Profile
Blog
Photos
Videos
Hey lieve nieuwsgierigen,
Het is even graven in ons geheugen, want inmiddels zijn we alweer een paar internetloze dorpjes verder en aangekomen in Savannakhet. Vanuit Nong Khiauw hebben we op aanraden van een stel Nederlanders de nachtbus genomen naar Sam Neua. Na een heerlijke maaltijd bestaande uit de gestoomde vangst van de dag, werden we om acht uur bij de halte verwacht. Om half elf precies kwam onze nachtbus aanstormen. Stiekem hadden we gehoopt op een relaxte bus met gordijntjes en zachte stoelen. Helaas. De locale nachtbus was een oud barrel die vol zat met locals, zakken rijst en alle andere dingen die mensen hier met zich mee sjouwen. Gelukkig vonden we nog een plekje om te zitten. De luide galemegaleme muziek uit de boxen leek afgespeeld te worden om iedereen wakker te houden maar dat was absoluut niet nodig. Na een paar minuten werd al duidelijk dat de chauffeur haast had op de hobbelige en bochtige weg. Een achtbaan uit de Efteling was er niks bij. Het gestoomde visje in mijn maag stelde de rit ook niet echt op prijs en besloot terecht te komen in het plastic zakje wat ik nog net op tijd kon grijpen. Ondertussen ging de vrolijke muziek met de schelle stemmen natuurlijk gewoon door. Kortom, de busrit was geen pretje. Om negen uur 's ochtends kwamen we dan eindelijk aan in Sam Neua. Guesthouses waren er niet in overvloed, maar we hadden een mooi kamertje met een heerlijk bed kunnen bemachtigen. Dit bed bleek ook wel nodig aangezien ik nog behoorlijk moest bijkomen van onze nachtelijke busrit. De stad zelf deed koud en kil aan met zijn vele nieuwbouw in kitsch-stijl en de oudere communistisch ogende bouwwerken. Toen we de laatste avond wat gingen eten bij een van de drie restaurants in de stad, was het er zo druk dat wij een local stel aanboden bij ons te komen aanschuiven, aangezien er twee stoelen vrij waren. Omdat zij dit zo op prijs stelden, kwam de man aanzetten met een paar biertjes. Blijkbaar vonden ze het wel heel gezellig want de man stond erop de gehele rekening te betalen, inclusief ons avondmaal. We voelden ons een beetje opgelaten als 'rijke westerlingen', maar uiteindelijk hebben we hem maar bedankt voor zijn gulheid.
Omdat we in Sam Neau snel waren uitgekeken, hebben we onze reis voortgezet naar Phonsavan. Uit voorzorg hadden we wat reistabletjes ingeslagen bij een apotheek waar de medewerker de gebaren van 'bus', 'vliegtuig' en 'kotsen' gelukkig begreep. De medepassagiers van het mini-busje hadden hier blijkbaar niet aan gedacht aangezien het hele busje binnen de kortste keren een braakje aan het leggen was. Helemaal op dit moment waren wij uitermate content met onze reistabletjes. Na deze, weer opmerkelijke, busreis kwamen we wederom aan in een kil stadje met veel betonnen gebouwen. Het druilerige weer maakte het er niet beter op. Het vinden van een guesthouse verliep hier behoorlijk moeizamer dan we tot dan toe hadden meegemaakt. De medewerkers leken op de een of andere manier niet te springen om ons geld. Uiteindelijk konden we voor een redelijke prijs de nacht doorbrengen.
We hadden niet zoveel zin om ons geld uit te geven aan een toeristisch dagje in een minibus dus besloten zelf op pad te gaan. Hier stuitte we op een oude Vietnamese begraafplaats die een bijzonder mooi uitzicht bleek te hebben. We hebben hier een mooi stuk gewandeld en de mooie natuur naast het betonblokkenstadje gezien. Elke avond werd er bij een restaurant een film gedraaid over de Secret War die zich hier in Laos heeft afgespeeld. Indien je wat te eten of drinken bestelde, kon je gratis deze documentaire aanschouwen. Onder een bord rijst werd ons via de documentaire verteld over de gruwelen die zich hebben afgespeeld in dit land en welke gevolgen er op dit moment nog gaande zijn. Heel verdrietig, maar indrukwekkend.
Achteraf was dit plaatsje zeker moeite waard, al was het alleen om Remko zijn hilarische knipbeurt in een lokaal knipschuurtje. En dat alles voor maar zestig cent.
Paksan was de volgende bestemming op onze route. Om hier te komen moesten wij wederom met een gammele local bus. Een uur na oorspronkelijke vertrektijd, en wachten op niks, vertrokken wij weer in zuidelijke richting. Gelukkig was op deze route net een nieuwe asfaltweg aangelegd, wat de reis behoorlijk comfortabel maakte. Helaas was dit natuurlijk te mooi om waar te zijn en stopte we abrupt bij een van de bochten naar beneden. Omdat het regenachtig was geweest, was er modder op de weg terecht gekomen. Dit zorgde ervoor dat de vrachtauto's niet de heuvel opkwamen en wij dus niet naar beneden konden. Nadat een shovel een uur lang tevergeefs had geprobeerd de modder van de weg te schrapen, leek iedereen het over de oplossing eens. Met grof geweld werd het glibberige stuk asfalt van de grond gescheurd. Helaas voor de nieuw aangelegde weg, maar wij konden verder. Natuurlijk hadden we alweer te vroeg gejuicht, want een paar kilometer verderop deed zich de volgende hindernis voor. Een hoge brug, die voor ons de enige optie leek om de rivier over te steken, werd verbouwd. Er zat dus blijkbaar niets anders op dan gewoon door de rivier naar de overkant te rijden. Zo te zien had de chauffeur dit vaker gedaan en hij bracht ons veilig naar de andere kant van de rivier.
Helaas was ook Paksan een beetje een tegenvaller. Gelukkig kwamen we een Canadees meisje tegen die ons de weg naar een guesthouse kon wijzen, want andere tekenen van toerisme op welk niveau dan ook, waren hier niet aanwezig. Bij het guesthouse werden we ontvangen door een strenge maar vriendelijke oudere man. Hij wist ons te vertellen dat er twee restaurants in het stadje waren. Een was vrij ver lopen en de andere, bleek later, was erg duur en totaal niet aantrekkelijk. Dan maar een bordje soep op de lokale markt.'s Ochtends werden door de eigenaar ergens neergeplant voor een ontbijtje. Op dit moment miste ik mijn gewone boterham met kaas nog het meest. We kregen beide een kopje lao koffie met een soort van luchtige oliebollen en een bordje met een soort van rauwe loempias. Maar ja, verder leek er niks te krijgen in dit slaperige stadje.
Vanuit Paksan zijn we verder gereisd naar Ban Khoun Kham. Dit keer met een sangthew, een pick-up met in de laadbak twee bankjes tegenover elkaar en een dakje erop. Hier bleek een overvloed van guesthouses te zijn maar wederom weinig eettentjes en al helemaal geen toeristen. Het doel van deze bestemming was het bezoeken van de Kong Lo caves. En dit was zeker de moeite waard. Allereerst werden we bij aankomst in een afgrijselijk knal-oranje reddingsvest gehesen. Vervolgens navigeerde onze gids ons naar een bootje bij de ingang van de grot. Met dit bootje vaarde hij ons door de 7,5 km lange grot. Indrukwekkend, maar ook best een beetje eng. Sommige stukje moesten we zelf door het water banjeren aangezien het water te laag was. Op zich geen probleem, maar alles was natuurlijk pikkedonker, wat het best spannend maakte. Verder was er in het dorpje zelf weinig te beleven en zijn we weer verder gereisd naar het zuiden. Dit keer met een luxe karaoke-bus. Op dit moment zitten we in Savannakhet. Hier kunnen we gelukkig weer een beetje normaal eten, internetten en geld opnemen. Morgenavond hopen we in een hangmatje te liggen op een van de vierduizend eilanden...wiehoe!!!!
Groetjes Minou,
en Remko
- comments
Marijke Wat een mooie ervaring en reis... Geniet ervan