Profile
Blog
Photos
Videos
De nr. 1 vrijetijdsbesteding in Australie is vissen. Nog voor surfen. Die Australiers vissen wat af. Ze doen hier niet aan trema's trouwens, dus het woord Australie leest een beetje raar. Australiers houden er ook van woorden op een wat eigenaardige manier af te korten: een Australian is een 'Aussie', een breakfast word 'brekky' en een barbecue heet hier barbie. Verder zijn 'Aussies' erg sociaal. Als je in de kroeg in je eentje in de buurt van een groep Australiers gaat zitten is de kans groot dat ze je erbij roepen en een pot bier onder je neus schuiven.
De meeste Australiers rijden rond in grote four wheel drives (4WD's). Handig voor als je gaat vissen of surfen: alle spullen en kinderen passen er met gemak in en de auto wordt gewoon op het strand geparkeerd. Dat kan want de stranden zijn bijna zonder uitzondering kilometers lang, zo ver als je kunt kijken. Op straat zie je ook veel skateboards, als aanvulling op surfboards bij gebrek aan goede golven denk ik dan maar.
Byron Bay, de plek waar ik mijn vorige blog schreef, heeft ook van zulke stranden. Van oudsher is het een hippie/surfers bestemming waar je zou moeten struikelen over de VW kombi busjes. Tegenwoordig is het echter vooral een speelplaats voor backpackers met foute bars a la Llorett de Mar zoals 'Cheeky Monkeys' en reisbureaus met namen als 'Peter Pans'. Ik heb me vooral vermaakt met m'n hostelgenoten op het grote dakterras van het hostel. De grote hoeveelheden alcohol (alcohol schijnt bij wet verboden te zijn in hostels) en dope die we naar binnen smokkelden maakten de clubs overbodig. Het leverde kinderachtige, maar licht vermakelijke kat-en-muis spelletjes op met de nachtportier die zo nu en dan wat in beslag nam.
In Byron Bay worden dezelfde activiteiten aangeboden als in veel andere plaatsjes aan de oostkust: surflessen, duiken, sky-diven, bungeejumpen en kayakken met dolfijnen. Dolfijnen kun je ook zien vanaf de vuurtoren van Byron, maar veel beter nog is het om met je surfboard de zee in te peddelen en ze dan te zien. Tijdens mijn eerste dagje surfen in Byron schrok ik van een ongewoon grote vlek in het blauwe water. Ik dacht eerst aan een rog of een grote, enge vis maar het bleek een reuze-zeeschildpad. Hij stak even zijn kop boven water en maakte zich weer uit de voeten toen ik nogal enthousiast dichterbij peddelde. Geen dolfijn maar wel een heel bijzondere ontmoeting.
Na veel dagen ploeteren ben ik er in Byron eindelijk in geslaagd mezelf te leren surfen. De aanhouder wint zullen wee maar zeggen en ik voel me een overwinnaar. keerzijde is dat ik, nu ik met een bijna 3 meter lang surboard rondloop, geen plek meer over heb voor de gitaar. Ik heb er een beetje geld voor gekregen bij de lommerd en dat voelt alsof ik mijn ziel heb verpatst. Hopelijk heb ik in California genoeg geld over om een mooie nieuwe te kopen.
Na Byron Bay ben ik doorgereisd naar een kustplaatsje dat Surfers Paradise heet. Anders dan de naam doet vermoeden is het alles behalve een paradijs voor surfers. Er staan grote wolkenkrabbers, gokhallen en decadente winkelcentra met Louis Vuitton en collega's. De golven zijn hier alleen voor beginners ok (dat komt mij dus goed uit), maar het water is wel veel blauwer dan in Byron. In Surfers Paradise heb ik veel Braziliaanse en Japanse (wat een combi!) vrienden gemaakt die hier Engels studeren, en die ik nog even opzoek voor ik doorvlieg naar Fiji. Met hen maak ik tripjes in de omgeving van Surfers, die wel erg mooi is. Koninginnedag heb ik helemaal in m'n uppie doorgebracht. Heb zo veel mogelijk de omstandigheden in Amsterdam nagebootst door te gaan windowshoppen in de winkelcentra (bij gebrek aan een vrijmarkt) en mezelf te trakteren op veel fast-food. Drinken in het openbaar mag hier niet dus heb ik af en toe sneaky een biertje weggetikt. 's Avonds werd het veel beter. Met de Japanners en Brazilianen naar een Asian party toegegaan en heel wat Gin-Tonics en biertjes later stond ik op het terras van de club met Brazilianen, Aziaten en Fransen te toasten op de Nederlandse koningin. Leuk, leuk.
De afgelopen dagen ben ik verder naar het exotische noorden gereisd. Grappig: omdat Australie onder de evenaar ligt reis je hier naar het noorden voor het warme weer. je ziet hier ook totaal andere sterren dan in Europa. Sommigen beweren zelfs dat het water de andere kant op draait wanneer het wegspoelt door het afvoerputje. Lijkt me wat ver gaan. Hoe dan ook, mijn laatste avontuur speelde zich af op Fraser Island. Het is het grootste zandeiland ter wereld en ligt voor de oostkust ter hoogte van het plaatsje Rainbow Beach.
In Rainbow beach boekte ik een self-drive tour naar het eiland, wat inhoud dat je met 10 anderen in een 4WD zonder gids het eiland gaat verkennen. Na de briefing en groepsindeling bleek de groep meteen leuk. Samen sloegen we proviand in voor de komende dagen en besteedden zo'n $25 de man. Heel schappelijk dacht ik. Een van de andere twee groepen dacht daar anders over en besteedden $13 de man. Gevolg was dat onze groep door de andere groepen met nijd werdt gadegeslagen tijdens onze feestelijke maaltijden. Alle spullen gingen het dak op en in de jeep was het de hele reis een vrolijke boel. Met een pontje werden we overgezet naar het eiland, wie goed keek kon in de verte dolfijnen zien.
Crossen met een 4WD over het eiland is een echt avontuur. Op het strand stromen hier en daar zoetwaterkreekjes die uitmonden in de zee. Die moet je zo dicht mogelijk bij zee oversteken want daar zijn ze het ondiepst. Vorige maand was er een groep die een fatale fout maakte bij precies zo'n kreekje: de bestuurder reed te hard, wilde uitwijken voor een inrollende golf van zout water uit de zee (slecht voor de jeep), stuitte op een kreekje en crashte. Drie inzittenden overleefden het niet... Onze bestuurders reden gelukkig heerlijk rustig en bleven bovendien gespaard van groepsdruk; die was er niet. De binnenwegen van het eiland zijn minder riskant maar doordat ze zo zanderig zijn kom je makkelijk vast te zitten. Ook dat gebeurde ons niet.
De higlights van het eiland zijn de meren en de grote sandblows, die veel weg hebben van een kleine woestijn. Sommige meren zijn azuurblauw en hebben nog het meest weg van een strand aan de zuid-Chinese zee, anderen zijn heel mooi oranje, bruin, groen. Allemaal zijn ze gevuld met zoet water, gefilterd door het zand. In totaal zijn we twee nachten gebleven, kamperend in de bossen en op het strand. Beiden waren heerlijk en vooral heel gezellig. Een van de twee Franse jongens in onze groep, Jeremy, bleek lekker gestoord. Hij was niet onder de indruk van de preutse drankspelletjes van de groep Engelsen naast ons (ze speelden Gay-chicken, waarbij twee jongens elkaars hoofd naar elkaar toe bewegen tot 1 van hen het opgeeft omdat hij geen jongen wilt zoenen) en begon alle jongens en meisjes van de drie aanwezige groepen af te werken. Goede timing van een van de Duitse meisjes uit onze groep leverde een intieme foto van mij en Jeremy op. Ik vermaakte me vooral met het ophangen van bulls*** verhalen over Nederlanders. Zo gebruiken we gekoeld WC-papier, spugen we voor het eten op ons bord ivbm de spijsvertering en is Ashton Kutcher een van de vele internationale bekendheden uit Nederland. Na heel wat biertjes en jointjes (die Fransen bleven maar draaien) ging ik maar eens naar bed. Ik schijn onwijs gesnurkt te hebben, iets wat iedereen behalve Nik, mijn Hollandse tentgenoot, wakker heeft gehouden. Ik slaap altijd zo lekker met kamperen...
Het bijzondere van Fraser Island is dat er zo veel groeit en bloeit. Jeremy, inmiddels voorzien van aliassen als MacGyver, Chuck Norris en Steve Irwin, is een enorme natuurfreak en kon ons vertellen over planten en dieren. Het eiland zit vol met Dingo's (wilde honden die ik niet heb gezien) en bijzondere planten. Zo hadden we toch nog een beetje een 'guided tour'.
Terug in het hostel viel het groepje weer uit elkaar en heb ik wat biertjes gedronken met Nik, een 32 jarige gymleraar uit Zwolle. De volgende dag, wachtend op de Greyhound naar Airlie beacht, was zonnig. In het grasveld voor het hostel heb ik een beetje Japans zittel leren. Nik zou zeggen (oosters accent): "jee spriekt ook een aardig weurdje euver de grens.". Nu zit ik in bewolkt Airlie beach, moe van de lange busrit door de nacht. Ik blijf hier maar 1 dagje, wat voglens de Rough Guide genoeg is. Volgens mij ook. Maar wie weet wat er weer in zo'n korte tijd kan gebeuren...
X!
Tim
- comments