Profile
Blog
Photos
Videos
*Samsung wekkermuziek gaat af*
Swop, stilte! Het klokje tikte alsnog vrolijk door, 05:00 gaf 'ie aan. In slowmotion stapte ik m'n bed uit. Langzaamaan begreep ik wat voor dag het was. De grote dag waarbij ik Michael en Florence ging verlaten en ik m'n zoveelste avontuur tegemoet ging. M'n backpack stond me al grijzend in de hoek aan te kijken. Na vier weken rust op de grote stoel mocht 'ie vanaf vandaag weer keihard aan het werk. Nadat ik m'n laatste ontbijtje in Oackleigh achter de kiezen had droeg ik m'n spullen naar de laadruimte. Uiteraard moest ik eerst Michael nog even helpen om een mega zware generator in het busje te sjouwen. Waar hij die nou weer vandaan gesjatterd had is mij nog steeds een vraag, haha.
Ik ging voor de laatste maal naar binnen, zei gedag tegen Schnitzel en Cody en terwijl ik de deurkruk vasthield fluisterde ik tegen Flo: 'I wanna thank you once more for the great time I had with you guys. I will miss you'. Ik wist dat ik haar niet wakker zou maken met m'n gefluister omdat ik na vier weken wel weet dat ze een lichte slaper is en dus allang wakker was geworden van ons. 'Thank you for helping us, I will miss you too' hoorde ik vanuit het donker. Kort daarna sloot ik de deur achter me, weer een geweldig en leerzaam hoofdstuk afgesloten.
Michael reed me naar Chadstone waar ik de bus om kwart over zes nam naar St. Kilda. De plek waar de opstapplaats voor de bus was. Natuurlijk was ik veel te vroeg, moest nog zestig minuten wachten maar dat had ik er graag voor over. Beter te vroeg dan stressen in de bus. Om acht uur reden we weg, ik maakte kennis met Anne Herman, de nuchtere friese boerenjongen van het stel. Het plan was om fries te gaan praten tegen elkaar maar tegen Sebas en Sjoerd praatte ik al snel weer kollumers/nederlands. Kortom: plat. Volgeladen met tien duitsers, waarvan één ontzettend klef en vooral simpel, kriebelmakend stel en twee engelsen gingen we onder begeleiding van good old Brian op pad. Hij is het type man dat nog net iets te jong is om met pensioen te gaan maar ook helaas net iets te oud is om zijn vak nog met enige enthousiasme uit te kunnen oefenen. Het tellen van de passagiers werd bijvoorbeeld overgeslagen, waardoor we na een kilometer rijden weer terug konden omdat iemand twee lege stoelen opmerkte. Het praatje over de omgeving bleef ook achterwege maar gelukkig hadden de friezen energie voor tien, genoeg dingen om over te ouwehoeren. Vooral flauwe grappen over de duitsers die de ruimte bezetten of een meid die we op Eva Braun vonden lijken. Smakeloze grappen dus. Na een aantal uren rijden over 'the great ocean road', wat echt fabuleus was, brachten we de nacht door in the middle of nowhere. Voor de verandering. We hebben de zonsondergang bewonderd bij The Twelve Apostels. 'S avonds hebben we een koude kletser aan de bar gehad en daarna ben ik moe maar voldaan onder de wol gekropen. Het was een geslaagde eerste dag met de drie mannen.
De volgende ochtend moesten we alweer vroeg vertrekken, ditmaal gingen we de zonsopgang bij The Twelve Apostels meemaken. Terwijl we er naar toe reden zag ik drie kangoeroes naast elkaar staan op een berg, drie paar oortjes naast elkaar met de zon op de achtergrond. Geweldig. Bij 'de beruchte stenen' aangekomen maakte ik weer veelsteveel foto's van het mooie uitzicht. Op het zand zag je allemaal voetsporen, de pinguïns hadden hier gekoest en waren 's ochtends vroeg weer gevlucht voor de Jappen, Duitsers, Hollanders, Ieren, Engelsen, Koreanen. Kortom, de toeristen.
Na een rit van een uur volgden we de gids voor een korte wandeling door de bossen. Hierna gingen we lunchen, het grappige is dat iedereen in het begin stond af te wachten rond de tafel maar je kon nu langzaamaan beginnen met personen aan te wijzen die als eerste aanvielen. Waaronder Anne Herman. Die likte z'n laatste kruimeltje brood van het bord terwijl wij ons eerste broodje pakten en nog om een bord zochten. Toen ik na m'n lunch even naar de wc liep zag ik twee mensen bij een boom staan, een koala lag daar bovenin te chillen. Zo schattig. Iedereen natuurlijk de camera erbij en compleet gefocust op die koala. Ineens roept iemand vrij kalm: 'Kijk, daar is een slang'. En ja, verduld, terwijl wij ooh en aah'end naar de koala keken kronkelde er een slang achter ons. Later hoorden we dat het de gevaarlijke variant was (tigersnake). Het gekke is dat je er op dat moment helemaal niet bang voor bent, je zit er eerder met je neus bovenop om het allemaal eens te bestuderen. Geluk hadden we wel, stel dat een van de groep er per ongeluk op was gaan staan.
Rond vier uur in de middag kwamen we in Grampions Valley aan. De wandeling die we in eerste instantie zouden doen ging niet door vanwege bosbranden en daardoor dus afgesloten gebieden. Hier was ik ook niet bepaald rouwig om aangezien het 43 graden was. We zaten wel in een heel knus huisje. Kaketoes die om ons huisje heen vlogen en die we voerden met Japanse mix. Het huisje had zelfs airco. Dat was echt heerlijk. Voor de eerste tien minuten dan want kort daarna viel het stroom uit. Het zou er rond 20:00 weer opzitten maar het uiteindelijke tijdstip waarop de stroom weer aanging was 02:00. Dit zijn typisch Australiërs, ze lullen maar een eind in de ruimte. Daarom voegen ze ook overal 'ish' achter. 'We'll be having dinner at 8'ish'. Kortom, we eten rond 22:00. Ach, op een gegeven moment wen je er aan maar de mannen, die gewend zijn om stipt 18:00 te eten hebben de eerste dagen nogal wat 'omgefoeterd'! Geen kopje koffie om 09:00, geen lunch om 12:00, geen bakje koffie om 15:00 en als toetje ook nog geen eten om 18:00. Het hele systeem was in de war bij de mannen. Over mannen gesproken... het zijn eigenlijk net vrouwen te aldwiefjen. 'Ja, ik heb de gel van de action gewoon hoor, dat is de beste'. De ander: 'Oh echt waar, ik ook maar dacht dat ik als enige altijd naar de action ging. Durf dat dan ook niet te zeggen.' Het eerste persoon: 'Oooh, nee hoor daar maak ik geen geheim van hoor. Die gel is de beste die er is. Absoluut'. En dan was dit nog de verkorte versie... de eerste paar dagen klapperden de oren mij er van. Ze keuvelden zowaar nog meer over pietluttige dingetjes als vrouwen. Fascinerend!
De volgende ochtend stond er een wandeling op de planning. Aangezien onze gids weinig tot niets zei over de activiteiten had ik net m'n backpack mét wandelschoenen achterin de laadruimte geduwd. Je snapt, Brian vertelde dit toen we al in het busje zaten er naar toe. Ik keek nog eens naar m'n slippers en ik begon te ko-ken van woede. Duuvels. Waarom die man dat niet een dag van te voren vertelde en dat ik nu niet meer bij m'n backpack en dus m'n schoenen kon en door hem dat gallige stuk op de slippers moest doen etc. Ik geloof overigens niet dat Brian het verstond. Misschien maar beter. Tien minuten later stonden we buiten. Omsingeld door de vele Duitsers die wel sneakers droegen omdat ze die vrijwel de hele tijd aan hielden. De Hollanders vielen mooi buiten de boot met hun slippers. Degene die ècht de show stal was Sebastiaan Appelhof. Hij wilde dichter bij de aboriginals staan en beweerde dat, als de abo's vroeger ook altijd op bloten konden lopen, hij dat anno 2014 ook nog kon. Ik heb hem nog gevraagd of hij het zeker wist maar hij was al vertrokken. Althans, schouderophalend probeerde hij pijnvrij het bos te bereiken via de steentjes. Toen zag ik al aan z'n gezicht dat hij er spijt van had, maar eigenwijs als hij was wilde hij niet vijf meter teruglopen om alsnog zijn slippers te pakken. Dit werd een memorabele wandeling. Hoe langer we liepen hoe beter m'n humeur weer werd. Ik had even alle negatieve dingen uit m'n mond laten rollen en had nu leedvermaak wanneer ik achterom naar Sebas keek. Zelf moest ik ook goed opletten dat ik m'n voorste tanden niet verloor vanwege een boomstronk want de moeilijkheidsgraad gaat drastisch omhoog wanneer je op slippers een berg moet beklimmen (3 uren in totaal).
Na een moeizame maar indrukwekkende wandeling kwamen we drie uren later weer terug bij de bus. Sebastiaan volgde tergend langzaam, hij gaf toe dat het inderdaad niet zo'n handig idee was. Gelukkig konden we nu zeven uren uitrusten in de bus. Op naar Adelaide waar we rond zeven uur in de avond aankwamen in een super hostel. Ik ging als eerste even m'n whatsapp checken om m'n ouders te laten weten dat ik nog in leven was. Tamelijk belangrijk. Ik stuurde een paar foto's van de afgelopen dagen en kreeg een geluidsopname van Mem weer terug. Let op: dit is grappig. Toen we in het bos liepen zei ik al tegen de jongens. Ik weet nu al, wanneer m'n moeder me ziet lopen op de slippers gaat ze dit zeggen: 'Esra, wearom rinstoe der op slippers om op die berg. Bist idioat. Du hast twa pear wandelskwon mei en don dost die slippers oan. Der hast hielendol gjin steun oan mon, levensgevaarlijk omkoal.' De mannen en vooral ik lagen in een deuk want ik wíst dat dit ging gebeuren zij het in een iets andere versie. Terug naar de geluidsopname, dat ging als volgt: 'Hey Esra, now sit ik die foto's even te besjen maar wol hondig mei dien teenslippers op die rotsen. Doch dien wondelskwon even oan ja, der hast ze foar kocht. Straks uitgliedsjen en dan sisse ze, meisje verongelukt in Australië, had teenslippers aan. Hoeje hoeje hoeje hoeje mogelijk. Noh oplette now. Dooei, lekker sliepe'. Werkelijk waar, we kwamen niet meer bij. Hahah geweldig, het klopte precies. Zelfs nu spelen we het filmpje af en toe nog af. Gewoon, omdat er zo'n mooi verhaal aan zit.
De volgende dag hadden we een vrije dag te besteden in Adelaide. Ik en nog iemand hadden er zin in. Nieuwe stad, nieuwe omgeving, nieuwe mensen. Twee anderen hadden er iets minder behoefte aan. We gingen eerst met de tram naar Glenelg beach (ov is hier ook een ramp). Hierna wilden we een stukje wandelen in The Botanicals Garden. Helaas waren de andere twee iets minder enthousiast en verlieten ons na een kort gesprekje. Ik ging samen verder met de overgebleven persoon, op naar het casino! Daar zaten allemaal oude struikjes die constant een beweging maakten, weer een nieuwe coin in de gleuf stoppen. Waarschijnlijk hebben ze geen kleinkinderen die hun geld kunnen erven. Kort hierna haalden we een McFlurry, ik had uiteraard weer net de verkeerde besteld maar er werd met liefde geruild. De dag was toch nog geslaagd! Terug in de hotelkamer waren de mannen er niet. Wij gingen even relaxen en kregen kort daarna een appje waar ze waren. Union hotel, op het terras. Daar aangekomen was het humeur gelukkig weer opgeknapt. Het werd weer gezellig, totdat we iets moesten eten. We wilden best in Union hotel een pizza eten maar konden ook naar Chinatown gaan. Iedereen was het er over eens, Chinatown it is. Helaas raakten we in een korte discussie verwikkeld toen we daadwerkelijk in Chinatown stonden over de definitieve locatie en probeerde ik iemand nog te waarschuwen over het feit dat het geen NL'se bami chinees was. Ik was bang dat we anders, wanneer we net zaten, weer konden vertrekken omdat het menu niet goed was. Mis, de eerste liep boos weg. Toen waren er nog drie. Wij gingen naar een chinees maar de ene stond erop dat we de weggelopen man gingen bellen. De andere wilde dit niet waardoor de tweede ook boos weg paradeerde. Drama alom. Het voelde alsof ik in een overdreven scéne van GTST beland was. Nu waren we dus wéér met z'n tweetjes over. Voor de laatste maal zochten we een andere chinees op waar we heerlijke curry gegeten hebben. We hebben een lange tijd over het leven gekletst. Ondertussen verwonderde ik me nog steeds over het feit dat er naast dramaqueens ook zeker dramakings bestaan. Alhoewel het laatste gedeelte zich afspeelde met alcohol in hun bloed. Ondanks alles dacht ik, toen ik op bed lag, met een fijn gevoel terug aan Adelaide. Bedankt, mooie stad.
De volgende dag vertrokken we rond 06:00, sommige Duitsers van het vorige busje deden deze tour ook en zaten al te wachten in het busje. Gelukkig geen Brian meer, waarschijnlijk hadden we het ook niet overleefd als we met hem de woestijn door moesten crossen. Onze nieuwe gids heette Bronnie, een 30, 31 of 32 jarige pittige tante. Ze kwam na tien minuten al met een geniaal idee aanzetten. Aangezien we niet naar een bepaalde plek konden vanwege de bosbranden wilde ze met ons op de zoutvlakte slapen. Ik moest 2 seconden nadenken maar zag het daarna helemaal zitten. Geweldig, kom maar op met het avontuur! Met wederom tien Duitsers, twee Engelsen, twee Zwitsers, een fransman en vier Hollanders lieten we Melbourne achter ons. Ik was in m'n nopjes. Tussen de middag haalden we de laatste dingetjes bij de supermarkt, ook een zaklamp voor de mensen die nog geen zaklamp hadden. Ik had gelukkig een nieuwe van Michael gekregen voor ik weg ging. Toen we er bijna waren hadden wij, de Friezen, nog een discussie over de tenten die bovenop het trailertje geklapt was. Ik dacht dat het één grote tent was, de mannen zeiden dat het waarschijnlijk tweepersoons tenten waren. Als ik er op terug kijk moet ik wel grinniken, wat schattig en naiëf waren we toen nog. Er zou er nooit ook maar één tent aan te pas komen.
In het schemerdonker kwamen we na heel veel km's aan. Er werd salade met kip gemaakt met behulp van de zaklampen erbij want er was helemaal niets daar. Geen licht, geen drinkbaar water, geen wc, geen douche, maar wel 35 graden. Dit had ze in de bus al verteld dus hier waren we op voorbereidt. Ondertussen spotten Anne Herman en ik nog een schorpioen. Hos toh gezellâh?
Na het eten liepen we naar de zoutvlakte, onderweg zag je allemaal glinsterende diamantjes. Klinkt romantisch maar het bleken spinnenoogjes te zijn. Na tien minuten wandelen moesten we een treinspoor oversteken. Toen we er op stonden meende ik iets te horen. 'Sssst', zei ik, 'volgens mij hoor ik een trein'. Die mannen lachen: 'Ahjonge nee, dat kan je horen aan de rails dus die ploften beiden tegelijk met het oor op de rails. Ik zei nogmaals, 'jongens het is volgens mij echt waar. Ik geloof dat ik daar een licht zie aankomen in de bocht.' De mannen keken op en daar was het licht inderdaad, precies op ons gericht. Dertig seconden later stonden we naast elkaar de hoofdjes van links naar rechts bewegend de kilometerlange trein te bewonderen. Uiteraard stond ik er met een grijns naar te kijken, de laatste wagon was voorbij en ik riep meteen dat ik dus wél gelijk had. De mannetjes waren nu heerlijk ingetogen en konden niets anders dan schoorvoetend toegeven. Ik was zo blij als een kind.
De zoutvlakte was inderdaad zout, heel zout. Prachtig om te zien ook al was het in het donker. Ik had even het gevoel in NL te zijn met wit knisperend sneeuw onder me. Al met al waren we een uur later weer 'op de camping'. Het was tijd om te slapen maar we zagen helemaal geen tenten. Die zouden we dus ook nooit zien. Wij gingen zes nachten in een swag slapen. Klinkt heel stoer en eigenlijk is dat het ook. Een swag is een piepschuimmatrasje waar je op of eventueel in kunt gaan liggen met je slaapzak. Een oprolbaar bed dus. We gingen onder de sterrenhemel slapen, hoe eng en gaaf was dat! We klapten onze bedjes naast elkaar, ik in het midden want dan voelde ik me toch nog een beetje veilig. Bronnie kwam al snel aanlopen met de zaklamp. Of we overreden wilden worden? Euh, nee? Dan was het handiger om een plekje dichter bij ons busje te zoeken omdat we nu midden op de weg lagen waarbij je toegang krijgt tot deze plek. Hoppa, de vier Hollanders de swag twintig meter verderop weer neerleggen. Poging 2. Met een extreem warme wind probeerden we te slapen. Af en toe werd ik wakker, keek ik naar de sterren en dacht ik, wat een ontzettend gaaf leven heb ik waarna ik glimlachend weer in een ondiepe slaap viel.
De volgende ochtend werden we vroeg gewekt door de muggen. Ik overdrijf niet maar minstens twintig muggen per persoon was het minimale. De rest droegen allemaal muggenetjes, wij als Nederlanders waren te eigenwijs en hadden geweigerd netjes te kopen de vorige dag. Nu waren wij dus de enige vier die niets droegen en constant om ons heen liepen te meppen. Gelukkig waren wij de eerstvolgende stop ook trotse eigenaars van een zeer charmant muggennetje. We vervolgden onze reis naar Coober Pedy. Een dorp waarvan 70% onder de grond woont. Het hele jaar door is het onder de grond 25 graden, een ideale temperatuur voor in de winter en de zomer. Ik zou persoonlijk helemaal gek worden zo onder de grond en in het midden van de woestijn maar als je wel geinteresseerd bent kost het je $250.000 om een ondergronds 'huis' te kopen. Coober Pedy is bekend geworden door z'n opal mijnen. Vroeger werd hier heel veel opal gevonden en tot op de dag van vandaag zoeken ze er nog naar. Opal wordt o.a. gebruikt om sieraden te maken. Toen de mannen hier vroeger keihard werkten kregen ze 20 liter per persoon te besteden voor twee weken. Hiervan moesten ze ook koken, drinken, kleding wassen, alles. Coober Pedy heeft een interessant stukje historie én het was er lekker warm, 46 graden! De trui kon wel uit.
'S avonds hebben we met z'n allen bij de pizzeria gegeten en zijn daarna doorgegaan naar een opvang voor kangoeroes. Je kon ze hier aaien en voeren. We hadden het geluk dat er net een baby kangoeroe binnen was gebracht. Alle meiden (inclusief mezelf) stonden om het tere poppetje heen te 'aaaaaaaaaah'en' toen hij de fles kreeg. Wat een lekker ventje was dat. Na deze geslaagde aaf ging de helft nog even naar een hotel in het dorp waar een bar bij zat. Hier heb ik Bronnie keihard ingemaakt met airhockey (en heeft Sebastiaan van me gewonnen met poolen, maar dat is natuurlijk minder leuk om te vertellen). Rond half twaalf gingen we naar onze bunkhouse. We zouden net op bed gaan toen er twee meiden van de andere groep ons uitnodigden om bij hun te gaan zitten. Haha, dat ging mal daar. We deden allemaal leuke (drank)spelletjes. 'Farmgame', en 'Bet on the horses'. Voor we het wisten was het 02:00. Misschien moesten we toch maar even op bed gaan want de wekker ging om 05:00 weer.
De volgende ochtend was redelijk zwaar, het was een domme zet van me geweest om zo laat op bed te gaan aangezien ik mezelf ken en zo slap als een vaatdoek word als ik te weinig slaap krijg. Maar goed, gas op die lolly! Er moest geleefd worden. Gelukkig hoefden we niet veel te doen behalve acht uren in de bus te zitten. Onderweg deden we een voorstellingsrondje door middel van een aantal vragen waar we antwoord op moesten geven. Dit ben ik in een notendop: 'Hallo, mijn naam is Esra, 22 jaar en werk als tandartsassistente in Nederland. Ik hou van m'n familie, vrienden en m'n hond Boas. Ik ben hier omdat ik altijd al wilde reizen sinds ik klein was. Vroeger wilde ik graag zuster in een busje in Afrika worden maar toen ik er achter kwam dat dat te gevaarlijk was is dit reisplan er jaren later uitgerold. Ik heb een gloeiende hekel aan uien en haaien en één dronken moment kan ik niet bedenken omdat ik er teveel heb dus vertel een genant verhaal over de alarmknop die ik voor waterkraan aanzag in Nieuw Zeeland'. Iedereen had nu wel een beetje een idee wie ik was.
Na een lange, lange busrit kwamen we eindelijk bij het walhalla uit - the Uluru rocks! Dit is een gigantisch grote steen die miljoenen jaren geleden gevormd is onder water. We gingen hier kijken naar de zonsondergang met een fles witte wijn. Hierna werd het eten bereidt. Wij zaten met z'n allen om een lange grote tafel (op onze backpack want de stoelen waren gejat). Helaas trokken we nogal wat bekijks, of de tl-lamp eigenlijk. Het ene beest vloog ons nog om de oren terwijl het andere gekke beest alweer aan kwam vliegen. Ondertussen liep er nog een vieze spin over de grond, die doodgemaakt werd met een slipper en binnen no time opgepeuzeld werd door mieren. Af en toen sprong er een sprinkhaan op de tafel of had je weer zo'n kevertje op je zitten. Ik kon het met m'n weinige slaap niet allemaal meer bolwerken. Na het eten wilde ik even een ontspannen douche nemen. Oh jongens, ik begon net te neuriën toen ik ineens een mega kever een halve meter bij me vandaan zag zitten. Hij leefde nog want ik zag z'n sprietjes bewegen. Weg ontspannen douche. Met m'n blik onafgebroken op het gore beest douchte ik me snel en kleedde me nog sneller aan. Behendig glipte ik langs het beest. Pff, nu was ik éven klaar met die beesten hoor. Ik deed m'n haar, ontspande weer enigszins en zou naar de uitgang lopen. MIS! Een enorme zwarte spin bij de uitgang. Met een rood hoofd dat op janken stond liep ik weer terug naar een van m'n teamgenoten. Net toen ze me rustig gepraat had wilde ik er langs lopen, maar dat dacht die spin ook net. En snel, snel dat 'ie was! Niet normaal!! Ik was weer terug bij af. Na tien minuten kroop de spin in een hoekje en vloog ik als de wiedeweerga naar de uitgang. Dat was de eerste keer dat ik naar m'n insectenvrije bed verlangde. Hoe zou ik ooit deze nacht overleven op de grond temidden van alle beesten? Drie uren later, 23.30 gaf m'n mobiel aan, was vrouw Pander natuurlijk weer als allerlaatste van de groep aan het hannessen met de swag. Wonder boven wonder heb ik die nacht toch nog goed geslapen.
Kwart over vier werden we weer gewekt door Bronnie. We gingen ontbijten met zonsopgang bij de Uluru. Die zonsopgangen en ondergangen gingen me zo langzamerhand een beetje de keel uit te hangen (verwend he). Hierna begonnen we aan onze eerste wandeling, over de berg Kata Tjuta. Ik had er de kracht niet meer voor. De dagen in de woestijn begonnen me op te breken. Het was gelukkig wel super mooi, we liepen tussen allemaal rode bergen met een fenomenaal uitzicht. 'S middags hadden we eindelijk wat vrije tijd. Sjoerd en ik gingen even bij de kamelen kijken die verderop stonden. Ik vond een schattige kleine kameel en liep er al 'lekker ventsje roepend' naar toe. Het leek alsof die me een kusje wilde geven tot ik ineens een grote open mond op me af zag komen. Neee, m'n muggennet! Ik trok razendsnel m'n hoofd naar achteren en Sjoerd trok de muggennet woest uit zijn mond. Daar was ik bijna mijn nummer een overlevingsvoorwerp in de woestijn verloren. Na dit avontuur hield ik gepaste afstand en aaide ik 'm alleen nog over z'n hoofd. Hierna hebben we even lekker geslapen in de swag tot we gewekt werden door een stortbui. Regen, eindelijk, heerlijk!
De avond kwam alweer snel dichterbij, we gingen een gezellig potje pesten, met insecten maar daar kon ik nu wel mee omgaan. We waren zo fanatiek aan het paardrijden met de pestkaarten dat de een nog luider dan de ander schreeuwde. Spoedig kwam de buurman aanzetten, of het iets stiller kon. Oeps. Na een geslaagde avond ging ik me uiterst relaxed klaarmaken om 'weer op swag' te gaan. Rustig liep ik naar m'n swag met de tandenborstel in de hand tot ik ineens stokstijf stil stond. Dit méééén je niet. Er stond een dingo (wilde hond) in de vuilniszak te speuren bij de buren. Snel klampte ik me vast aan de oude zwitserse man die voor me liep met enkel een stralend witte onderbroek aan. 's***, it's a dingo, what now?' De man, niet heel snugger zei met een frans accent: 'Don be scare, ies no dangerousss, I get my flashlight'. Ik liep snel verder terwijl ik al voor me zag hoe de witte onderbroek straks in flarden door de lucht zou vliegen. Gelukkig schoot de dingo weg, helaas richting de bus waar ik nog heen moest. Vliegensvlug vloog ik in de bus en vervolgde daarna angstig m'n weg naar m'n swag. Wat een ellende weer. Twee minuten later zag ik een tweede dingo volgen die een rondje ging doen door onze open keuken. Hij stond met z'n poten op ons aanrecht. Na het bezoekje aan ons besloot 'ie bij de buren te gaan koekeloeren aan de andere kant van het hek. Die man kwam schreeuwend naar buiten waarbij de dingo struikelde over de vuilnisbakken. Even moest iedereen lachen maar al snel was het weer doodstil. Zucht, was ik nu weer als enige wakker? Ik kroop diep in m'n swag. Twee uur later werd ik wakker, gelukkig was Sebas ook wakker of ik had 'm wakker gemaakt. Dat weet ik niet meer. Samen liepen we naar de wc, ik klampte me aan 'm vast zo hard als ik kon. Aangezien de vrouwen wc dertig meter verderop was schoot ik ook de mannen wc in. Toen ik het hokje uitliep en m'n handen zou wassen zag ik Sebastiaans benauwde gezicht. Wat is er vroeg ik, maar ik hoorde het al. Er was weer een dingo, ditmaal heel dichtbij de wc uitgang. Sebastiaan keek voorzichtig om het hoekje. Vliegensvlug liepen we terug en stond ik min of meer te juichen toen we er om vijf uur weer uit moesten. Het was heel gezellig, maar voor nu wilde ik maar een ding: Wegwezen hier!
Ondanks het feit dat we nog maar een nachtje in de wildernis tegoed hadden was ik toch een beetje verdrietig. Onze laatste nacht onder de sterrenhemel, hierna hoefden we niet meer uit te kijken naar schorpioenen, spinnen of andere ondefinieërbare insecten. De zaklamp te gebruiken om te voorkomen dat je op een slang staat werd dan ook overbodig. Maar voor we weer in onze swag konden hadden we eerst nog een wandeling in het verschiet door Kings Canyon. Het begin was behoorlijk pittig omdat het heel steil was maar de wandeling door de valley was geweldig. Uiteraard moest ik weer naar de wc, die er niet was dus heb ik met gevaar voor eigen leven een plekje tussen de bosjes gezocht. Dit was hetzelfde verhaal tijdens de wandeling rondom de Uluru. Gelukkig geen slang tegengekomen. De uitzichten waren prachtig maar eerlijk gezegd was ik nu wel even klaar met al die rooie rotsen. Toen we op onze campsite aankwamen hebben Sjoerd en ik chillend op een swag naar een serie op de laptop gekeken. Dat kan gewoon, midden in de wildernis. Hierna hebben we lam gegeten met een andere groep en timtams gehad als afsluiting (overheerlijke chocolade). De laatste nacht heb ik in de slaapzak geslapen want brrr het was koud. We konden uitslapen tot kwart over vijf. Hierna hebben we voor de laatste keer de swags opgerold en zijn we vertrokken richting Alice springs. Onze eindbestemming. Onderweg kwamen we nog een dooie kangoeroe tegen waarbij Bronnie ging checken of er nog een baby kangoeroe in vertoefde. Gelukkig was dit niet het geval, het bleek om een dood mannetje te gaan.
Toen we arriveerden in Alice Springs gaf Bronnie meteen aan vanavond geen reisleidster meer te zijn en we mochten haar dus ook geen praktische vragen meer stellen. Juist. Ons afscheidsdiner zou plaatsvinden in Annie's Place - het hostel waar wij sliepen. We waren gelijk in de feeststemming toen we aankwamen. Wow, het leek op een resort. In werkelijkheid was het een aftands gebouw met een simpele wc en douche maar ik kon m'n geluk niet op. Wat een walhalla na een paar dagen wildernis. Nadat ik een heerlijke warme douche had genomen viste ik twee jurkjes onderuit m'n backpack. Meer keus had ik niet. Er zat een Twents meisje buiten op het dakterras die ik meteen bombardeerde tot nagelstyliste. Dan kon ik in ieder geval iemand de schuld geven als m'n rooie nagellak naast de nagels terecht kwam. Gelukkig was dit niet het geval. Ik zat een beetje luidop te dromen over een steiltang tot zij ineens zei: 'Hey, wacht, ik heb nog een. Een kleintje, die lag hier nog'. Ooeeeeh, my lucky day!! Helaas kwam ik er na een half uur achter dat de steiltang met een reden achter was gebleven. Hij was kapot. Dan maar zo. Voelde me na 6 dagen wildernis ook wel vrouwelijk in een jurkje met roodgelakte nageltjes.
Eenmaal beneden was het één groot feest. De stemming zat er meteen in, het leek wel één grote apresskibar. Allemaal groepen aan lange tafels die luidkeels meezongen en op de tafels dansten en sprongen. Mijn avond kon al niet meer stuk. De wijntjes proefden naar gouden cola en ging (ik leer het ook nooit) met een noodgang, volop genietend, naar binnen. Iedereen was zo blij dat ze de woestijn hadden overleefd dat ze stuk voor stuk uit hun plaat gingen. Wat een ge-wel-dig feest. Helaas ging de avond veel te snel voorbij. De muziek stopte, het liep langzaamaan leeg maar vrouw Pander stond nog te stuiteren van de energie. Onze ex-gids Bronnie zei dat we naar het casino moesten. Daar was meestal groot feest en een ruime dansvloer. Samen met vijf anderen liepen we naar buiten. We bleken wel een taxi nodig te hebben voor dat ritje. Drie haakten af waardoor Bronnie en een fransman en ik overbleven. Hop, die taxi in.
Vijftien minuten later stapten we voor een kolossaal gebouw weer uit. Verduld, het was echt een casino. Ik dacht dat het de naam van de discotheek was maar ik zag al allemaal gokautomaten staan. Uiteraard moesten we eerst onze id-kaart laten zien (Bronnie vertelde met rode ogen aan de bewaking dat ze drie bier had gehad, wat er in werkelijkheid negen waren). Lachend liepen we naar binnen. Helaas verging ons dat snel toen we bij de 'beruchte drukke dansvloer' uitkwamen. Helemaal niemand, het was gesloten! Wat een domper. Bronnie leek er niet mee te zitten want die ging meteen zoek naar een gokautomaat. Wij struunden die hele casino af om een automaat waar een dolfijn boven stond. Ze bleef maar doorgaan over die dolfijn, gelukkig keeeg ik haar zover om te spelen op een gokautomaat met een tijgericoontje. Wij waren ook de enige blanken, op het personeel na, die stond te gokken. Voor de rest waren het alleen maar aboriginals. Stelletje idioten, drie uur 's nachts in zo'n casino zitten. Alhoewel wij hetzelfde deden op dat moment. Na een korte tijd stonden we weer buiten, wachten op de taxi en op Bronnie die nog even naar de wc moest. Twintig minuten later was ze er nog niet waarop ik mompelend weer naar binnen ging. Drie rondjes gelopen en op een paar aanstarende aboriginals na geen blanke meid te zien. Ik gaf haar uiterlijk door aan de beveiliging maar ze wisten ook van niets. Een half uur later: 'Madame, I think I found your friend'. Hij liep een stuk voor me uit naar een afgelegen deur, gooide die open en voila, daar lag onze ex-gids die ons op een nuchter tijdstip kilometers door de woestijn getuft had, voorzien had van vele nieuwe informatie over de cultuur, ons lekker eten voorgeschoteld had, ons gewekt had voor een nieuw avontuur en bovenal mij gerustgesteld had m.b.t dodelijke insecten, nu zelf laveloos in een hoekje opgekruld op de loungebank van het casino. Lachend heb ik haar voorzichtig omhoog gehesen en zijn we met z'n drietjes naar de taxi gelopen om vanaf daar weer veilig naar huis te gaan. Alice Springs, you were awesome!
Na nog een laatste relaxte dag in Alice Springs was het tijd om te vertrekken en hopten we met z'n allen in de shuttle. We hadden een vlucht naar Sydney in het vooruitzicht. Ik vloog avontuur 336 alweer tegemoet. Ik was benieuwd of de stad mooier zou zijn zonder heimwee en besloot het nog een kans te geven. Toen we opstegen en ik het zand langzaam onder me zag verdwijnen dacht ik voordat ik m'n ogen sloot nog één ding:
"Bedankt South Australia en Northern Territory voor het mij officieel dopen tot een wildkampeerder. Ik vind dat ik die benaming nu wel verdiend heb na zoveel nachten in de buitenlucht met de meest angstaanjagende beesten om me heen... ''I freaking survived the outback!"
- comments
Ale en Jelkje Wat een groot avontuur wij zijn net terug van Vietnam 1530km gefietst ook een belevenis maar niet zo spannend als dat van jou en met veeeeeel minder insecten wel veel scooters en toeterende auto's en bussen maar een vakantie om niet te vergeten VR gr ale en Jelkje
Rudmer Nou esra, dot is een elle lange verhaal. Do vermakkest die best les ik wol. En wot een mooie en sponnende verhalen jer. Ol die insecten en die Dingo's haha, do geniest der wol fon mei ol die drank haha. Hey sistah ik soe sese geniet der nog een prutte fon!! Gr dien brothah!!!
Jenny Man! Moet er een ochtend voor uittrekken,maar dan lees je ook wat! :) hey meid heel veel plezier en take care of yourself! Dikke tut Jenny
Mem MAN O MAN BEN BIJNA 20 MIN AANT LEZEN GEWEEST. WE MOETEN ECHT EEN UITGEVER ZOEKEN.MACHTIG JOU VERHALEN.HIER ZIT EEN TROTSE MEM.JE DOET T TOCH MAAR EVEN.TIS NIET ZUSTER IN EEN BUS GEWORDEN,MAAR WEL EEN HEEL MOOI MENS IN EEN BUS:-)) LEKKER GENIETEN NOG EN IK ZIE NU AL WEER UIT NAAR JOU VOLGENDE BLOG. XX HFD
MEM OEPS ZIE T NU HELE GROTE LETTER ...... HINT NIX HAST 50 HE !!!!
heit goh.....myn famke... wat ik sizze soe is al sein :) dikke tut van grutske heit
monique Hey Esra ik ha dr een styfe nek fan.... wat een verhaal,do bist een kanjer jer! XXX
Annie Krekt ut zelfde wot Monique seit een sfyne nek ,maar dot hinnert niks ,ut wie wear een bjusterbaarlijk avontuur ,geniet er foan en tot ut volgend verhaal xxx.
Michel Top verhaal weer en geniet er van!
Hanny Linek Supercalifrigilistisch nog nooit zo mooie reisverhalen gelezen, snel een uitgever zoeken b.v. voor Loney Planet. Hier begint de zon ook weer zijn best te doen. Wij kijken al uit naar de volgende spannende en homorvolle verhalen. Groetjes ut Dryltst
Corientje Jeetje Es, ben onder de indruk. Wat gaaf allemaal. Ben trots op je. Je moet even de tijd nemen om het te lezen maar dat is het dubbel en dwars waard. Moest heel hard lachen om het berichtje van je mams die jij al had voorspeld, geniaal! Conclusie, I like!
Gert Jan Interessant! Op gebied van laadruimte beveiliging heb ik perssonlijk hele goede ervaringen met Carbolt. Kijk maar eens op http://www.carbolt.nl/ of klik hier.