Profile
Blog
Photos
Videos
We zijn er inmiddels via internet achter via welke route we naar Siem Reap in Cambodja rijden. De meest voor de hand liggende route leek ons om vanuit Vientiane eerst tot vlak bij Bangkok te rijden en dan af te slaan naar Cambodja. Je hebt dan alleen hoofdwegen, maar moet wel tweemaal een grens over. Wij gaan het echter anders doen. We volgen vanaf Vientiane de Mekong door het midden en zuiden van Laos tot in Cambodja en slaan dan af naar Siem Reap. De weg door het Mekongdal is ook een hoofdweg, en we hoeven nu maar éénmaal een grens over.
We hebben voor het eerste deel van de reis een slaapbus, met ons bed bovenin. Het bed is te kort voor ons, en ook te smal, waardoor Hetty in de loop van de nacht regelmatig ledematen buitenboord laat hangen. Hoewel onze grote rugzakken onderin de bagageruimte liggen, moeten we in het kleine rekje boven ons voeteneinde ook nog heel wat spullen kwijt: twee dagrugzakken, een tas met eten en drinken, en twee plastic tasjes met onze schoenen. Omdat dit niet allemaal IN het rekje past, puzzelen we tien minuten totdat alles past, klem zit, en met riempjes en kleine karabiners aan elkaar zit. In deze luxe en daardoor iets duurdere bus zitten geen Laotianen, alleen maar toeristen. Voor het merendeel zijn het jongeren. We rijden de hele nacht zonder te stoppen door. Voor noodgevallen is er een toilet aan boord. Voor zover ik heb kunnen zien, is er maar één chauffeur, dus of het qua rijtijdenbesluit wel helemaal verantwoord is, weet ik niet.
Vroeg in de ochtend komen we in Pakse aan, in het zuiden van Laos. Hier moeten we onze comfortabele slaapbus verlaten. We hebben echter een busticket voor Siem Reap! Hoe moeten we verder, vraag ik? "Wacht hier maar gewoon, over een uur gaat er een bus naar Cambodja", krijg ik te horen. Deze bus blijkt echter geen comfortabele slaapbus, maar een gewone, met stoelen. En nu ook niet meer met alleen toeristen, maar ook Loatianen, met hun zakken rijst en stapels dozen met inhoud bij de ingang en in het middenpad. Twee vouwfietsen versperren de uitgang, en worden door de bijrijder steeds buiten de bus gelegd, wanneer er weer mensen moeten in- of uitstappen. We zorgen dat we als één van de eersten instappen, zodat we een plaatsje vooraan hebben, met wat extra beenruimte. We zijn nog maar net vertrokken, of de bus stopt al in een winkelstraat. De bijrijder, die geen Engels spreekt, maakt me duidelijk dat ik aan de overkant van de weg bij een reisbureautje een busticket moet halen. We hebben echter al betaald voor de hele reis en ik begrijp daarom de bedoeling niet helemaal. Een jonge Laotiaanse vrouw naast ons maakt me duidelijk dat we onze ticket moeten omwisselen. Dit is waarschijnlijk uiterst gebruikelijk, want ik heb onze tickets nog niet op de toonbank gelegd, of ik heb alweer twee nieuwe in mijn handen, nu met Pakse als vertrekpunt, maar gelukkig nog steeds met Siem Reap als eindpunt. Ook de andere toeristen maken nu de gang naar het reisbureautje, hoewel de meesten een andere bestemming hebben dan wij.
Onderweg blijkt dat de bijrijder ten onrechte heeft verzuimd om plastic tasjes uit te delen aan de gevoelige passagiers. De dochter van de vrouw naast ons kotst het gangpad, het trapje en de vouwfietsen onder. De bus stopt, en mensen gaan aan de slag om de rotzooi op te ruimen. Hetty geeft het kind één van de zakjes die ze heeft bewaard, om een tweede ongeluk te voorkomen.
Ruim een uur later slaan we een zijweg in naar Si Phan Don, oftewel Vierduizend Eilanden. Dit is een gebied met duizenden prachtige zandbanken in de Mekong, bekend om zijn palmen met hangmatten. De vele jongelui die hier uitstappen komen waarschijnlijk voor het kajakken, varen op autobanden, fietsen, maar vooral feesten.
Ook wij moeten hier de bus verlaten, en bij het ticketloket moet ik alweer mijn buskaartjes omwisselen. Op de kaartjes die ik nu krijg staat gelukkig nog steeds Siem Reap vermeld, maar nu met de toevoeging 'new road'. Op internet had ik nog gelezen dat we vanaf de grens de bus naar Phnom Penh moesten hebben tot Kampong Cham, en dan moesten overstappen op een bus naar Siem Reap. Een flinke omweg, als je het op de kaart bekijkt. Op een kaart bij het loket zie ik nu een nieuwe weg, die al snel na de grens naar Siem Reap leidt. Ik heb maar net voldoende tijd om wat fruit te kopen op de markt hier, voordat we alweer moeten instappen in een minibusje.
We krijgen twee formulieren om in te vullen, maar voordat we daarmee klaar zijn, zijn we al bij de grens. De chauffeur ontpopt zich hier als organisator van het proces om een visum te krijgen voor Cambodja. Ik had gelezen dat een visum 20 dollar zou kosten, maar dat blijkt nu 40 dollar te zijn. Volgens hem was de prijs in september vorig jaar verhoogd van 20 naar 35 dollar, en zijn er nog wat overige kosten die betaald moeten worden. Hoeveel er daarvan bij hem aan de strijkstok blijft hangen is me niet duidelijk. Tachtig dollar heb ik echter niet, maar samen met al mijn resterende Laotiaanse kip heb ik net voldoende geld. De hele stapel paspoorten, formulieren, pasfoto's en geld wordt door hem afgegeven bij de Laotiaanse douane. De groep toeristen moet doorlopen naar de Cambodjaanse grenspost, hij komt ons over tien minuten achterna met onze paspoorten. Het is wel een bijzondere ervaring om zo zonder paspoort onder de slagboom door te lopen, maar de douaniers zijn deze gang van zaken klaarblijkelijk gewend.
Tegenover het moderne Cambodjaanse grenskantoor zit een hele rij primitieve openlucht restaurantjes, waar we met enige moeite een plekje kunnen vinden om te zitten. Het wemelt er van de rugzakken en kaartende jongeren. In plaats van tien minuten die de chauffeur heeft aangegeven duurt het uiteindelijk een uur, voordat we onze paspoorten, met visum!, terugkrijgen. De chauffeur gaat zelf met het minibusje niet de grens over. We moeten maar wachten op vervoer vanuit Cambodja. Er zouden een grote bus en een minibusje moeten komen. Dat duurt uiteindelijk nog ruim een uur. Toiletten zijn er bij het restaurant niet. Er lopen daarom regelmatig mensen het bos in achter het restaurant.
Het is inmiddels erg heet geworden, en op de asfaltvlakte bij het douanekantoor zie ik een flinke wervelwind ontstaan, die dozen, stof en bladeren mee de lucht in voert. De wervelwind gaat over het restaurant en verdwijnt dan in het bos.
Zodra er als eerste een minibusje arriveert, ontstaat er een run van jongelui, waarbij wij kansloos zijn. Ik verplaats onze grote rugzakken nu naar de ingang van het restaurant, zodat we straks wat sneller kunnen handelen. Het aantal wachtende toeristen lijkt namelijk nog steeds te veel voor één bus. Uiteindelijk zitten we dan toch weer in een bus richting Phnom Penh. Voordat de bus kan vertrekken stapt er een douanier in, die alle paspoorten en visa controleert. Na een uur stoppen we bij een busstation in Stung Treng. Hier begint de nieuwe weg naar Siem Reap en ik verwacht daarom dat we hier moeten overstappen. We krijgen echter te horen dat deze bus doorrijdt naar Siem Reap, en dat juist de passagiers naar Phnom Penh moeten overstappen. Voor het merendeel van de passagiers komt dat goed uit, maar het is de vraag hoe de chauffeur of de busmaatschappij dat weten, want bij het instappen in deze bus heeft niemand naar bustickets gevraagd. Achteraf ben ik nog steeds verbaasd dat het mogelijk is om in Vientiane een kaartje te kopen naar Siem Reap, dat je in twee verschillende landen reist, met minimaal twee busmaatschappijen in vier verschillende bussen en dat dat blijkbaar allemaal op één of andere manier op elkaar is afgestemd en wordt verrekend. Mij hoor je niet klagen!
Direct na vertrek rijden we over een brug over de Mekong. Geopend in augustus 2014 staat er op vermeld. Dat betekent dat de nieuwe weg nog niet langer dan een paar maanden in gebruik kan zijn. Logisch dat ik op internet nog verouderde informatie vond.
De nieuwe weg heeft heel wat teweeg gebracht. Woonde je voorheen in een achteraf dorpje, nu ineens aan een snelweg. Dat biedt mogelijkheden voor restaurantjes en andere bedrijven. Overal langs de weg zie je dan ook nieuwe gebouwen, en wordt er ook nog veel gebouwd. De huizen hier staan op palen, waarschijnlijk staat het water hier in het natte seizoen een stuk hoger. Ook krijgen we de indruk dat er veel bos is gekapt langs de weg, en zien we veel vuren om de lage begroeiing te verwijderen om daarna landbouw mogelijk te maken. Het lijkt wat dat betreft wel wat op het noorden van Australië, waar we in november waren: vlak en droog terrein, veel vuur, en overstromingen in het natte seizoen.
Onderweg zien we in het donker weer een ongeluk met motoren. Er lijken er twee frontaal op elkaar te zijn gebotst, en aan de verwrongen karkassen van de motoren te zien, kan ik me niet voorstellen dat iemand dat heeft overleefd. Er staat veel volk om de motoren heen, maar van slachtoffers of ambulances is niets te bekennen.
Onderweg stoppen we bij een restaurantje. We hebben een half uur gekregen om te eten, dus als we na 25 minuten onze bestelling nog niet op tafel hebben, gaan we ons serieus zorgen maken. Het eten van mij zouden we eventueel nog wel in een plastic zakje mee kunnen nemen, maar wat moeten we met de grote kom soep die Hetty heeft besteld?
Uiteindelijk worden de 30 minuten opgerekt tot 55 minuten, zodat iedereen kan eten.
Even voor elf uur komen we aan in Siem Reap, uiteraard weer bij een busstation een eind buiten de stad. De tuk-tuks staan al klaar om iedereen weg te brengen, en na wat onderhandelingen gaan we op weg. De tuk-tuks zijn hier anders dan in Laos. Waren het daar kleine pickup trucks met achterin smalle banken links en rechts tegenover elkaar, hier zijn het eerder kleine rijtuigjes, die worden getrokken door een motor, met smalle bankjes voor en achter. Eerst gaan we naar een geldautomaat om dollars op te halen, en daarna naar een niet te duur guesthouse. De kamer heeft airco en een eigen badkamer, maar helaas geen ramen. Omdat we vijf dagen willen blijven, kan ik 25% korting bedingen. We betalen dan $15 per nacht.
We zijn blij dat we weer een kamer met bed hebben, en willen op dit moment niet al te kritisch zijn. Het is immers al 63 uur geleden dat we ons vorige hotel verlieten, en hebben sindsdien alleen maar in bussen geslapen. Ook een douche kunnen we wel gebruiken.
In het trappenhuis van het guesthouse zitten wat Amerikaanse jongelui te kletsen en naar muziek te luisteren. Onze kamer heeft een open verbinding naar de gang, maar omdat we zo moe zijn hebben we van hen in eerste instantie geen last. Dat wordt anders wanneer ze om half vier keiharde muziek gaan draaien. Na een verzoek van mij gaat de muziek dan uit, maar gaat het praten door. Met oorproppen in kan ik dan wel weer slapen.
Theo
- comments