Profile
Blog
Photos
Videos
De volgende halte op mijn trip is Uyuni. Hier bezoek ik de Salar de Uyuni, de grootste zoutvlakte ter wereld, ongeveer een derde van de oppervlakte van België. Het zou ontstaan zijn enkele miljoenen jaren geleden, toen een deel van het continent omhoog gedrukt werd (de altiplano, waarop ik me al 3 weken op bevind) en op deze plaats zou ook een stuk 'zee' de hoogte in gegaan zijn Die zee is ondertussen 40000 jaar opgedroogd en bevat naar het schijnt 10 miljard ton zout.
Na lang aarzelen beslis ik om toch met het vliegtuig van La Paz naar Uyuni te gaan. Oorspronkelijk was ik van plan om de bus tot Oruro te nemen en van daar de trein naar Uyuni. Dit is echter een tocht van meer dan 14 uur, en de kwaliteit van de treinen en de bussen in Bolivië is gewoon ondermaats.
En gelukkig heb ik gevlogen. Het weer was prachtig en ik kreeg een mooi uitzicht op de Salar de Uyuni van bovenaf. De kleurschakeringen en de reflecties zijn prachtig. Die reflecties zijn trouwens maar een maand of 2 aanwezig, omdat de Salar in het regenseizoen onder een laagje water staat.
Uyuni zelf is niet veel soeps. Het is een toeristisch, onguur gehucht. De inwoners leven van de uitstappen op de Salar, busreizen van en naar Uyuni, overnachtingen of restaurants en zijn doorgaans slecht gehumeurd. Je kan echter niet anders dan een trip boeken hier en goed uit je doppen kijken voor afzetterij. Voor 1 dag op de Salar heb ik prijzen gehoord tussen 200 USD en 150 bolivianos (15 USD).
Ik besluit om 's anderendaags de tocht te maken van 150 bolivianos. Nestor, de chauffeur, is een oude rot, die de Salar als zijn broekzak kent. Verder zitten er nog 2 Franse wereldverbeteraars (niet veel mis mee), een stille Colombiaan en 3 voetbalgekke Argentijnen (waarvan 2 vrouwen!) in onze Toyota jeep. Ze vroegen me de groeten te doen aan Matias Suarez. (de laatste gouden schoen-winnaar, die ook afkomstig is uit Cordoba, Argentinië, en Anderlecht speler natuurlijk)
En wij weg. Eerste halte is een artisanaal zoutfabriekje. Hier wordt een paar ton zout gewonnen per dag, maar ik heb geen idee hoe dit zaakje winstgevend kan zijn. Het zout wordt aangevoerd vanaf de Salar, wordt dan gedroogd in houtgestookte ovens, vervolgens fijngemalen, er wordt jodium aan toegevoegd en dan manueel verpakt in zakjes van 500g. De prijs voor dit alles: 13 bolivianos voor 25 kg... De Fransen schieten onmiddellijk in overleg en stellen een plan op om de inkomsten te verhogen!
Dit fabriekje ligt aan de rand van de Salar, maar nu gaat het dwars door de Salar richting zouthotel. De tocht is wederom spectaculair. In de Salar staat 10 tot 30 cm water en daar sjeezen we met onze jeep door. Af en toe houden we halt en kunnen we pootje baden en foto's trekken. De lucht en het water versmelten in elkaar, luchtspiegelingen alom, jeeps in de verte lijken in de lucht te rijden, bergen lijken te zweven, roze flamingo's die overvliegen zie je gespiegeld en dus dubbel, een bus met locals steekt ons voorbij aan een ongelooflijke snelheid, een boeggolf nalatend. Waaw. Hiervoor gaat een mens op reis.
Na een uurtje komen we aan het zouthotel, een laag gebouw opgetrokken uit zoutblokken. Vroeger werd het effectief als hotel gebruikt, maar na protest van de locals werd het uiteindelijk gesloten.
Jammer genoeg kunnen we door het te diepe water niet nog verder de Salar in, naar de eilanden. Dit zijn rotsformaties die uit de zoutvlakte steken, en waar zeldzame cactussen groeien. Bij de terugtocht zit ik samen met een van de Argentijnse meiden (Antonella Barcos) op het dak van de jeep. We hebben het over bossen en boten, en onze achternamen (hebj'em?), voor zover mijn spaans en haar engels het toelaten... Lekker zitten we te keuvelen daarboven als plots de jeep stopt en de chauffeur vloekend uitstapt: platte band. Niet evident om in een 20 cm diepe zoutpap je wiel te vervangen. Gelukkig zijn er hier en daar in de Salar verharde punten, waar je met een beetje geluk je krik op kan zetten. Toch zakt de krik een paar keer door het harde zout, zo'n Toyota jeep is geen lichtgewicht, natuurlijk. Maar een half uur later zijn we terug op pad, richting treinkerkhof.
Langs de spoorlijn Uyuni-Oruro ligt namelijk een puinhoop van wel 20 of 30 stoomtreinlocomotieven. Impressionant maar verder niet interessant. Een uurtje later staan we terug in Uyuni. Afscheid nemen van de groep en vroeg naar bed. Morgen moet ik er om 2h30 uit om de trip naar Chili aan te vangen.
- comments
John the Barbarian Wat betreft die foto van ´himself´ , staande op die zoutvlakte. Ik geloof dat Jezus zoiets soortgelijks gedaan heeft. Halleluja. Ik geloof dat Steven de smaak van het schrijven te pakken heeft gekregen. Doe zo verder, het maakt mij des te nieuwsgieriger.