Profile
Blog
Photos
Videos
Na een lange busrit heel Egypte door (letterlijk, van de Sinai via Suez naar het zuiden) zijn we vanochtend in Luxor aangekomen. Luxor wordt de hassle capital van Egypte genoemd, en dat is wel een beetje waar. De hele infrastructuur is erop gericht om allerhande tussenpersonen geld uit je te laten trekken; zelfs het busstation is zo ver buiten de stad dat je niet naar je hotel kan lopen, en de service bussen staan zo verdekt opgesteld dat je bijna wel een van de honderd taxi's moet nemen die naar je staan te schreeuwen. Daar gingen wij ons natuurlijk niet door laten vangen, dus samen met Morgan en Alex, twee Amerikanen die sinds Petra ongeveer dezelfde route en budget aanhouden als wij, hebben we een poging gedaan om het lokale busstation uit te vogelen. Dat is aardig gelukt: we vonden eerst een busje naar een wisselstation dichterbij de stad. Daar begon een heel nieuw stuk Egypte - deze regio lijkt in niets op de Sinai, hier heerst echt de handelscultuur van de Nijl. Maar dit was geen toeristenbuurt, dus we moesten ons een weg banen over een onverharde weg langs slagers die poten en gevilde stierenkoppen verkochten; enorme groentekarren getrokken door ezels, en totale chaos. Wel heel mooi en kleurrijk om te zien. Daarna vonden we een busje naar de stad, en konden we naar ons hotel lopen. Lekker puh!
Toen we naar Karnak wilden hadden ze de bussen weer verstopt, dus waren we toch noch genoodzaakt een ritje te regelen (een alleszins redelijke 1,20 euro), maar Karnak is alles waard - wat een complex! Je kan daar uren rondlopen, maar de echte schatten waren weer een stukje buiten de directe looproute: de kamers van de tempel van Khoms, de maangod, aan de uiterste rand van het enorme complex (1 km bij 1,5 km). Een vriendelijke oude man deed daar -uiteraard voor een beetje baksheesh - wat gesloten deuren open, die donkere kamers onthulden waar de verf nog niet was vergaan, en je de godenbeelden dus in hun originele kleuren kon zien. Dat was echt verpletterend, vooral als je nagaat hoe ongelofelijk oud het is.
Op de terugweg hadden we wel een lokaal busje, dat ons in no time in de juiste buurt bracht. Als je maar weet waar ze rijden, kom je er zo. De truc is alleen om het aan soldaten of politie te vragen, want iedereen in burger heeft een vervoermiddel te verhuren. Dat klinkt generaliserend, maar in Luxor is het helaas waar. 's Avonds zijn we naar de tempel van Luxor zelf gegaan; die wordt na zonsondergang prachtig verlicht, dus dat was een mooie tijd om het te bezoeken. Bovendien was het toen gelukkig geen 46 graden meer! Dat was gepland: een goed excuus om de hitte even uit te zitten onder de ventilator en thee te drinken op het dak van het hotel... hoewel de tempel van Luxor niet zo mooi is als die van Karnak, heeft het wel wat om hem in het donker te zien. Een beetje onheilspellend, zelfs.
Voor de lezers die graag willen weten waar we ongeveer uithangen , morgenavond nemen we de trein naar Aswan; de dag daarna doen we een dagtrip naar Abu Simbel in het uiterste zuiden, en na nog een dagje Aswan zijn we daarna de rest van de trip in Cairo!
- comments