Profile
Blog
Photos
Videos
Het is mijn mening, maar ik vind in Australie alles buiten de steden veel leuker. Zoals verwacht eigenlijk. Op vakantie ben ik niet zo'n stadsmens, helemaal niet in een land waar de stranden zo mooi en groot zijn. In Port Macquarie zat ik in een heerlijk hostelletje met gezellige veranda waar iedereen maar net op paste. Eerste Australische dieren gezien, zij het vanachter een hekje in het koala hospitaal van Port Macquarie. Ze zeggen dat koala's schuwe dieren zijn maar tijdens voertijd valt dat best wel mee. De neus van de koala verdwijnt zo nu en dan helemaal in het potje voer in de handen van het oude vrijwilligstertje. Het weer zat niet echt mee, waardoor ik weinig van het strand heb gezien en meer heb gefocused op de drinkspelletjes met een kliekje uit het hostel. De volgende dag gelijk na een paar telefoontjes te hebben gepleegd mijn eerste Wwoof (Willing workers on organic farms) adresje gescoord. 'Wwoofen' houdt in dat je in ruil voor kost en inwoning een paar uur (4-6) werken per dag. Ben met mijn neus in de boter gevallen. De eigenaar van de boerderij, John (64), is een oude hippie die goed geboerd heeft in zijn leven en na een aantal jaren gefeest te hebben op zijn yacht in Sydney, kocht hij een dot land en noemde het een boerderij. Er staan 2500 olijfbomen, een moestijn en nog wat andere boomgaarden. Leuker nog zijn de 2 huizen, 1 voor hem, zijn vrouw en kind en 1 voor gasten (de mijne dus) die zij zelf heeft 'ontworpen' en gebouwd. Beide huizen zijn onwijs mooi en hangen vol met kunst, van schilderijen tot houdsnijwerk tot mozaiek. Werkelijk alles is hier zelf gemaakt en het ziet er betoverend uit. Het plaatsje waar alles staat heet Eugai Creek en telt zo'n 400 inwoners...
Zo kwam het dus dat ik een midweek heerlijk wakker werd elke dag in een sprookjesachtig huisje met een fenomenaal uitzicht over het zelfgegraven meer en de grasheuvels waar de kangaroes overheen hupsen. Ik denk dat ik in de vijf dagen dat ik daar heb gezeten ongeveer 12 uur heb gewerk (het kunnen er ook 16 zijn) dat vooral bestond uit een beetje rondrijden in de pickup en hier en daar grote struiken onkruid uit de grond rukken. 's Avonds eten met de familie en daarna filmpje kijken of samen met John lekker een jointje van het land roken. De laatste twee dagen liepen tegen pasen en dat betekend tijd voor uitstapjes. Samen met vrienden van de familie uitgewaaid en gegeten op het strand. Het hele Wwoofing verhaal was dus een groot succes en ik ben bang dat de eerste ervaring niet meer overtroffen kan worden...
John bood me aan om in zijn vakantiehuisje aan het strand te verblijven terwijl hij op familiebezoek zou gaan. Het hekje daar kon wel geverfd worden. Zo gezegd zo gedaan en zo belandde ik in het plaatsje Scotts Head in een vakantiehuisje waarvan je het gevoel hebt in de jaren 60 te zijn zodra je er naar binnen stapt, op een steenworp afstand van het strand. Weer met de neus in de boter! 's ochtends een beetje schilderen, 's middags lekker surfen. Of althans, een poging doen tot. Het bord dat John me meegaf was veel te professioneel. Ik moet er veelbelovend uit hebben gezien voor de anderen op het strand: stoer wetsuit (dat bord schuurt zo!), surfbord plus en een vastberaden blik. Gelukkig heeft niemand gezien hoe ik van een rots viel toen ik even stoer de voor-gevorderden-sprong in zee wilde wagen maar er uiteindelijk heel stuntelig in tuimelde. Heb nog steeds een blauwe plek op m'n zitvlees. De enige vaardigheid die ik nu echt onder de knie heb is het niet verdrinken in de heftige golfen. En zelfs omdat te leren heb ik eerste een substantiele hoeveelheid zeewater in moeten slikken.
Scotts Head zit in de paasdagen vol met vakantievierders dus het sfeertje was heerlijk. 's Ochtends tijdens het schilderen stopt jan en alleman voor een babbeltje en borreltje. Voor boodschappen moest ik liften en dat ging zonder moeite. Heen met een jong stelletje in zijn eerste auto'tje, terug met een Australier die in Nederland voor de ABN heeft gewerkt. Om de Greyhound naar Byron Bay te pakken moest ik eerst weer liften en belandde in een pickup bij twee kerels die me gelijk een biertje in de hand duwden (12 uur 's middags). Samen dronken we (alle drie) en babbelden wat over hash, LSD in de jaren 70 en over Amsterdam. Het blijft me verbazen hoe iedereen hash lijkt te roken of gerookt heeft en hoe populair Amsterdam is. Die Australiers nemen het er lekker van. Hun relaxtheid zal wel komen van het leven aan de kust. De hele familie het strand op, de hele familie surfen, de hele familie aan de barbeque.
Hier in Byron Bay heb ik mijn eerste eigen bord gekocht voor een prikkie, met tas en het is er een voor beginners: groot, breed, dik en zwaar. Ik weiger nog koppig om les te nemen, ik leer het mezelf wel want hoe moeilijk kan het zijn? De golven zijn hier wel veel heftiger en vanmiddag was er flinke stroming. Ik begin al wat te leren over ripcurrents en getijden, maar de golven blijven enigsinzs intimiderend. Zo veel kracht in die zee! Na elf dagen in Eugai Creek en Scott's Head, beide oksels van Australie, is het lekker om weer in een plaatsje met veel mensen te zijn. Wel weer last van een jeukende hoeveelheid Engelsen, maar voor vanavond heb ik afgesproken met wat Canadese gasten en zoals iedereen weet zijn Canadezen zeer oke. Ik ga nu dus maar eens naar de bottleshop om een flesje Gin en een flesje Tonic te halen (lekker spul, Ro!) en me weer begeven onder de backpackers en het hostelleven.
X. Tim
- comments