Vanuit het hotel lopen we door een langwerpig park langs de kust, bovenaan een steile klif. Alle dieren die we zien zijn anders dan we gewend zijn. Wat het meest opvalt zijn grote groepen kwetterende felgekleurde parkieten. Later lezen we dat dit de 'red-collared lorikeet' is. Er vliegt een gigantische vleermuis over. We lopen langs vier op de grond zittende aboriginals, die ons vriendelijk begroeten. Later komen we hen in de stad nogmaals tegen.
Het centrum bestaat uit een paar parallelle straten met winkels en horeca. De stad is berekend op toeristen, maar buitenlanders komen we nauwelijks tegen. We eten in een soort grill restaurantje waar ze veel met piri piri saus werken, van mild tot hot. Op de terugweg doen we wat inkopen in een grote supermarkt. Alles is zo'n tweemaal zo duur als in Nederland. Blijkbaar ligt het prijspeil veel hoger dan bij ons, want later lees ik dat woningen van 250.000 tot 400.000 euro geschikt worden geacht voor starters op de woningmarkt.
Achter de kassa staan folders van telefoonproviders, waar we wat van meenemen.
We gaan vroeg naar bed. Volgens mijn inwendige klok is het dan pas middag.