Profile
Blog
Photos
Videos
Eindelijk weer fatsoenlijk internet, dus bij dezen de hoog nodige blogupdate!
Dinsdag 29 december - na het ophalen van onze witte Ford Falcon station wagon automaat en het volladen van een enorme winkelwagen met proviand bij de Woolworths - begon onze 5 weken durende roadtrip van Darwin naar Perth langs de westkust van Australië. In drie dagen reden we van Darwin naar Broome, aangezien we met Oud & Nieuw liever niet in the middle of nowhere wilden bivakkeren. Deze reis van 1860 km over de Stuart Highway, Victoria Highway en Great Northern Highway leidt onder andere langs het Litchfield National Park, waar we bij Florence Falls en Buley Rockhole onze bikini's maar weer eens aantrokken voor een quick dip, aangezien we voortijdig verjaagd werden door een enorme hoosbui gepaard met angstaanjagende lichtflitsen. Gelukkig hadden we ons nog niet helemaal aangekleed, anders waren we echt een stel bezopen katten geweest. Yeah, it's definitely wet season in the top end! Deze route leidt ook dwars door het gebied The Kimberleys, wat mooie uitzichten vanuit de car opleverde. Ik moet zeker nog eens terug naar dit gebied en dan met een 4WD, aangezien veel highlights op dit stuk - zoals de Bungle Bungles - alleen te bereiken zijn met zo'n ruig voertuig. De 2WD geschikte wegen die er zijn, waren nu helaas ook nog eens gesloten vanwege het wet season. Jullie begrijpen het al: dit is een goed excuus om nog eens terug te keren naar dit fantastische land! De eerste dag arriveerden we in het pikkedonker op een camping, zodat we bij het licht van de koplampen de tent op moesten zetten en instant noodles klaar moesten maken op ons gasstelletje. Wat een avontuur zou dit worden! De tweede dag van onze race tegen de klok naar Broome passeerden we de grens tussen het Northern Territory en Western Australia. Omdat de Ozzies hier de vervelende regel hebben - die wij per ongeluk over het hoofd hadden gezien - dat je tussen staten geen vers groente en fruit mag vervoeren in verband met het eventueel wellicht misschien overdragen van enge bacteriën en dergelijke, moesten wij bij de grensovergang onze ingeslagen voorraad tomaten, komkommers, appels, sinaasappels en uien inleveren. Hebben wij weer!
Na een vroege start (04:00 uur ging de wekker!) en een rit van 1050 km op oudejaarsdag bereikten we Broome, waar we voor 4 nachten ons kamp opsloegen op loopafstand van Cable Beach. Tot 12 uur 's nachts speelden we al geeuwend van de lange reisdag naast de tent potjes Yahtzee en blikten terug op het afgelopen jaar onder het genot van een koud biertje, totdat 5 lullige vuurpijltjes ergens vanaf het strand het nieuwe jaar inluidden. Dat was nog eens een rustige (lees: vrij slaapverwekkende) jaarwisseling, maar in ieder geval eentje die we niet snel meer zullen vergeten! De paar dagen in Broome waren ontzettend heet, dus we hebben het erg rustig aangedaan. 's Avonds vroeg naar bed, omdat je al om 6 uur 's ochtends de volgende ochtend badend in het zweet je tent uitdreef. Geloof mij: daar had je echt geen nachtmerrie voor nodig! In de zee zaten gevaarlijke (lees: eventueel dodelijke) jellyfish, dus we maakten wandelingetjes over het strand en koelden af in het zwembad op de camping. In het centrum was helaas weinig tot niks te beleven op een leuk marktje op zaterdagmorgen na, omdat veel locals vanwege het wet season en de Australische zomervakantie out of town waren. Boooring!
Time for some action! Ons volgende doel was het plaatsje Exmouth, gelegen bij het Cape Range National Park en het Ningaloo Reef Marine Park. Onderweg daarheen schreven we de eerste road kill op onze naam: ik knalde met 110 km/u dwars over een behoorlijk grote overstekende lizard heen, die vervolgens uit twee losse delen bestond... Oops! Ook trotseerden we een heftige zandstorm met flinke windstoten, waardoor we ineens 40 km/u moesten gaan rijden en amper 5 meter zicht hadden! We zetten onze tent voor twee dagen op een fatsoenlijke camping en verkenden de boel tot aan de ingang van het Cape Range National Park. We stopten bij de Vlamingh Head Lighthouse, het SS Mildura schipwrak en diverse strandjes voor een verkoelende duik. 's Avonds reden we na zonsondergang naar het Jurabi Turtle Centre in de duinen, waar we gewapend met een zaklamp en fototoestel na een flink eind banjeren over het strand eindelijk zagen waarvoor we waren gekomen; een enorme zeeschildpad die zich langzaam een weg baande vanuit de zee over het strand richting de duinen om eieren te gaan leggen. Na 1,5 uur doodstil te hebben gezeten op amper 3 meter van de Green Turtle, hielden we het voor gezien. Wat was dit indrukwekkend om mee te maken onder een heldere sterrenhemel bij het licht van de maan! Terug op de parkeerplaats hielpen we het Nederlandse stel Chris & José om hun busje 'Jimmy' op te duwen; de koelkast had te lang aangestaan en de accu was daardoor langzaam leeggelopen... s*** happens zullen we maar zeggen! Gelukkig vertoonde onze 'Jack' nog geen kuren. De volgende dag reden we het National Park in om daar de boel te exploren, waar we toevallig Chris & José weer tegenkwamen. Onze reisroute bleek 99% overeen te komen, dus besloten we met z'n 4en voor onbepaalde tijd verder te reizen. Met onze aangeschafte snorkelsets hebben we de onderwaterwereld ook eens van dichtbij bekeken. Langs de kust liggen hier heel veel ideale snorkelspots zoals T-Bone Bay, Lakeside, Turquoise Bay en Oyster Stacks, waar we urenlang achter elkaar op diverse plekken met ons hoofd onder water hebben gebivakkeerd. Het is allemachtig prachtig! Je hebt er eigenlijk geen idee van dat soms zo vlak voor de kust zoveel moois te zien is: koraal in allerlei soorten en maten, zeekomkommers, manta- en stingrays, (voor zover wij weten ongevaarlijke) haaien, vissen in alle kleuren van de regenboog en zelfs een enkele seaturtle. Ook liepen we de Yardie Creek walk en de Mandu Mandu Gorge walk, maar vanwege de warmte was het snorkelen deze dagen de favoriete activiteit. We kampeerden twee nachten in het National Park en dat is toch wel het echte kamperen; alleen een simpel toiletje waarin je naast de soms helse stank verwelkomd werd door het bordje "G'day! I'm your Ozz Bush Loo!", 's avonds een maaltijd in elkaar draaien op een enkel gaspitje die steeds uitwaait vanwege de windvlagen, tandenpoetsen in de duinen met uitzicht op de zee, etc. Heerlijk die outdoor lifestyle!
We zetten onze roadtrip voort richting Coral Bay aan de zuidkant van het Ningaloo Marine Park. Het viel een beetje tegen na de top daagjes in Exmouth, dus we hadden het er na een dag snorkelen en relaxen op het strand ruimschoots gezien. Helaas is de tent niet bepaald windbestendig, dus hebben we voor het eerst onverhoopt achterin Jack geslapen. Alle bagage verhuisde naar de voorstoelen en de overgebleven holletjes erachter, zodat wij onze luchtbedjes konden spreiden in de riante achterbak met weggeklapte achterbank. Stiekem hadden we in tijden niet zo lekker geslapen! Who needs a campervan? Van Coral Bay cruisden we naar Point Quobba en de daarbij gelegen Blow Holes; natuurlijk ontstane gaten in de kust waaruit met een noodgang zeewater doorheen wordt geperst door de golven die op de kust beuken, zodat er een soort geisereffect ontstaat. Een erg spectaculair gezicht en een uitgelezen fotomomentje! Iets verderop verkenden we de onderwaterwereld in een glasheldere lagoon, waar het water soms zo ondiep was dat het scherpe koraal akelig dichtbij kwam. Buik inhouden en zo plat mogelijk blijven drijven, dan ging het prima! De vissen zwommen hier nieuwsgierig om je heen, dus binnen no time hadden we een stel nieuwe vissenvriendjes gemaakt. Chris wees Paula subtiel op een haai die op de bodem een middagdutje aan het doen was met de droge opmerking "Je moet niet schrikken hoor, maar er zit hier een haai", waardoor Paula zich uiteraard een ongeluk schrok en openhaalde aan het rif. Kwam dat EHBO setje eindelijk ook eens van pas! 's Avonds kampeerden we in de duinen en deden we nog een poging tot turtles spotten, maar gedurende onze strooptocht werden we alleen maar opgeschrikt door voorbij racende witte krabbetjes. Doodeng!
We vervolgden onze weg via Carnarvon naar Denham, als uitvalsbasis voor een bezoek aan het wereldberoemde Money Mia; the place to be om wilde bottlenose dolphins van dichtbij mee te maken gedurende de dagelijkse feeding sessions. Wij hebben van 8 uur 's ochtends tot 4 uur 's middags op het strand rondgehangen en geen één Flipper gezien of ook maar iets wat erop leek. Bummer! Toch was het geen verspilde dag, want de baai was prachtig en we kregen de kans om minutenlang met een seaturtle mee te zwemmen die zich rustig een weg baande door het water en af en toe wat knaagde aan een zeewiertje. Af en toe zwom hij naar de oppervlakte om een hapje lucht te nemen, zodat zijn lieve koppie boven water kwam met een blik alsof hij wilde zeggen: "No worries dude, just go with the flow!" Het vervelende van deze Australische wateren is, dat er ook zeeslangen in leven, waar ik vooral tijdens het snorkelen niet teveel over na moet denken... En ja hoor, lig ik rustig face down in de zee te drijven, kronkelt er zomaar een zeeslang onder me door! Crickey! Ik had niet veel seconden nodig om me dit te beseffen en binnen no time stond ik in complete snorkeluitrusting op de kant. Ik denk dat ik het wereldrecord op de 50 meter dik verbeterd heb! Na bij te zijn gekomen van de schrik, crosten we op de terugweg naar Denham nog even met Jimmy en Jack over het strand van de Litte Lagoon.
Next stop Kalbarri! Via Eagle Bluff en het bloedhete (45 graden in de schaduw!) bezoek aan Hamelin Pool met de zeldzame stromatolites (zie hiervoor Google, Wikipedia of een soortgelijke bron van informatie) ging Jack zonder enige aankondiging op het dashboard vaart minderen... Na een blik onder de motorkap, het checken van de zekeringen en het aanduwen van onze logge backpackmobiel, bleek onze trouwe vierwieler uitgedroogd te zijn! Terwijl Paula en ik langs de kant van de weg wachtten op een jerrycan unleaded petrol, doodden we de tijd met het zetten van aan bakkie troost op onze portable gasmate. Maar dat was nog niet alles, want toen Jimmy na drie kwartier wachten terugkeerde, bleek dat alle benzinestations al gesloten waren. Alrighty... Wonder boven wonder geraakten we nog net 200 meter verder tot aan de ingang van het Kalbarri National Park, waarna we alle waardevolle spullen en onze campingbenodigdheden in het busje van Chris & José gooiden en Jack achterlieten tot de volgende ochtend. Die nacht wildkampeerden we aan de rand van Kalbarri naast de Murchison River en riskeerden daarmee achteraf gezien een boete van $200... Sorry pappa, ik zal het nooit meer doen, maar nood breekt wet! We ontbeten in het plaatselijke park aan het strand, waar de locale politie een rondje patrouilleerden en vroegen "What's in it for breakfast mates?". Há, ze moesten eens weten! Met een tot de nok toe gevulde jerrycan keerden we terug naar Jack, die ongeduldig - zonder ingeslagen ruiten, een bekeuring onder de ruitenwisser en meer van dat soort ongein - stond te wachten. We moesten wat over hebben om Kalbarri National Park te exploren, want het was er die dag gigantisch heet (minstens 50 graden) en de schaduwplekjes waren schaars. Z-Bend, The Loop en Nature's Window zijn in ieder geval uitgebreid op de gevoelige plaat vastgelegd, want ook dit is het échte Australië waar we voor kwamen!
Na een nachtje legaal kamperen op een camping in Kalbarri en het bijwonen van de dagelijkse pelican feeding session op het strand er tegenover, vervolgden we onze reis langs de spectaculaire kustlijn van west Australië naar wind- en kitesurfsurfmekka Geraldton. Onderweg stopten we bij de lookouts Red Bluff, Mushroom Rock, Rainbow Valley, Pot Alley, Eagle Gorge, Shellhouse Grandstand, Island Rock en Natural Bridge, alwaar we een welverdiende lunch met knoflookburgers en hotdogs naar binnen schoven. Vanaf één van de uitkijkpunten zagen we zelfs iets wat verdomd veel op een stel dolfijnen leek. Wat een leventje en wat een land! Aanbeland in Geraldton namen we een kijkje bij het stylisch verantwoorde HMAS II Sydney Memorial en vervolgens maakten we ons nuttig door inkopen te doen bij de plaatselijke Coles en gebruik te maken van het gratis wifi in de bieb. We reden zover mogelijk door langs de kust en sloegen ons kamp op in een gat genaamd Leeman, vanwaar we de volgende dag via Jurien Bay naar Cervantes tuften; onze uitvalsbasis voor het exploren van het Nambung National Park, waarin de indrukwekkende Pinnacles Desert gelegen is. Eerst reden we naar het Tethis Lake waar de al eerder genoemde stromatolites voorkomen, maar voordat we daar arriveerden hapte Jimmy zoveel zand op een zanderig weggetje, dat er een voorbijkomende 4WD nodig was om hem uit zijn benarde positie te bevrijden. Je beleeft nog eens wat met die Chris & José! Na deze spreekwoordelijke kater relaxten we op het strand van het toepasselijk geheten Hangover Bay, waar we eigenlijk in het water wilden plonsen voor een snorkelsessie, totdat een vriendelijke local ons wees op de aanwezigheid van haaien "who will eat you" bij het rif... Oefff! Om genoeg energie te hebben voor het verkennen van de Pinnacles Desert bij sunset, bereidden we in de duinen spaghetti in tomatensaus uit blik met een kwakje pesto en plakjes komkommer. Jaja, de culinaire hoogstandjes volgen elkaar hier in rap tempo op! De Pinnacles kun je het beste bekijken door de track van 4 kilometer dwars door het gebied te rijden en daar hadden Jack en Jimmy wel oren naar. Er zijn in totaal wel een paar honderd foto's geschoten, want bij elk punt waar je de auto even aan de kant kon zetten, had je weer een ander mooi zicht op dit vreemdsoortige maanlandschap. We konden er geen genoeg van krijgen, waardoor we in het pikkedonker terug moesten rijden naar de camping. De volgende dag hielden we een fotosessie bij Thirsty Point (voor het resultaat zie de foto's!) en reden we nogmaals naar de Pinnacles. Midden op de dag zag alles er toch een stuk minder spectaculair uit, maar het is en blijft een bijzonder gezicht.
Na zonder gezeur een nieuwe tent te hebben opgehaald bij Travellers Autobarn in Perth, konden we met een volle olie- en benzinetank onze roadtrip voortzetten. De rest van onze avonturen volgen als we weer terug in Perth zijn! Vergeet ook de nieuwste foto's niet te bekijken!
P.S. Het leven van een roadtripper gaat niet altijd over rozen! Hoewel het bovenstaande verhaal erg rooskleurig klinkt, hebben we in de tussentijd al aardig wat tegenslaagjes moeten incasseren en oplossen. In willekeurige volgorde: een lek luchtbed, een afbrekende spoiler, nog een lek luchtbed, een naar beneden vallende achteruitkijkspiegel, alweer een lek luchtbed, een afgebroken tentstok, voor de verandering een lek luchtbed, zonder benzine komen te staan, een gescheurde buitentent waar een wederom afgebroken tentstok doorheen steekt én het 51 keer zelf proberen te branden van een DVD met foto's zonder resultaat. Een positief punt is dat we nu experts zijn op het gebied van het traceren en repareren van een lek in een luchtbed en nog beter kunnen improviseren dan ooit te voren. Ik zeg: een applausje voor onszelf!
P.P.S. Bedankt voor alle berichten wat betreft Kerst en Oud & Nieuw! Het blijft super leuk om van iedereen te horen hoe het daar in Nederland gaat, dus ga er vooral mee door! Wij zijn inmiddels op de helft van onze trip, dus het grote aftellen van de resterende 3 maanden kan beginnen! ;-)
- comments
A.van Schaik Een pracht verhaal.lekker genieten en wij lezen de belevenissen van dit mooie land mee.gr.Gerda en Bob.