Profile
Blog
Photos
Videos
En toen zat ons verblijf in Western Australia er alweer bijna op... De tijd is voorbij gevlogen en hoewel dat waarschijnlijk een teken is dat we het hier prima naar ons zin hebben, begint het einde van onze backpacktrip ineens in zicht te komen. Meer daarover aan het einde van deze dringende update!
In al mijn enthousiasme ben ik in mijn vorige blog iets vergeten te melden. Voordat we met onze Jack richting Perth reden om onze krakkemikkige tent in te ruilen voor een spiksplinternieuw exemplaar, hebben we nog twee nachten gekampeerd in Yanchep bij het kleinschalige Yanchep National Park. In het park is een geïmporteerde kolonie koala's (deze beesten komen namelijk niet voor in dit gedeelte van Australië) te vinden, dus die moesten we uiteraard vastleggen op de gevoelige plaat. Het blijven super leuke dieren om te zien en het is vooral erg komisch hoe ze zich draperen op een paar takken in een Eucalyptus boom. Je kan je gewoon niet voorstellen dat ze 20 uur per dag op zo'n manier comfortabel kunnen slapen. Ook kocht ik hier eindelijk een echt outback verantwoord Australisch hoofddeksel, zie hiervoor de foto's!
Omdat we een aantal weken in een vrij verlaten stuk van Australië hebben gereisd, waren we niet meer echt gewend aan veel verkeer, mensen, gebouwen, kortom het stadse leven. De hele weg door de buitenwijken en het centrum van Perth hebben we ons dan ook verbaasd over de vele verkeerslichten, fastfoodketens, auto's etc. Hoe snel je aan iets gewend raakt! Na ons bliksembezoek aan Perth en het afscheid van Chris & José die voor enkele dagen in de stad bleven hangen, zijn we snel doorgereden naar Mandurah. Het vinden van een unpowered site op een camping bleek dat weekend vrij lastig, aangezien het op 26 februari Australia Day is en veel Ozzies dan een lang weekend vrij hebben en er met de hele family op uit trekken. De campings puilden uit en alle kampementen waren versierd met Australische vlaggen. Lekker chauvinistisch en een gezellige boel!
De volgende dagen bezochten we een aantal mooie National Parks (Yalgorup, Tuart Forest, Cape Leeuwin Naturaliste) en meerdere leuke kustplaatsjes. In Busselton liepen we 200 meter over de beroemde steiger die eigenlijk 2 kilometer lang is. Niet dat we te beroerd waren om verder te lopen, maar er waren ingrijpende werkzaamheden bezig, waardoor de rest van de 'jetty' helaas afgesloten was. Hebben wij weer! Ook brachten we 's avonds een bezoekje aan een drive-in bioscoop, waar we onze Jack achterwaarts parkeerden voor een enorm scherm, de achterbak ombouwden tot comfortabele lounge en de animatiefilm Planet 51 bekeken. Dat is nog eens een toffe manier om een film te kijken! De stranden van Yallingup en Hamelin Bay nodigden uit tot een relaxed middagje op het strand hangen en op het strand van Prevelly zagen we een lading wind-, kite- en golfsurfers in actie op de reusachtige golven. Dit strand staat dan ook bekend om de jaarlijks gehouden wereldkampioenschappen golfsurfen. Het nabij gelegen Margaret River klinkt jullie misschien bekender in de oren, aangezien dat een wereldberoemd wijngebied is. Het stikt er dan ook van de wijngaarden en immense landerijen met gruwelijk grote landhuizen. Vaak allemaal iets te chique voor ons, dus wij durfden ons daar niet te vertonen om heel decadent een paar glazen wijn achterover te slaan en vervolgens toch niks te kopen...
Na het zuidwestelijke gedeelte van Western Australia vervolgden we onze reis richting de zuidkust; het gedeelte dat bekend staat om de nóg ruigere kustlijnen en het indrukwekkende Karri Forrest. Iemand die de bomen op de Hoge Veluwe of de Loonse en Drunense Duinen hoog vindt, valt hier waarschijnlijk om van verbazing over de hoogte van de bomen; ze kunnen makkelijk 70 meter hoog worden! Aangezien ook dit gedeelte van Australië weleens te kampen heeft met bosbranden, zijn er in sommige bomen uitkijkposten gemaakt om deze branden eenvoudiger te kunnen signaleren. Drie daarvan kunnen ook door het publiek beklommen worden en Paula en ik waagden ons dus tussen de boomtoppen. Om bij de uitkijkpost te komen, moet je via grote stalen pinnen rondom de stam behoorlijk stijl naar boven klauteren en als je geluk hebt is er tussendoor een plateautje gemaakt waar je even op kan uitrusten. De joekels die wij beklommen hebben waren 54, 58 en 75 meter hoog. Eenmaal boven had je een wijds uitzicht over de omringende omgeving en de uitgestrekte wouden onder je. Papa, de volgende keer was ik de ramen wel op de bovenste verdieping, dat is nu een peulenschilletje!
De rest van de tijd hebben we in onze Falcon kilometers door de bossen getuft; de Karri Forest Explorer route, The Great Forest Trees Drive en de stoere Heartbreak Trail. Ook langs de spectaculaire kust hebben we teveel mooie dingen gezien om op te noemen; van Cape Leeuwin en Salmon Beach tot aan Greens Pool en Elephant Rocks. Die laatste plek heeft zijn naam te danken aan de enorme rotsblokken voor de kust die er werkelijk waar uitzien als een kudde olifanten, erg gaaf! Wij hebben daar dan ook een flink eind over het strand gestruind en over de rotsen gebanjerd, om vervolgens door een pittige regenbui te worden opgeschrikt. Regen, dat was lang geleden! Na een maand lang non-stop de zon te hebben gezien, kwamen we al snel tot de conclusie dat we regendruppels nog steeds niet zo kunnen waarderen. Gelukkig klaarde het binnen een paar uur weer op, zodat we droog onze tent konden opzetten. Om nog maar eens met een rijtje namen te smijten, volgt hier een opsomming van de nationale parken die we hebben bezocht: Greater Beedelup, Warren, D'Entrecasteaux, Mount Frankland en Torrndirup. Vooral dit laatste National Park vond ik echt een topper met plekjes als The Gap, Natural Bridge, The Blowholes en Salmon Holes.
Aangezien er in veel nationale parken de mogelijkheid bestaat om te kamperen, hebben wij hier zoveel mogelijk gebruik van gemaakt. Niet alleen is het er vanwege beperkte faciliteiten goedkoper dan op een normale camping, het is ook nog eens een stuk avontuurlijker. Het meest simpele maaltijdje smaakt ineens 10x lekkerder! Zeker na al die moeite van het koken op een enkel pitje die constant uitwaait, gasbusjes die te snel leeg raken en het afwassen in natuurwater. Onder een super heldere sterrenhemel duik je al vrij vroeg de tent in, omdat het toch veels te donker is om nog iets te kunnen zien. En de volgende ochtend word je gewekt door de eerste zonnestralen die tussen de bomen doorschijnen en het kwetteren van de Kookaburra's wat klinkt als de uitroep van een schorre aap. Het is trouwens de kunst om van de campground weg te zijn, voordat de ranger langskomt om de campingfees te collecten. Mocht je geen tijd meer hebben om te ontbijten voor de tent, dan doe je dat gewoon bij de eerstvolgende picknickplaats met een mooi uitzicht. De beste uitvinding hier is de barbecues die ongeveer naast elke picknickbank te vinden zijn en waar je gratis gebruik van kan maken. Niet alleen handig voor het bereiden van een stukje kangoeroe bij de mashed potatoes en baked beans, maar minstens net zo ideaal voor het maken van een tosti met kaas en groene pesto als lunch of zelfs ontbijt. Culinair kamperen met Paula & Annemarie! De al eerder genoemde Kookaburra's zijn blijkbaar ook van mening dat onze maaltijdjes er smikkelbaar uitzien, want we zijn al een keer tijdens het eten opgeschrikt door opeens in de rondte vliegende pasta, waarna Paula een stukje vlees miste... De dader zat een paar meter verderop met de buit in z'n snavel! Voor de zekerheid hebben we ons bord toen leeggegeten in de auto.
De dag voordat we afscheid moesten nemen van onze Jack, reden we alvast van Albany naar Mandurah, zodat we de volgende dag op tijd in Perth zouden zijn en van tevoren langs een hostel konden rijden om onze spullen te dumpen. Daar dronken we sinds tijden een overheerlijke cappuccino op een terrasje aan het water in de laatste uurtjes zon van de dag. Genieten geblazen! Ons laatste avondje op de camping hebben we nuttig besteed door de auto grondig op te ruimen en te poetsen. Jack glom en blonk erna als nooit tevoren! Dat had onze trouwe vierwieler ook wel verdiend, want hij heeft ons in vijf weken tijd 8500 kilometer vervoerd over highways, scenic routes en unsealed roads.
Back to the citylife! Perth is in vergelijking met de metropolen Sydney en Melbourne een groot uitgevallen dorp met stadse allures. Misschien een soort Tilburg in vergelijking met Rotterdam en Amsterdam, wat gelijk de reden kan zijn dat we ons er meteen thuis voelden. In totaal hebben we 10 nachten gebivakkeerd in het kleinschalige Governor Robinsons hostel in de knusse wijk Northbridge. Het is meer een B&B dan een hostel met haar gepolijste houten vloeren, glas in lood ramen, Chesterfield banken en patiootjes waar je je bakkie koffie en toast kan verorberen. We zaten op loopafstand van de hypermoderne bibliotheek mét gratis (draadloos) internet, waar we redelijk veel tijd hebben doorgebracht om dingetjes uit te zoeken en te regelen. Ik waande me weer een beetje op de universiteit! Ook werd het na 3 maanden weleens tijd om naar de kapper te gaan, dus mijn manen zijn weer gekortwiekt. Ik stond doodsangsten uit op de stoel, want de manier van knippen was toch wel anders dan ik gewend ben... De degelijke kapster leek zomaar wat in het wilde weg te snoeien, maar uiteindelijk leek de verwachte schade mee te vallen. Pfieuw!
Rottnest Island hebben we ook met een bezoekje vereerd. Ons gezelschap was die dag uitgebreid met een extra Dutchie; Katrien, die we kennen van onze studie, studeert een half jaar in Perth en zij vergezelde ons naar dit mooie eiland voor de kust van Perth. 's Ochtends om half 8 zaten we met z'n drieën op de ferry, waarna we onze rode Giant mountainbikes ophaalden en onze stalen rossen bestegen voor een 22 kilometer lange tocht over het heuvelachtige eiland. Tussendoor stopten we bij mooie baaitjes om te snorkelen, eten en drinken of simpelweg uit te puffen van het op straf tempo banen over het asfalt. Er zijn weer behoorlijk wat foto's geschoten, want sommige eilandbewoners waren erg fotogeniek; de wilde Quokkas - een soort groot uitgevallen rat met de aaibaarheidsfactor van een bruin beertje - waren zo tam, dat ze nieuwsgierig naar je toe kwamen lopen! Al met al was het een heerlijk actief dagje en we waren dan ook behoorlijk uitgevloerd toen we 's avonds om half 8 op de ferry terugkeerden naar het vaste land.
Het 4 vierkante kilometer grote Kings Park hebben we bepakt en bezakt met picknickbenodigdheden onderworpen aan een Australische picknicktest. En jawel, het park is zonder moeite door de keuring, mede dankzij de ook hier aanwezige barbecues en verlichte picknicktafels! Als picknickkleed hadden we een tijdens onze kampeertrip in de prullenbak gevonden Australische vlag en onze magen hebben we gevuld met watermeloen, een zak chips, sandwiches met hamburger, komkommer en tomatenketchup, onze befaamde hotdogs opgerold in een boterham en glaasjes mangosinaasappelsap. Omdat Katrien in de tussentijd een jaartje ouder was geworden, hadden we als toetje chocolademuffins gekocht en versierd met in het hostel gevonden kaarsjes. Wat een sfeertje!
De rest van de stad hebben we uiteraard uitvoerig ge-explored; van de Bell Tower en de oevers van de Swan River tot het strand van Scarborough en het studentenkot van Katrien op de campus van de Edith Cowan University. Op een zondag hebben we ons vermaakt in het plaatsje Fremantle, waar we over de markt geslenterd hebben en een portie fish 'n chips naar binnen gewerkt hebben. Inmiddels is er dankzij de gespendeerde uurtjes in de bieb meer bekend geworden over onze verdere plannen:
Vanavond vliegen we van Perth naar Cairns, waar we van maandag 15 februari t/m zondag 28 februari het Daintree National Park, de Atherton Tablelands, het Wooroonooran National Park en alles daar tussenin gaan verkennen met een gehuurde camper van. Kunnen we Paula's verjaardag op de 23e gepast vieren en nog even afkicken van het kamperen en de luxe van een eigen vervoermiddel en huis op wielen! Dan zakken we per Greyhound bus af richting Sydney, waar vandaan we vrijdag 9 april naar Singapore vliegen. We hebben dan drie dagen de tijd om deze metropool uit te kammen, zodat we dinsdag 13 april op het vliegtuig kunnen stappen naar het tropische oord Bali! Daar spenderen we twee weken, om vervolgens op dinsdag 27 april van Bali naar Singapore te vliegen en een aantal uren later in het vliegtuig te stappen richting Nederland. Met een tussenstop in Londen, arriveren we op woensdag 28 april om half 10 's ochtends met een hopelijk gezond kleurtje en een waarschijnlijke s***load aan spullen in Amsterdam. Let the countdown begin!
In de volgende blog vertel ik jullie graag meer over onze komende avonturen in Queensland en New South Wales. See ya later and don't forget to check out those awesome pictures!
http://picasaweb.google.com/annemarie.stap
- comments
Katrien, de derde Dutchie Hey flippo, Mooi verhaal daar, heel levendig ook! Echt, soms had ik het idee dat ik er gewoon bij was (oh ja, dat was ik ook her en der ;)!! Nogmaals heeeel veeeeeel plezier aan de Oostkust, probeer mij niet te veel te missen en de groetjes aan die roze versie van je rugzak!! xxx Katherine
ans de Barse Hoi Annemarie en Paula, Wij hier al 2 maanden in de sneeuw en jullie al maanden in de tropische zon, oneerlijk verdeeld op de wereld. Wat een prachtreis maken jullie en wat je allemaal nog voor de boeg hebt is ook niet te versmaden. Geniet er nog maar van want daarna komt het saaie Nederland weer in zicht. Hier kan het ook best gezellig zijn. Groetjes, Tante Ans
Ruud Hey annemarie (en paula), heb zojuist "even" (meer dan 300!) jullie fotoreportage bekeken, ziet er top uit en ook veel grappige foto's. zag ik nou goed dat er zelfs in australie chili con carne wordt gegeten? ;-) geniet er in ieder geval van en succes met het verkennen van het National Park! groetjes