Profile
Blog
Photos
Videos
Weer veel te veel mooie dingen gedaan.... Om maar bij het begin te beginnen.... Corcovado.
Na 2 dagen ons vermaakt te hebben in Puerto Jimenez konden we (Shelley, Amit en ik) eindelijk het mooiste park en het laatste stukje droog tropisch regenwoud van Costa Rica in. We moesten de toegang tot het park betalen in de lokale bank en die bank was helaas alleen doordeweeks open. Aangezien Shelley en ik op zaterdag in Puerto Jimenez aangekomen waren, konden we mooi 2 dagen wachten voordat we ook maar iets konden regelen.
Affijn, na inkopen gedaan te hebben voor 3 dagen en onze tent en slaapmatten geregeld te hebben op maandag, hebben we op dinsdagochtend de bus van 6 uur naar Carate gepakt, waar onze trektocht zou gaan beginnen. Volbepakt met 3 liter water, eten voor 3 dagen, tent, slaapmatten en kleding konden we op weg naar het Sirene Ranger Station wat midden in het prachtige reservaat Corcovado lag. De kerels konden natuurlijk weer zeulen met de grote backpacks vol met zooi en Shelley kon volstaan met een klein rugzakje met haar kleding en wat eten.
De hike naar Sirena duurde in totaal 7 uur en het waren afgewisselde stukken over het strand en door het oerwoud. Onderweg waren er een hoop apen, miereneters, papegaaien, hagedissen in alle soorten in maten, spinnen en nog veel meer dingen te zien, zoals een aantal rivieren met krokodillen die doorgewaad moesten worden. Wat een geweldig park is Corcovado, een must voor iedereen die naar Costa Rica gaat. Ik had besloten dat dit park mijn enige stop zou zijn in Costa Rica, op aanraden van een Israelische bioloog die ik Leon in Nicaragua had ontmoet. Hij werkte al jaren in national reserves in Zuid Amerika en Centraal Amerika en dit was volgens hem het mooiste en best bewaarde stukje Costa Rica.
Na de eerste dag, gelukkig zonder regen, kwamen we afgepijgerd aan in het ranger station. Als je na 7 uur met een zware rugzak je rugzak afdoet, loop je het eerste uur rond met een kromme rug, omdat je lichaam nog steeds denkt dat je een zware rugzak omhebt en daarvoor compenseert. Ons tentje opgezet en daarna lekker wat gekookt op ons zelfmeegebrachte 1 pits gasflesje. Om 8 uur ging het licht al uit en dan is het overal echt pikkedonker, dus daarna nog wat gekaart met wat zaklampen erbij, Shelley was jarig deze dag, dus we hadden cakejes met kaarsjes bij ons voor haar. Alleen de muggen en insecten kwamen met zulke grote getalen op het licht af, dat we al gauw besloten maar te gaan slapen. Voordat ikzelf naar bed ging ben ik met een zaklamp erop uit gegaan de jungle in met de hoop wat tapirs te zien. Ik ben naar het strand en terug gelopen, waarbij ik een groot aantal nachtvogels zag, ontzettend grote kikkers (dit keer maar niet meegenomen voor avondeten) en een heel hoop vleermuizen die bijna elke keer tegen me aanvlogen. Ik hoopte een jaguar te zien 's nachts maar het enige groots wat ik tegenkwam was een tapir op de weg terug. Die lekker aan het grazen was in de buurt van het station. Ik kon hem bijna aanraken, zoals je op de foto's wel ziet. Daarna lekker naar bed gegaan en de volgende dag om 5 uur op om op weg te gaan naar de Sirena rivier, om een hoop krokodillen, wat tapirs en bull sharks te zien. Helaas ontbraken de bullsharks, maar het is niet anders. Je kunt pech hebben blijkbaar.
Verder de hele dag wat trails gedaan rondom Sirena door wat primair en secundair regenwoud en een uur voordat we terug bij het station waren begon het ongelooflijk te plensen. We hadden alleen een tasje bij ons zonder regenhoes omdat het weer heerlijk was, wat natuurlijk heel dom was in de jungle. De cameras van Shelley en Amit begaven het allebei, vanwege het vocht, en de mijne overleefde het gelukkig. Ik bewaarde hem in mijn onderbroek en hield mijn hand erover. Het zag er een beetje stom uit, maar gelukkig heb ik nu nog een camera.
De dag erna vroeg op en terug naar Carate. Dit was de zwaarste, echt alles wat zeiknat door de regen en niks droogt in de vochtigheid in een regenwoud. De stukken over het zand waren op de eerste dag nog leuk, maar door mul zand lopen als je moe bent is toch iets minder leuk. Verder waren er echt talloze muggen overdag door de regen van de vorige dag en ik kwam terug in Carate met benen vol met muggenbeten. Op het begin van de tocht moesten we om grote stukken rotswand heen en het tij begon al aardig te steigen, dus we moesten haast maken om erlangs te kunnen. Op een gegeven moment, moest er geklommen worden om eromheen te komen. Anders moesten we daar 3 uur wachten en zouden we de bus terug niet halen. Dus ik mijn schoenen uit en op mijn blote voeten om de rots heen geklommen, wat niet echt aan te raden is. Ik kan je vertellen dat het vrij pijnlijk is met blote voeten rotsklimmen. Na een paar keer weggegleden te zijn en mijn benen opengehaald te hebben, kwam ik aan bij een plateau waarop ik onze tassen kon hijsen als Shelley en Amit me ze aangaven. Daarna konden zij om de rotsen heen lopen en tegelijk heel nat worden, maar we hadden het gehaald. Daarna kon ik ook niet echt insect repellent meer gebruiken, omdat dat enorm prikt in de schrammen enz... dus muggen alom.
Daarna kwamen we een stelletje uit Oostenrijk tegen, waar ik van de winter lekker kan komen skieen, die een gids hadden. Er was blijkbaar een ander pad om de kliffen heen aan de andere kant. Als we dat toch eens wisten.... Daarna nog wat meer natte voeten en benen gehaald en andere stukken met hoogtij en op een punt moesten we 1 uur wachten voordat we er omheen konden. Maar uiteindelijk na veel rivieren, kliffen, zeewater, apen, tapirs, miereneters en vogels gezien te hebben kwamen we doodmoe aan in Carate en een half uurtje later ging de bus terug naar Puerto Jimenez... wat een geweldige ervaring waren de afgelopen 3 dagen. Alles stonk naar zweet en was zeiknat, maar we hadden het gehaald.
De volgende dag was een dag van enorme ontspannen met veel eten (de avond na de hike, moesten Amit en ik wel 2 keer om de kaart vragen, omdat 1 hoofdmenu lang niet genoeg was;)), de drie dagen ervoor hadden we niet echt heel veel kunnen eten, want we hadden maar net genoeg bij ons. Shelley vertrok sochtends naar Panama City en Amit en ik bleven nog een dag. De dag erna op zaterdag heb ik sochtends de boot gepakt naar Golfito aan de andere kant van de baai, op weg naar Panama en Amit ging naar San Jose terug. In Golfito kwam ik een Duits koppeltje tegen die ik in het ranger station en in Jimenez al ontmoet had, reddeloos om zich heen kijkend hoe ze in Panama moesten komen. Dus ik heb ze op sleeptouw genomen de bus in naar de grens en de grens over en daarna naar David in Panama. Ze waren zo blij dat ze mijn entreegeld van Panama (het is maar 1 dollar maar toch, het gaat om het gebaar) wilden betalen voor me en een lunch bij een restaurantje. Dat laatste accepteerde ik niet, maar het is toch een mooi idee.
In David aangekomen heb ik gelijk de bus gepakt naar Boquete, waar ik nu ben. Het plaatsje doet me een beetje denken aan een Oostenrijks bergstadje, midden tussen de bergen met prachtige stukken cloudforest eromheen, waar de wolken in blijven hangen. Al met al een prachtig gezicht. In de bus kwam ik Laura tegen, een meisje uit Jersey, Engeland, dus met haar deelde ik de afgelopen nachten een hotelkamer. De eerste dag hebben we lekker een beetje ontspannen en wat heerlijke koffie gedronken voor 35 cent per kopje. Deze stad is beroemd om zijn koffie en dat is te proeven. De dag erna hebben we samen met een jongen uit Den Haag, Mike, die Laura kende uit Bocas del Toro de ¨El Sendero de Los Quetzales¨ gelopen. De quetzaltrail is een prachtige wandeling over de flank van de vulkaan Baru. De omgeving is werkelijk prachtig en we moesten wat landslides overwinnen die stukken van het pad weggevaagd hadden. Het staat bekend als de mooiste wandeling van Panama en daar hebben ze denk ik wel gelijk in. Je zou er ook quetzals, de vogel van Centraal Amerika, moeten kunnen zien. Maar het enige wat ik gezien heb, is wat eekhoorns, slangen en wat andere vogeltjes, maar meer niet. De dag erna lekker een dagje ontspannen in de hotsprings hier, waar je ook lekker in de rivier kon afkoelen of op een steen midden in de rivier kon zonnen.
Gisteravond kwam ik in het hostel van Mike, Andrew en Sonny tegen. Twee kerels uit Nieuw Zeeland, die de hele wereld over aan het reizen zijn, afgewisseld met wat periodes van werk overal en nergens. Ik heb hen ontmoet in Little Corn Island en zij gingen daarna naar delen van Nicaragua waar ik al geweest was, dus onze wegen splitsten zich daar, maar hier kwam ik ze dus toevallig weer tegen. Laura en Mike zijn vanochtend vertrokken richting Panama Stad om naar San Blas te gaan, maar ik wilde nog een dag raften hier, wat ik nu achteraf niet ga, omdat ik een beetje aan het einde van mijn latijn ben financieel gezien en raften 90 dollar kost. Vandaag zijn we op bezoek gegaan bij een koffieplantage en verwerkingsfabriek, waar we konden zien hoe koffie gemaakt werd, best leuk om gezien te hebben en zeker omdat we daarna lekker een paar koppen goede koffie kregen daar. Morgen ga ik lekker ff uitslapen en wat skypen en snachts ga ik met de nachtbus naar Panama City. Scheelt me weer een nachtje overnachting betalen, waar je op gaat letten als je weinig geld hebt.
Daarna ga ik kijken of ik het nog voor elkaar kan breien om naar Archipielago de Las Perlas te vliegen (Pearl Islands, hagelwitten stranden en turquiose zee en een snorkelsite met Manta roggen) voor een paar daagjes strand op het einde van mijn trip. Daarna een paar dagen Panama Stad, op naar het kanaal en wat mooie nationale parken langs het kanaal, met toucans. En dan is het helaas al weer 2 juli en ga ik de volgende ochtend met het vliegtuig naar huis...
- comments