Profile
Blog
Photos
Videos
Bergen en Jungle
Vanuit Iguazu hebben we twee busdagen gereisd om in Bolivia te komen. Zodra we over de grens waren zagen we meteen dat we in een compleet andere wereld waren. Veel armoede, veel straatkinderen in gescheurde, vuile kleren en kleine mannen en vrouwen die traditioneel gekleed waren. Het was net of we een paar eeuwen terug in de tijd gingen. De vrouwen vooral vielen op met hun twee lange, tot over de heupen reikende vlechten met aan het uiteinde lamahaar erin verweven. Op hun hoofd prijkte een grappig Charlie Chaplin bolhoedje dat op een of andere manier vanuit de westerse wereld van begin vorige eeuw zijn intrede in de Boliviaanse klederdracht heeft gedaan. Rokken met vele lagen en een draagdoek in vrolijke kleuren op de rug waarin een kindje heerlijk lag te slapen maakten het af. De kleine kinderen hier zijn net poppen. Ze hebben een lief bol snoetje met hamsterwangetjes die om kusjes vragen en grote donkere ogen die onder een dikke bos donker glanzend haar uitkomen. Nadia, Samira en ik waren vaak in de verleiding gekomen om er eentje tussen uit te pakken en in onze backpack mee te nemen als knuffel (made in Bolivia).
Onze eerste bestemming was Tupiza, wat in het zuidwesten van Bolivia ligt. Na een rustdag hebben we de omgeving verkend met een gids. We zijn eerst met een jeep de omringende Andesbergen ingegaan om naar gekleurde rotsformaties te kijken. Daarna hebben we een ander mooi gebied te paard bezocht. Voor Nadia en Samira een spannende eerste paardrijervaring en voor Niels en ik een amusante tocht om de meiden te zien gillen als het paard niet naar ze wilde luisteren en zijn eigen gang ging. Vooral Samira's paard dwaalde vaak van de groep af om eens rustig te gaan grazen. Tot slot zijn we gaan mountainbiken. We begonnen op 4500 meter en zijn met een rotvaart naar 3000 meter gedaald. Helaas ging Nadia te hard en kon ze niet op tijd remmen voor een bocht. Gelukkig kwam ze er met een paar schaafwonden en de schrik nog goed van af.
De volgende dag begonnen we aan een vijfdaagse toer waarin we een vulkaan van 6000 meter zouden beklimmen en de gekleurde lagunes en de zoutvlaktes zouden bezoeken. Die avond sloeg echter het noodlot toe. Zodra we aankwamen op onze eerste overnachtingsplek op 4200 meter in een afgelegen dorpje begon ik me niet lekker te voelen. Het koude zweet brak me uit en ik werd steeds kortademiger. Op de terugweg van het toilet ben ik toen flauwgevallen. Mijn handen, armen, voeten en onderbenen waren ijskoud en schoten in een kramp en ik kon me niet meer bewegen. Daarna begonnen mijn ledematen te tintelen. Het is erg angstaanjagend om geen controle over je lichaam te hebben. Ik was wel bij maar kon me niet meer bewegen. Niels en de gids hebben me toen naar binnen gedragen en me onder veel dekens ingestopt. De kramp en tintelingen trokken na een paar minuten weg maar ik was nog steeds kortademig, begon te hoesten, had een snelle hartslag en een lichte temperatuur verhoging. Ik was bang dat het hoogteziekte was omdat we in een dag 1200 meter waren gestegen, maar ik had het jaar daarvoor Kilimanjaro (bijna 6000 meter) beklommen en nergens last van gehad, ook al steeg ik toen niet meer dan 300 meter per nacht. Ik maakte mezelf toen deels wijs dat ik gewoon een griepje had opgelopen en door de koude en vermoeidheid van de vorige dag niet lekker was. We sliepen met z'n vieren in een kamer waar het ijskoud was. In de loop van de nacht werd ik misselijk en steeds kortademiger tot ik niet meer plat op bed kon liggen. Ook werd ik overvallen door zo'n extreme vermoeidheid dat ik zonder ondersteuning van Niels niet mijn schoenen en jas aan kon trekken en naar het toilet kon lopen. Van de gids heb ik een hoogteziektepil gekregen die het overtollige vocht uit mijn lichaam moest halen. Na middernacht heb ik overgegeven en pas daarna voelde ik me wat beter. Ik ben toen een paar uur in slaap gevallen, waarna ik me weer als herboren voelde. Behalve een lichte kortademigheid had ik geen klachten meer.
Nadia ondertussen had sinds twee dagen last gekregen van kiespijn die ze herkende als een wortelkanaalontsteking omdat ze het eerder had gehad. Die nacht was de kiespijn zo erg toegenomen dat ze geen oog dicht had gedaan. Niels had ook niet geslapen omdat hij mij de hele tijd in de gaten hield en hielp met onder andere overgeven (romantisch...).
Zodra het licht werd hebben we overlegd met elkaar wat verstandig was om te doen. Nadia gaf aan dat de kiespijn onhoudbaar was en dat ze zo snel mogelijk naar een tandarts wilde. Ook besloot ik dat verder stijgen gezien de afgelopen nacht stom zou zijn. Mijn lichaam had zich weten aan te passen aan de hoogte, maar ik wilde het lot niet nog eens tarten. Later hebben we ons ingelezen op hoogteziekte en bleek dat de symptomen die ik had, erop wezen dat ik aan longoedeem heb geleden, een kwaadaardige vorm van hoogteziekte die kan ontstaan als men meer dan de toegestane 300 meter per nacht in hoogte stijgt voordat het lichaam geacclimatiseerd is. We zijn toen erg geschrokken, vooral omdat we ook lazen dat 27% van de longoedeem gevallen hieraan overlijdt. Je verdrinkt als het ware in je eigen lichaamsvocht. We zijn van zeeniveau in een dag naar 3000 meter gegaan om daarna in een nacht 1200 meter verder te stijgen. Dit is vragen om problemen. Dank u God voor de goede afloop. We hebben toen de gids gevraagd om de tocht af te breken en ons naar de dichtsbijzijnde stad met een goede tandarts te brengen. Na een dag rijden over slechte wegen die op sommige plekken overspoeld waren door water (we zaten midden in het regenseizoen) kwamen we in een dorpje aan waar Nadia van de lokale tandarts een prik kreeg met pijnstiller en antibiotica om de ergste pijn te stillen. Daarna moesten we nog een dag reizen om in Sucre te komen, een grote stad met goede medische hulp.
In Sucre, een prachtige witte koloniale stad, hebben we een luxe hotel genomen om goed uit te rusten en weer energie bij te tanken om daarna weer terug te gaan om alsnog de zoutvlakten te bezoeken. In Sucre viel ons de tegenstelling tussen arm en rijk direct op. Tijdens een hevige regenbui zagen we rijke Bolivianen in dure autos rijden, voorbij een klein meisje in een nat flinterdun jurkje dat klappertandend in een portiek aan het schuilen was. Ook hebben we een demonstratie gezien van duizenden arme mensen uit de omringende dorpen die protesteerden tegen de gestegen voedselprijzen.
De kiespijn van Nadia was inmiddels uit zichzelf overgegaan. De meiden hadden echter na een paar dagen besloten om een retourtje Miami te boeken en de rest van hun vakantie in het zonnige, warme Miami door te brengen omdat ze genoeg hadden van de regen, de armoede, de koude en de slechte hygiene. Bolivia was hun erg tegengevallen in de week dat ze er waren. Helaas konden we ze er niet van overtuigen dat het mooiste nog moest komen en dat we eigenlijk nauwelijks wat gezien hadden omdat we zoveel pech hadden gehad.
Nadat onze wegen zich hadden gesplitst hebben Niels en ik de zilvermijnen van Potossi bezocht. Ooit was dit de rijkste zilverstad van de wereld. Echter 8 miljoenen mensen, voornamelijk indianen, zijn hier overleden door de slechte, ongezonde werkomstandigheden en ongelukken. Voordat we in de mijnen afdaalden, haalden we op aanraden van onze gids, op de lokale markt wat drinken en cocobladeren voor de mijnwerkers. Ze werken nog steeds lange diensten en worden onderbetaald. We zagen jongens van nog geen zestien jaar die diep onder de grond zware zakken met stenen en aarde moesten sjouwen. Een jongen vertelde dat hij dit werk deed om zijn studie voor leraar te financieren. Voordat de mannen beginnen met werken offeren ze wat drinken of cocabladeren aan hun beschermduivel, Tio. Dit is een mensgrote rode duivel die hun moet beschermen tegen ongelukken en ziekte. Ze hebben de duivel in de koloniale tijd als hun beschermheer uitgekozen omdat dat de vijand van de christelijke spanjaarden was en dus wel de vriend moest zijn van de indianen. Hij staat aan het eind van de tunnel in een hoekje omringd door de offers die hij in de loop van de jaren heeft ontvangen. Ook offeren ze aan Pachamama, moeder aarde, om haar te bedanken voor het zilver dat ze schenkt. Ze geloven dat het zilver voortkomt uit de paring tussen Pachamama en Tio. Het is heel bijzonder om te zien hoe de indianen nu het christelijke geloof vermengen met elementen van hun oude natuurgodsdienst.
Het plan was om hierna terug naar de zoutvlaktes te gaan maar we hoorden dat door de vele regenbuien van de afgelopen dagen er geen garantie kon worden gegeven dat ze bereikt konden worden. We hebben toen besloten om ze over te slaan en meteen door naar La Paz te gaan, waar ik een beetje bang voor was omdat het op 3600 meter hoogte lag.
In deze stad die ons verraste met haar culturele uitstraling hebben we geshopt, lekker gegeten en genoten van de kleurrijke mensen op straat en de gezellige marktjes. Gelukkig kreeg ik hier geen last van de inmiddels gevreesde hoogteziekte. We merkten wel allebei dat een helling oplopen gepaard ging met heel wat meer gehijg dan normaal. Net buiten de stad hebben we Moonvalley bezocht, een vallei vol met prachtige, surrealistische rotsformaties. Daar hebben we een soort Sjamaan ontmoet waarvan we wat geluksouvenirs hebben gekocht en die ons daarna zegende en ons vijf kinderen beloofde. Maar ik ben al dertig...
We zijn ook naar Copacabana geweest wat aan het Titicaca meer ligt, het hoogst gelegen meer ter wereld. Mijn lichaam reageerde hier direct op met toenemende kortademigheid en misselijkheid, maar gelukkig niet zo ernstig als de eerste keer. Maar toch reden genoeg om eerder terug te keren naar La Paz, wat zo'n 400 meter lager ligt.
Een ander hoogtepunt was de mountainbike tocht op de Death Road. Deze weg die vanuit La Paz naar Coroico gaat is berucht om de vele ongelukken die er in het verleden gebeurd zijn. Hij is op sommige plekken maar drie meter breed en gaat steil naar beneden. Denk daar hevige regenbuien en de macho rijstijl van de Zuid Amerikanen en je weet genoeg. Gelukkig is er nu een andere, veiligere weg aangelegd die door het verkeer gebruikt wordt en rijden alleen mountainbikers nog op de Death Road. Hij daalt 2500 meter in zo'n 50 km en slingert zich door een prachtig landschap van besneeuwde bergen tot weelderige groene jungle. Boven hadden we al onze winterkleren aan en beneden was het tropisch warm en konden we alles uittrekken. De tocht werd afgesloten met een lekkere maaltijd in een hotel met zwembad. Wat een verwenning was de warmte nadat we de afgelopen twee weken op hoogte waren geweest waar het dus ook koud was.
We sloten onze reis door Bolivia af met een driedaagse trekking door het El Choro gebergte. Ook deze tocht begon hoog in de bergen waar we de eerste paar uur kniediep door de sneeuw liepen en maar twee meter voor ons uit konden zien door de dichte mist om vervolgens in de loop van de dagen af te dalen naar tropische jungle, waar we vele regenbuien over ons heen kregen en een paar condors konden zien zweven over de groen beboste bergen.Verbazingwekkend dat het klimaat zo kan verschillen in zo'n klein gebied. Aan het eind waren we moe maar voldaan en hebben we in het warme Coroico in een hostel een heerlijke hot tub genomen, waar we zeker drie uur in hebben gelegen totdat onze huid zo verrimpeld als een pruim was.
- comments