Profile
Blog
Photos
Videos
Sinds we Mozambique bijna twee maanden geleden verlieten, hebben we veel kilometers gedaan, en bijna elke dag waren we op weg. Het is waarschijnlijk moeilijk voor te stellen voor de thuisblijvers, maar ook reizen kan vermoeiend zijn. Zowel wij als de auto hadden tijd aan een kleine pauze.
En plots, als geroepen, kwam het voorstel van Trienke en Piet, twee Nederlanders verzeild in Afrika. Zij begonnen enkele jaren geleden een lodge in het prachtige Noord-Mozambique, maar wonen nu voor Piet zijn werk in Mbarara in Uganda. Voor een bezoekje aan hun thuisland waren ze op zoek naar house-sitters om niet allen op hun prachtig huis te passen, maar ook op hun twee honden, Bet en Bauk. Twee weken een "echt" huis? Met deuren om te sluiten, zetels om in te liggen, badkamers zonder een wachtrij, electriciteit en zelfs sateliet-tv,...Samen met Georg en Andrea, onze reisgezellen van in Namibië en Botswana, gingen we dus maar al te graag op dat voorstel in!
Na een meer dan hartelijke ontvangst van Trienke en Piet, bleven we met Georg en Andrea alleen achter in het huis. Hoewel alleen, bij het huis hoorde ook Sara, de huishoudster en Josefaat, de tuinman. Het minste dat we kunnen zeggen, is dat het nogal een contrast was met ons leven 'on the road'; onze leefruimte ging van enkele vierkante meters naar een villa met verschillende slaapkamers, een eetkamer en een grote tuin; onze daktent maakte plaats voor een slaapkamer met opgedekt bed en eigen badkamer en zelfs de afwas werd voor ons gedaan. Een dak boven ons hoofd was ook een welkome afwisseling, na weken van kamperen in de regen. Het leek wel alsof de Belgische herfst was overgewaaid naar Uganda: elke dag grijze lucht en lange regen- en onweersbuien. Geen probleem zou je dan denken, dan zetten we ons toch gewoon voor de tv? Maar dat was dan zonder de stroompannes gerekend. Daar stonden we dan, in ons donker huis met onze hoofdlampjes aan, water kokend op een gasvuurtje. Kamperen tussen vier muren :-)
Bram lag ondertussen op elk droog moment weer onder de auto. De laatste weken waren zwaar geweest voor de auto, dus het to-do-lijstje was groot: de alternator werd gemaakt, de 'bushes' werden voor de derde keer vervangen (maar deze keer met "echte" stukken uit België) en wat los zat werd weer vastgedraaid,... Na deze twee weken "pauze" was Bram dus eigenlijk opnieuw toe aan vakantie. Het heeft ons wel deugd gedaan, onze twee weken huisje-tuintje-boompje-beestje. Maar we zijn nog niet uitgereisd! Het begon terug te kriebelen, het was weer tijd om verder te trekken!
In de dichte bossen van Oeganda, Rwanda en Congo leeft de laatste overlevende populatie berggorilla's. Ook de kranten in België schreven onlangs over het goede nieuws: de populatie van de berggorilla's blijft groeien en wordt nu al geschat op 880 over deze drie landen verspreid. Toen we drie jaar geleden in Oeganda waren, dachten we dat een bezoek aan de gorilla's maanden vooraf geregeld moest worden. Achteraf hebben we altijd spijt gehad dat we het toch niet geprobeerd hadden. Want een bezoekje aan deze unieke dieren wordt alleen maar duurder en duurder. Onbetaalbaar eigenlijk, tenzij voor 'the happy few'. In 2009 kostte een gorilla-permit in Oeganda nog (?) 350$. Nu betaal je hier voor een permit al het ronde bedrag van 500$. Buurland Rwanda is blijkbaar zelfs zo zeker van de voortdurende stroom van toeristen, dat ze de prijs onlangs durfde verhogen naar 750$. En de geruchten over nieuwe prijsstijgingen tonen aan dat het plafond zeker nog niet bereikt is. Alleen in Congo is het nog mogelijk om goedkoper deze mensapen te bezoeken. Maar is het bibbergeld dan inbegrepen?
Soms is het mogelijk om via touroperators aan 'goedkopere' tickets te komen van toeristen die ziek worden, of om een andere reden hun bezoek aan de gorilla's annuleren. Wij zijn niet gehaast, dus we besluiten onze kans te wagen. Via één van deze touroperators kwamen we te weten dat Oeganda "uitverkoop" deed tijdens de regenmaanden (november, maart, april en mei) zogezegd om haar 50 jaar onafhankelijkheid te vieren, maar eigenlijk vooral om wat toeristen van het populairdere Rwanda af te snoepen. Voor de "spotpijs" van 350$ konden we één van de gorilla-families in het Bwindi impenetrable forest bezoeken. Een overdonderend succes was de promotie nog niet, want voor elke dag in november waren er nog plaatsen vrij.
Het is een lange rit naar Bwindi NP, met hele slechte wegen. En omdat het een dure grap zou zijn om onze 'date' met de gorilla's te missen, maakten we al twee dagen ervoor ons huis op wielen terug klaar voor vertrek. Maar na een kort ritje naar Mbarara-stad, hoorden we weer een onheilspellend geluid... De 'nieuwe' rol-lagers van de alternator hadden het na een tiental kilometer al begeven! De mannen van de garage werden op het matje geroepen, maar leken niet echt verbaasd: "Aaaah yes, that is because we've put in Korean ones...Don't worry, we'll put in the good ones now." Waarom ze dat dan niet de eerste keer gedaan hadden? Eeheeuu...Enfin, na een dag vertraging waren we dan toch op weg!
We maakten een kleine omweg door het mooie Queen Elizabeth National park. Zo vermeden we de slechtste wegen en passeerden we af en toe nog een kudde olifanten (we kunnen ze echt niet meer missen!). De beroemde leeuwen in de bomen waarvoor dit deel van het park gekend staat, besloten jammer genoeg om zich te verschuilen van de mensen die enkel de gratis transit-weg door het park gebruiken. Via kleine zandwegen reden we verder richting Bwindi NP, dat in het zuidwesten van het land ligt. De rit brengt ons langs kleine vredige dorpjes, soms op nog geen 800 meter van de Congolese grens. Niets verraadt wat er zich misschien enkele kilometers verder in het buurland afspeelt..
Net voor de regen losbarstte, kwamen we aan bij de poort van het Bwindi nationaal park. Naar onze ervaring is professionaliteit en vriendelijkheid in vele Afrikaanse nationale parken ver te zoeken. Vaak blijft de ontvangst beperkt tot een ongeïnteresseerd gemompel, onjuiste informatie is meer de regel dan de uitzondering en een kort "ah, mzungu, just pay", is al te vaak het antwoord geweest op een vraag naar meer informatie. Maar niet in Bwindi. Nergens werden we zo enthousiast ontvangen door professionele rangers, die absoluut weten waarmee ze bezig zijn. Een aangename afwisseling!
De volgende ochtend werden we om kwart na zeven verwacht voor onze "gorilla-tracking". Elke gorilla-familie mag per dag eenmaal bezocht worden, door een groepje toeristen dat beperkt is tot 8 personen. 's Morgens heel vroeg vertrekt een groep "trackers" naar de plaats waar ze de gorilla's de dag voordien laatst gezien hebben. Van daaruit volgen ze de sporen tot ze de gorilla's hebben gevonden. Zij houden contact met de gids, die zijn groepje toeristen samen met twee gewapende rangers naar de gorilla's leidt. Het is vooraf nooit te voorspellen hoelang die zoektocht zal duren. Heel soms vinden ze de gorilla's al na tien minuten in de velden naast het dorp, maar ook wandelingen van acht uur door dichte bos zijn niet uitgesloten. We kunnen dan ook niet ontkennen dat we toch wat zenuwachtig waren. Zal het weer regenen, zoals elke dag? Hoeveel uur zouden we moeten zoeken? Wat als we ze niet zien? Zal het al dat geld wel waard zijn? Wat als we ziek worden?
Maar de dag begon goed, met een zeldzaam stralend zonnetje! De krakende introductievideo werd al snel stopgezet - maar was uiteraard wel te koop voor 25$ ;-) - om buiten in onze kleine groepjes verder uitleg te krijgen over onze "familie". De Rushegura-familie bestaat uit 19 gorilla's: een silverback (het seksueel volwassen mannetje en de leider van de groep), een blackback (een mannetje dat nog net niet seksueel volgroeid is, maar wel al mee de silverback assisteert bij de verdediging van de groep), verschillende vrouwtjes, pubers en kinderen en zelfs een paar peutertjes.
In een rijtje volgden we onze gids over een riviertje het bos in. Al snel begon het te hard stijgen en via kleine steile paadjes werkten we ons omhoog naar de top van de heuvel. Van vooraan werd gewaarschuwd voor gladde stukken, uitstekende wortels of een leger agressieve vuurmieren.
Na een uur en half bereikten we de top van de heuvel en kwamen we terecht op een soort plateau, dicht begroeid met struiken en netels, die bij mij tot aan m'n schouders kwamen. Met machetes werd de weg vrij gemaakt, terwijl onze gids de instructies volgde van de trackers die de locatie van de gorilla's hadden opgespoord. Af en toe kruisten we paadjes gemaakt door de bosolifanten, die zich in ook in deze dichte bossen verschuilen. De afdrukken van olifantenpoten lijken hier niet op z'n plaats. En plots klonk het: we a"re close"!! Het eerste teken dat we de gorilla's naderden, waren de zwermen vliegen, duizenden en duizenden vliegen. Pas daarna kwam de geur, een soort van zweetgeur, die zelfs een beetje menselijk lijkt. We wisten dus wel dat we dichtbij waren, en toch waren we verrast: rechts van ons zat een gorilla luid smakkend de sappige blaadjes van de takken te knabbelen. Maar we moesten door naar de groep trackers waar we onze rugzakken zouden achterlaten. Daar kregen we nog een laatste briefing voor ons uurtje bij de familie zou ingaan. Het was moeilijk de aandacht bij onze gids te houden, terwijl achter ons een paar harige kleutertjes op en neer in de bomen klauterden.
Gewapend met onze cameras baanden we ons verder een weg door de struiken en netels. En daar zaten ze dan... op een open plek, genietend van het zonnetje, zat de familie bij elkaar. Alsof ze daar op ons aan het wachten waren. De volwassenen zaten een beetje verdoken in de schaduw een oogje in het zeil te houden terwijl de kinderen, van peuter tot puber, al spelend en worstelend voorbij onze voeten rolden.
Ze voelen zich op hun gemak in ons gezelschap, alsof we hier elke dag op de koffie komen. Ze bekijken ons geïnteresseerd en af en toe komt de stoerste van de groep ons is van dichterbij bestuderen. Eigenlijk mag je niet blijven kijken als een gorilla je in de ogen kijkt. Maar er is iets in hun blik, in die bruine warme ogen, die je blik vasthoudt. In niets te vergelijken met de blik van een ander dier. Misschien een soort herkenning?
Ze gaan liefdevol met elkaar om, plukken vlooien elkaars vacht, knuffelen en lachen zelfs naar elkaar. Tijdens het spelen kloppen ze stoer op hun borst om aan te tonen wie de sterkste is. Een grappig zicht als de jongste van de hoop, nog geen drie jaar, zich stoer op de borst klopt om zijn grote broer te imiteren.
Op sommige momenten zien we voor ons alleen maar één grote zwarte haarbol, met vele armen en benen. Wanneer het spelen een beetje te hevig wordt, komt een van de volwassenen orde op zaken stellen. Nonchalant loopt hij dan voorbij de groep, en laat met een paar korte geluidjes en een duwtje tegen de relschoppers de rust terugkeren, voor eventjes toch. Dan liggen ze vredig op hun rug, knabbelen op de takken en bladeren, en knuffelen hun broertjes of zusjes,...
Maar er ontbreekt iemand, iemand belangrijk! De silverback van de groep laat zich niet zien. Af en toe horen we vanuit de vallei aan de rand van het bos dwingende kreten. Hij roept zijn familie, want hij wil verder. Maar ze treuzelen, het is veel te goed in het zonnetje. In het regenseizoen genieten ze dubbel zo hard van de zeldzame zonnestralen. En wij ook!
Maar onze gids is strikt, "only ten more minutes", onze tijd zit er bijna op. We genieten nog van de laatste momenten, en lachen wanneer de kleinsten ons voorbij tuimelen. De laatste minuten vliegen voorbij en het is tijd om terug te keren. Maar onze gids gunt ons nog een kleine bonus en leidt ons via een omweg naar de silverback die in het dal op zijn familie wacht. Net wanneer we hem zien, draait hij zich om en kunnen we nog net een glimp opvangen van zijn brede zilveren rug voor hij in de struiken verdwijnt. Een mooi einde van een onvergetelijke ervaring.
Was het al dat geld nu wel waard? Absoluut niet, want het blijft absurd veel geld. Maar in de ogen kijken van een berggorilla is een ervaring die we niet zouden willen missen, en die ze ons al zeker niet meer kunnen afnemen.
Via een prachtige binnenweg door het regenwoud rijden we de volgende dag richting Lake Bunyoni, een meer met tientallen eilandjes in het zuiden van Oeganda. We hopen om daar een paar dagen te ontspannen voor we verder kunnen reizen naar Rwanda, land nummer tien al van deze reis.
De weg is in slechte staat en we kijken zenuwachtig naar de zwarte wolken boven ons. Als de regen zou vallen, verandert die de weg in een slecht georganiseerde zeepkistenrace: de bovenste laag zand verandert dan in een zeeplaag waardoor je alle controle verliest en alle moeite moet doen om niet weg te schuiven in de diepe geulen langs de weg. Maar de weergoden zijn ons de laatste dagen goed gezind en het blijft redelijk droog tot we aan het meer zijn. Maar daar gaan de hemelsluizen weer open, en dat voor de volgende drie dagen. Ik ben na ons bezoek aan de gorilla's ziek geworden, dus ik kom onze daktent bijna niet uit.
Na drie dagen ben ik wat beter en genieten we in een restaurant van de zon en het uitzicht over het meer. Daar besluiten we dat het tijd is om Oeganda na zes weken te verlaten. Het is een fantastisch mooi land, maar we voelden ons hier nooit helemaal thuis. We proberen elk land met een open geest te bezoeken, maar in Oeganda is het contact met de mensen nooit geweest zoals in de andere landen die we bezocht hebben. Er hangt een zekere tristesse over de Ugandezen die we ontmoet hebben en leuke ontmoetingen zijn zeldzamer geweest dan in andere landen. We hebben dan ook heimwee naar Tanzania en willen daar, na een bezoekje aan Rwanda zo snel mogelijk terug naartoe.
Maar dat is gemakkelijk gezegd dan gedaan. Als Belgen hebben we een moeilijke relatie met Rwanda. In de Rwandese kranten wordt er nog altijd in koloniale termen naar België verwezen, met een negatieve ondertoon uiteraard. Naast ons verleden als "colonial master" en onze bedenkelijke rol in de genocide, hebben ook onze ministers van buitenlandse zaken geen goed gedaan aan de diplomatieke relatie met Rwanda. De bankrekeningen van de Rwandese ambassade blokkeren, openlijk de rol van Rwanda in de Congolese strijd bekritiseren, toegekende steun terug intrekken,... Allemaal redenen dat de Belgen niet zo gewenst zijn in dit kleine landje, en dat hebben we gemerkt. De meeste nationaliteiten krijgen na een tweetal dagen een visum en de Duitsers mogen zelfs zonder visum en gratis het land binnen. Maar wij moeten 21 dagen wachten voor onze onlinevisumaanvraag zelfs maar behandeld wordt. Omdat onze 21 dagen verstreken waren, besloten we al richting de grens te rijden, om daar zodra we goedkeuring krijgen Rwanda binnen te gaan.
De laatste stad voor de grens met Rwanda en Congo is Kisoro. We voelden meteen dat we een gevoelige streek binnenrijden, die al jaren getekend wordt door de oorlogen in de buurlanden. Een bezoek aan dit drielandenpunt is dus niet te vergelijken met een bezoekje aan het drielandenpunt tussen België, Nederland en Duitsland. We rijden via een vluchtelingenkamp, waar honderden mensen zitten te wachten op een betere toekomst, of zelfs gewoon op een toekomst. Het is een transit-centrum van waaruit de vluchtelingen in grote bussen naar de andere centra worden gebracht. Het terrein staat vol met schamele hutjes, overdekt met plastic waarop in grote letters het logo van de UN staat gedrukt. De blinkende 4x4's van het UN-personeel vallen hier zwaar uit de toon. Ook de sfeer in de stad Kisoro zelf voelt een beetje gespannen aan en we wilden liever niet in het centrum zelf slapen. Een beetje impulsief besloten we om naar de rand van het Mgahinga nationaal park te rijden. Niet echt een wijs besluit. In de schemerdonker reden we via een afschuwelijk slechte weg langs grimmige dorpjes. Kinderen lopen achter de auto en slagen en spuwen op de auto terwijl ze om geld roepen. De volwassenen kijken ons vanuit de plaatselijke barretjes dronken en kwaad aan. Wanneer het dan nog begint te regenen, konden we alleen maar hopen dat we snel zouden aankomen. Het is een van de minder mooie kanten van Afrika, waar we misschien liever niet teveel mee geconfronteerd willen worden, waar we misschien bewust ook onze ogen een beetje voor sluiten.
In het Mgahinga community camp wacht ons een open haard, een goedkope maaltijd en een (veel te kort) bed. Wanneer de bar 's avonds volloopt met de parkwachters die zicht tegoed doen aan de goedkope flesjes lokale gin, houden we het al snel voor bekeken, de gezellige sfeer is plots ver te zoeken. 's Morgens worden we dan toch nog beloond voor de rit en worden we wakker met het zicht op de machtige vulkanen van het Volcanoes national parc in Rwanda.
Ondertussen bleef de bevestiging van onze visa-aanvraag uit, geen e-mail, geen telefoontje, helemaal niks. In de legendarische Travellers Rest in Kisoro, waar ook de bekende gorilla-madame Dian Fossey vaak de rust opzocht, probeerden we via skype de Rwandese immigratiedienst te overtuigen. Maar tientallen stresserende telefoontjes met een onwillende ambassade-medewerker hadden geen resultaat. Net toen we ons erbij hadden neergelegd om nog een nachtje in Kisoro door te brengen, had mijn gestalk het gewenste effect. Na het twintigste telefoontje, kwam het verlossende antwoord van de geambeteerde ambtenaar: "Aaaah you again? You know what? Just go to the border. If they have problems, they call me."
Na een laatste nacht in Kisoro rijden we naar de grens. De immigratie-officier bekijkt Bram onderzoekend en zegt: Are you African-American? You look like Barack Obama! Bram ziet er volgens mij voor zijn doen nogal bleekjes uit, maar ja... En dan worden we na zes weken eindelijk uitgestempeld uit Oeganda en rijden we nieuwsgierig het tiende land van de reis binnen: le pays des milles collines!
- comments
Tante vike Weer een prachtig verslag met spanning, maar vooral genieten van rust maar ook van onze 'broertjes' heb de mooie fotoalbum van ons rit kunnen bewonderen!
Myriam Kreeg kippenvel van weer een mooi reisverhaal. Mis jullie, maar als ik dit allemaal lees ben ik zoooo blij voor jullie! X
Isabelle De onvergetelijke ervaringen en momenten blijven zich maar opstapelen tijdens jullie reis. Geniet ervan! Wij houden ons ondertussen wel bezig met de gorilla's van justitie. :-)
nelly van den berghe met spanning en verwondering lees ik telkens een hoofdstuk van jullie verhaal, en ik geniet ervan.En de foto's maken het verhaal compleet. Bram,gefeliciteerd met je verjaardag. We wensen jullie een deugddoend oud en nieuw,een super 2013 en een goeie voortzetting van jullie reis. liefs van heel de familie