gaan houden hier. De eerste weken had ik echt niet gedacht zo gelukkig te worden in zo'n verlaten gebied maar uiteindelijk ben ik door alle eenzaamheid en tegenslagen alleen maar sterker geworden. Degene die nu nog durft te zeggen dat ik niet alleen kan zijn zet ik zonder pardon op het eerste de beste vliegtuig richting Tasmanië, Woolnorth. Succes ermee!
Ik excuseer me voor deze alledaagse blog zonder wilde belevenissen. Ditmaal geen gespring uit een vliegtuig, valpartij met de mountainbike, kopje onder tijdens het raften maar wel weer een levensles en geld op de bank rijker. Dat laatste is iets waar jullie niets aan hebben, maar wat voor mij tamelijk belangrijk is om mijn reis weer te kunnen vervolgen richting Brisbane en Kaapstad.
Well guys, dit was het voor nu. Ik zal de laatste daagjes nog even mijn spierballen trainen want zonder gekheid, spierballen heb ik hier zeker ontwikkeld. Okè, de vrouwelijke Arnold Schwarzenegger ben ik bij lange na niet maar wanneer ik ze bestudeer schrik ik er van. Onge-freaking-looflijk, wat een knoeperds. Maar goed, ik dwaal af... wat ik als laatste wil zeggen tegen jullie is dat ik het gewoon weer geflikt heb, een avontuur dat me voor de rest van m'n leven bij zal blijven, inclusief alle negatieve ervaringen. Daarom kan ik me op dit moment maar bij èèn zangeres aansluiten: Kelly Clarkson. Want zij was degene die zong: 'what doesn't kills you makes you stronger'.
Amen to that!
- comments
mem Bist een held .. Knap jer dost dy jir troch hinne wrot hast. Grutsk binne ik op dy . Your my country girl ♡♡ Topperrrrr. Xx
Jeanet Regnerus Wat ben jij een geweldige schrijfster! Ik zat voor een paar minuten in Tasmanie. Indrukwekkend waar je enhoe je er doorheen gaat. Petje af!
Rudmer Wot haste wer een mooi verhaal, do beleefst der ol wot jer. Ik fien ut knap dost do die der sa sterk haldste, ik die ut die egt net nei. Ik fien ut mooi dost die sa trochsest. Ik soe sese gjin sa troch en geniet straks fon jim wieken mei corien!! Groeten dien grutske broer!!
aaf Doe mast er een boek fon meitsje!!
Esra Bedankt voor jullie reacties, vind ik lief!
Bert en Ietsje Nieuwenhuis Wat een geweldig avontuur maak je mee Esra, en wat zet je het allemaal prachtig op papier. Fijn om te lezen hoe je je grote reis ervaart.
Heit Bin wiis mei dy. Wa wol no net san dochter . Doch dyn best mar ek foaral foarsichtig.. En foar dy spierballen haw ik aanst thus nog wol wat klusjes :) Dikke kroep fan heit
Annie Prins Och leave wot wear een mooi verhaal .wat een grutte reiszak vol mei hele mooie verhalen een dikke tuut .
Jogchem en Henny Wat ben je een bijzondere vrouw Esra, realistisch met veel humor en doorzettingsvermogen. Wat knap dat je alle ervaringen zo positief kunt vertalen en zo prachtig kunt omschrijven, ik heb weer genoten. Je laatste werkdag zit erop, wens je veel plezier bij het volgend avontuur. Jogchem en Henny
Ria Wijmenga Super verhaal wer Esra, ha wer genoten. Knap dost die der wer troch sleurt hast. Een geweldige belevenis om nooit te ferjitten. Bist een kanjer!!
Hanny Linek Wat kan je prachtig beeldend schrijven Esra, je ziet de film voor je als we je skitterende verhalen lezen. Groetjes Christian en Hanny Linek.