Profile
Blog
Photos
Videos
Na dik een half uur wachten op een niet opdagende bus vlakbij het hostel en het daardoor missen van onze bus naar het vliegveld, arriveerden we gelukkig nog netjes op tijd bij de incheckbalie. En ja hoor, we bezweken onderweg niet voor niks bijna onder het gewicht van ons hele hebben en houden... de dames hadden overgewicht! Haastig werden de backpacks ondersteboven gekeerd en de handbagage efficiënt volgepropt. Uiteindelijk moesten alleen de tomatenketchup en chilisaus het ontgelden en konden we onze weg naar de gate vervolgen. De vlucht van duizenden kilometers dwars over Australië verliep zoals gepland en om kwart over 4 's ochtends landden we na amper een uur geslapen te hebben in Cairns. Aangezien we door dit vroege tijdstip niet meteen onze intrek konden nemen in een kamer, hoopten we dat onze backpacks niet al te snel voorbij zouden komen op de bagageband en de rit naar het centrum even op zich zou laten wachten, maar uiteraard loopt alles op zo'n moment gesmeerd. Daardoor zaten we al om 5 uur 's ochtends in het pikkedonker in de tropische achtertuin van ons hostel, waar we tot half 8 moesten wachten tot de receptie open ging en toen nog eens tot 10 uur op twee schone bedden. Brak als we waren hebben we tot het begin van de middag nog een paar uur geslapen, waarna we ons naar het centrum van Cairns sleepten. Vanwege het Chinese Nieuwjaar speelde er een jazzbandje en stonden er diverse kraampjes met festivalvoer en prullaria aan de waterkant, wat zorgde voor een gezellige drukte. De volgende dag chillden we bij de Lagoon; een soort van speels aangelegd gratis toegankelijk zwembad in het park aan de promenade. Een goed alternatief voor het strand, aangezien een duik in de zee in deze tijd van het jaar toch niet aan te raden is. Er zwemmen in de zomermaanden namelijk Marine Stingers in deze warme wateren rond; zeer giftige kwallen waaraan je na een steek zelfs kan overlijden! Daarmee is het gevaar nog niet geweken, want ook krokodillen zijn hier graag geziene badgasten...
Even ter informatie: op dit moment bevinden wij ons dus aan de oostkust van Australië, waar het tot aan Brisbane 9 uur later is ten opzichte van Nederland en vanaf daar tot aan ons eindpunt Sydney 10 uur later. Daarnaast is het in het noorden van de staat Queensland - net als eerder tijdens onze reis in Darwin en Broome - onvoorstelbaar benauwd en vochtig warm. Ditmaal zitten we écht middenin het wet season met van tijd tot tijd enorme onweersbuien, zodanig dat sommige walking tracks en wegen onbegaanbaar zijn. Een groot voordeel van deze tijd van het jaar is dat de vele watervallen aanzwellen van kleine stroompjes tot kolkende massa's water. That's the way we like it! Ook is de natuur enorm groen, wat de foto's natuurlijk ten goede komt. Het regenseizoen is tevens het laagseizoen, waardoor je zelfs in toeristische oorden amper een mens tegenkomt. Eén ding is zeker: Paula en ik háten de muggen! Hele zwermen zitten je soms achterna en onze lichamen zien er al aardig gehavend uit. Vooral 's avonds beginnen de bulten vreselijk op te spelen, waarna we al scheldend en tierend een anti-jeuk smeersessie houden. Achteraf een leuk verhaal op feestjes (of als leedvermaak voor jullie lezers), maar op dit moment zijn we ze liever kwijt dan rijk. Verder krioelt en bloeit er hier van alles in die tropische bushbush, maar daarover later meer...
Op maandag 15 februari begon onze derde roadtrip in Australië: in twee weken tijd het gebied rondom Cairns verkennen met Daisy, de gehuurde Hippie Campervan. Na het inslaan van proviand bij de 'Woolie' tuften we richting Kuranda; een toeristisch plaatsje aan de rand van de Atherton Tablelands. Onderweg maakten we een stop in Barron Gorge National Park, waar we een wandelingetje maakten naar de Barron Falls en picknickten naast het busje. De volgende dag zochten we de kust weer op en cruisten we via de Captain Cook Highway langs de dorpjes en stranden ten noorden van Cairns tot aan het chique oord Port Douglas. Voordat we daar ons kamp opsloegen op de campsite van het Dougies Backpackers Hostel, kraakten we eigenhandig een zelf gevonden kokosnoot op één van de tropische strandjes. Met behulp van de nodige spierkracht, een scherpe rots en een kurkentrekker scheurden en boorden we ons een weg door de taaie schil. Helaas was het resultaat niet te zuipen kokosmelk en een niet te vreten kneiterhard wit goedje... Ach, even waanden we ons Robinson Crusoë en het idee was leuk, nietwaar? Na een nachtje afzien in onze rijdende oven werd het hoog tijd voor wat verkoeling in de vorm van een ijskoude duik in de Mossman Gorge. Na deze verademing reden we terug naar 'Dougie' voor een avondactiviteit op niveau. Althans dat dachten we... In de Lonely Planet hadden we namelijk gelezen dat de plaatselijke Yacht Club elke woensdagavond niet-leden meeneemt voor een gratis toertje op een zeiljacht. Dat klonk vooral mij natuurlijk als muziek in de oren, dus kalkten we als één van de eersten onze namen op de lijst, dronken we een soort van verplicht biertje en wachtten we rustig af wie onze schipper werd. Al vrij snel werd duidelijk dat hier het gezegde 'wie het eerste komt, wie het eerste maalt' er niet toe doet en wij er kennelijk als te simpele backpackertjes uitzagen. De jachten werden volgeladen met oudere stellen en de 'gezellige' (bier en wijn zuipende) Ozzies en deze twee enthousiaste, sportieve Nederlandse meiden misten letterlijk en figuurlijk de boot...
Aangezien we van water en bootjes nooit genoeg hebben - zelfs niet na die grote teleurstelling van de vorige avond - hopten we in Daintree Village tot twee maal toe aan boord van de Crocodile Express cruise. Het eerste tochtje spotten we twee krokodillen in het regenwoud gedeelte van de Daintree River, de tweede rondvaart in het mangrove gedeelte telden we er maar liefst vijf. Daarnaast spotten we diverse 'logodiles'... Ondanks dat de grote jongens het die dag massaal lieten afweten, hebben we wel echte 'salties' in het wild gezien. Waanden we ons toch nog een beetje een Steve Irwin! Hierna reden we Daisy op de ferry naar Cape Tribulation; het beroemde regenwoud en een spectaculair stuk van Australië. We waanden ons al snel in de bushbush, want die avond al kregen we ongenodigd bezoek van 5 kleine enthousiast rondspringende kikkertjes in de bus. Na een klopjacht gewapend met zaklantaarn en pannendeksel hebben we ze allemaal buiten de deur weten te zetten. Jakkes! Helaas verpestten de wet season perikelen onze planning, want na wat sightseeing en het exploren van de Marrdja en Dubuji Boardwalks, moesten we 'Cape Trib' voortijdig verlaten: door een urenlang durende plensbui ontstonden er spontaan watervallen langs de kant, waardoor het water over het wegdek gutste en wij voor ons gevoel met bus en al van de weg spoelden. Na het inwinnen van lokale informatie ("if you don't want to get stuck here tomorrow, I would say go today!") besloten we het 'drogerop' te zoeken. We reden Daisy weer veilig op de ferry en tuften richting Mareeba; een plaatsje in de hoger gelegen Atherton Tablelands.
Gelukkig straalde de zon ons de volgende ochtend weer tegemoet (voor hoe lang zoiets hier duurt is altijd maar afwachten...) en dus was het een prima dagje voor een bezoek aan een koffieplantage. En niet zomaar één, maar degene waar de beruchte Maloberti's Gold Coffee vandaan komt. Dit bedrijf wordt gerund door een kwieke Italiaanse opa, genaamd Bruno, en zijn vrouw en dochter. In de aftandse loods waar de beroemde bonen geprepareerd en geroosterd worden, dronken we een vers gezette Affogato: men neme een glas, men schept daarin 3 bolletjes vanille ijs en men schenkt daaroverheen een stevige shot espresso. Na het verorberen van dit delicious bakkie pleur, leidde Bruno ons hoogstpersoonlijk rond en vertelde hoe het hele proces in elkaar steekt. Erg interessant! Na deze memorabele activiteit tuften we richting Lake Tinaroo, waar we na een wandelingetje op ons kooktoestelletje onder de achterklep een viersterren maaltijd in elkaar draaiden. 's Avonds sliepen we op een rustplaats tegenover een pub; dat wil zeggen op de parkeerplaats van een door de plaatselijke Lion's Club opgericht parkje. We hadden zelfs de beschikking over een (koude en daarom ongebruikte) douche en schone wc! Who needs a camping? Om in de merensferen te blijven, reden we de dag erna naar het Crater Lake National Park, waar we een walking track van 5 kilometer rond het Lake Barrine én twee slangen op onze weg trotseerden. Voor de eerste hoefde Paula mij niet eens meer te waarschuwen, want ik stond acuut op de handrem toen ik iets op een paar meter afstand weg zag kronkelen. De tweede keer was het mijn beurt om Paula te attenderen op een zwart exemplaar die naast het pad lag te zonnen... Hierna reden we langs Lake Eacham, waar we een aantal schildpadden in het water spotten, en de karige Malanda Falls.
De vijf dagen hierna hebben we elke dag één of meerdere watervallen gezien. Voor de geïnteresseerden smijt ik even met een rijtje namen: Dinner Falls, Millstream Falls (breedste waterval van Australië), Little Millstream Falls, Ellinjaa Falls, Zillie Falls, Milla Milla Falls, Murray Falls, Wallaman Falls (hoogste drop van Australië), Little Creek Falls en last but not least Josephine Falls. Aangezien iedereen wel weet hoe een waterval eruit ziet en Google geduldig is, zal ik jullie een verdere omschrijving sparen. In ieder geval was het samen met de hoeveelheid regen die er die dagen is gevallen, een behoorlijk natte bedoeling. Deze keer zeker niet vervelend, want hoe meer water, hoe ruiger en dat doet het goed op foto's! Ook reden we verschillende scenic routes, die we tegenwoordig uitspreken als 'ik-zie-niks routes', aangezien de laaghangende bewolking wat dit betreft roet in het eten gooide.
Op Paula's oudejaarsavond bevonden wij ons in het gehucht Innot Hot Springs, gelegen in the middle of nattig nowhere. Daar kan je namelijk kamperen op een camping waar ze - zoals de naam al doet vermoeden - 6 zogenaamde hot mineral springs baden hebben. Wij hebben uiteraard een paar uur lang gepoedeld in dit bijzondere water, maar gaven uiteindelijk toch de voorkeur aan het ordinaire en koelere zwembad... Als avondeten hadden wij een vulkaan verantwoorde maaltijd; als lava uitziende chili con carne in een door vulkanische activiteiten gevormd gebied. Dineren in stijl ten top! Op Paula's verjaardag vloeide het hemelwater rijkelijk, dus een zomers zonnige verjaardag in februari is er helaas een beetje bij ingeschoten. Als schrale troost zochten we die dag een fatsoenlijke camping op in Innisfail, waar we na een duik in het riante zwembad feestelijke cupcakejes knaagden. Na het demonteren van de in het busje aanwezige rookmelder, werden er zelfs kaarsjes aangestoken, zodat onze jarige jet deze traditiegetrouw uit kon blazen. 's Avonds speelden we een paar oververhitte potjes Yahtzee en uiteraard won het feestvarken deze!
Op de één na laatste dag van onze campervan trip brachten we een bezoek aan het indrukwekkende Paronella Park. Ergens in de jaren dertig van de vorige eeuw is dit park in het regenwoud aangelegd door ene José Paronella, een hardwerkende geëmigreerde Spanjaard. Hij bouwde er eigenhandig twee kastelen in Spaanse stijl en stelde het open voor publiek. Als afgestudeerde vrijetijdwetenschappers was het erg leuk om te zien dat hij zijn tijd toen al ver vooruit was, want op entertainmentgebied was overal aan gedacht. Tennisbanen, een balzaal die omgebouwd kon worden tot theater en bioscoop, een sprookjesachtig verlichte waterval en terrasjes waar bezoekers hun homemade ice cream of andere versnapering konden oppeuzelen. Het park heeft sinds die tijd verschillende tegenslagen gehad in de vorm van fikse overstromingen, cyclonen en een brand, maar gelukkig is het relatief gezien nog goed bewaard gebleven. Voor beeldmateriaal moeten jullie maar eens een bezoekje brengen aan de website van Paronella Park.
Inmiddels zijn we weer aanbeland in Cairns, hebben we na 1982 kilometer afscheid genomen van Daisy en gaan we morgen met de Greyhound bus richting Townsville.
Catch ya later mates and take a look at http://picasaweb.google.com/annemarie.stap!
- comments