Profile
Blog
Photos
Videos
We hebben nog geen zes uur geslapen als om half zes de wekker gaat. Het douchen in onze ijskoude badkamer slaan we maar een keertje over, want we hebben al onze tijd nodig voor het inpakken van onze rugzakken. We willen om half zeven op straat staan, zodat we nog even tijd hebben om te ontbijten. Als we even na half zeven naar beneden lopen, blijkt dat we niet bij de receptie kunnen komen, maar ook het gebouw niet uit kunnen. Alles zit op slot. Gelukkig heb ik bij de receptie niet mijn paspoort, maar een kopie achtergelaten. Deze kan ik eventueel wel missen. We kijke of we over een muurtje kunnen klimmen om op straat te komen, maar dat zal met onze zware rugzakken niet meevallen. We hebben flink wat geluid gemaakt met het gerammel aan de sloten, en na een paar minuten verschijnt er een slaperige receptionist die ons naar buiten laat.
Er blijkt in het stadje nog geen restaurant open te zijn waar we kunnen ontbijten. Uiteindelijk kloppen we aan bij een duur hotel met de vraag of we daar kunnen ontbijten. De ontbijtzaal is net open, en hoewel we tweemaal zoveel moeten betalen als wat we gewend zijn voor een ontbijt, willen we toch graag wat eten voordat we een lange autotocht gaan maken.
Omdat we de eerste klanten zijn, is ons krappe tijdschema voor de keuken geen probleem.
Als ik de 15 euro voor twee ontbijten heb afgerekend, worden er nog zes croissantjes, chocoladebroodjes en rozijnenbroodjes op tafel gezet. Erg aardig, maar we hebben helaas geen tijd om het hier op te eten. Ik pak een plastic tasje en schuif ze daar zo in. Waarschijnlijk geen alledaags gezicht in dit luxe hotel, maar het personeel blijft vriendelijk glimlachen.
We zijn precies op tijd bij de Tourist Office, waar we onze vervoerskaartjes hebben gekocht. Na een telefoontje krijgen we te horen dat het minibusje wat is vertraagd en we even moeten wachten.
In het busje zitten naast de chauffeur en bijrijder al een Frans stel, een Slowaaks stel, een Vietnamese moeder met puberzoon en een alleen reizend Vietnamese meisje. We hebben nog maar net de eerste bochten gehad op de bergweg, of de eerste Vietnamese passagiers beginnen al te kotsen. De bijrijder is hierop voorbereid, en heeft een stapel plastic zakjes paraat. Later wisselen we nog wat van passagiers. Van de in totaal vijf Vietnamese passagiers hebben drie hun maaginhoud naar buiten gewerkt. Zowel chauffeur als bijrijder flikkeren al hun afval gewoon uit het raam. Op straat zie je vrij veel zakjes met inhoud liggen. Blijkbaar hebben meer Vietnamezen last van bewegingsziekte in de auto. Onze gids bij Halong Bay, Chuck, vertelde dat zijn vrouw om deze reden nog nooit in Halong Bay geweest was, ondanks dat het om rechte wegen gaat in vlak gebied.
De tocht voert door een prachtig berggebied, en gaat over de hoogste pas van Vietnam. Het zicht is redelijk, en ik zou prachtige foto's kunnen maken, maar uiteraard stopt de chauffeur daar niet voor. Wel stopt hij regelmatig om passagiers, goederen, een envelop met geld en zelfs een pan met eten in- of uit te laden. Ik maak dan van de gelegenheid gebruik om snel even een paar foto's van de omgeving te maken. Helaas zijn deze stops niet op de meest fotogenieke plaatsen, zodat ik vanavond waarschijnlijk een groot deel van de gemaakte foto's zal moeten weggooien, omdat ze niet aan mijn kwaliteitscriteria voldoen. Als ik dat niet zou doen, dan had ik inmiddels al veel méér dan de huidige 3500 foto's op de iPad staan.
Om half een stoppen we voor een korte lunch bij een restaurantje langs de weg. Volgens de Fransen hebben we teveel betaald, maar mij hoor je niet klagen als we met ons tweeën een flinke portie omelet wegwerken, een portie kool, een berg rijst en een halve liter bier voor in totaal twee euro.
Als we even na drie uur Dien Bien Phu naderen, vraag ik de bijrijder of hij het Him Lam hotel kent, dat we hebben gereserveerd. Zowel hij als de chauffeur spreken geen Engels, en ik krijg niet de indruk dat hij mijn vraag heeft begrepen, of heeft willen begrijpen. Ook als ik hem op de iPad een foto en het adres van het hotel laat zien, geeft hij geen sjoege.
Even later rijden we het drukke busstation van Dien Bien Phu binnen, en worden we verzocht uit te stappen. Waarschijnlijk is dat ook het beste, want we willen graag buskaartjes kopen voor de bus naar Luang Prabang in Laos. Er blijkt een heuse ticketbalie te zijn, met ernaast een groot bord met alle bestemmingen, en de prijzen. Een kaartje naar Luang Prabang moet 495.000 dong kosten, ongeveer 20 euro. Vertrektijd 7.30 uur. Als ik kaartjes voor morgenochtend wil bestellen, krijg ik te horen dat dat niet kan. Vanwege het Tet-feest rijden er tot 24 februari geen bussen naar Laos.
We hebben geen zin om acht dagen opgesloten te blijven in dit plaatsje, ondanks dat we dan het Tet feest mee kunnen maken. We overleggen met onze Slowaakse medepassagiers, die ook morgen naar Laos willen. We besluiten om gezamenlijk een taxi te nemen tot aan de grens, ongeveer 35 km hier vandaan, en daarna zien we wel weer verder. In Laos wordt Tet niet gevierd, zodat we vanaf de grens waarschijnlijk wel weer verder kunnen reizen.
Van de taxichauffeurs die we benaderen, spreekt niemand Engels. Er wordt een dame bijgehaald die twee woorden Engels spreekt, maar ook niet meer dan dat. We kunnen hen maar niet duidelijk maken dat we niet met de taxi naar Laos willen, maar slechts tot de grens. Het woord border zegt hen niets, en ook het uitbeelden van een open- en dichtgaande slagboom doet geen lichtje branden. Pas nadat ik een plattegrond pak, hen laat zien waar we nu zijn, en waar we heen willen, valt het kwartje. Er wordt een prijs genoemd van 1.000.000 dong, ongeveer 40 euro. Dat lijkt ons wel erg veel voor zo'n kleine afstand, maar de onderhandelingen zijn nu geopend. Uiteindelijk staken de onderhandelingen bij een vraagprijs van 600.000 en ons aanbod van 400.000. Ivana en Tomas hebben inmiddels een hotelletje gevonden tegenover het busstation in het centrum, en wij willen naar het hotel dat we hebben gereserveerd. We spreken af dat we beiden nog verder zullen informeren naar goedkopere taxi's, en elkaar via e-mail op de hoogte te houden.
Met een taxi rijden we voor 2 euro naar ons hotel, ongeveer vier km buiten het centrum. Het blijkt een zeer luxe resort te zijn, aan de rand van een meertje, met aan de overkant de bergen. Het resort lijkt volledig berekend op rijke Vietnamezen, en niet op buitenlanders, want van het personeel blijkt niemand Engels te spreken. Ik heb Ivana en Tomas laten weten dat er hierdoor voor ons niet veel te regelen valt, en wachten nu op antwoord.
Na het eten in het vrijwel verlaten restaurant van het hotel, besluiten we toch nog even langs de receptie te lopen. Hier zit dezelfde receptionist, en hoewel hij nog steeds geen Engels spreekt, blijkt hij mijn vraag naar een taxi toch wel te begrijpen. Hij verbindt me met iemand die een beetje Engels spreekt. Wat ik uit zijn verhaal begrijp, is dat we weliswaar met een taxi naar de grens kunnen gaan, maar dat er dan aan de andere kant van de grens geen transport is om ons verder Laos in te brengen. Hij beweert bij hoog en bij laag dat er iedere dag een bus naar Luang Prabang rijdt, ook tijdens het Tet feest.
We besluiten om morgen om zes uur te gaan ontbijten en dan naar het busstation te gaan om te zien of deze man gelijk heeft. Zo niet, dan gaan we toch met de taxi naar de grens. Ik heb er wel vertrouwen in dat we daarvandaan weer verder komen.
Theo
- comments
Roosmarijn van Es klinkt spannend :)