Profile
Blog
Photos
Videos
Op een blauwe maandagmorgen, die ditmaal blauw was vanwege de heldere lucht en niet zozeer vanwege het alcoholverbruik van de avond tevoren, zijn we met het vliegtuig van Holguin naar Havana gevolgen, wat voor ons 7 tientjes kostte in euro's en voor de locals 182 cuc's, wat ongeveer gelijk is aan 1/10 van wat wij ervoor moesten betalen. Kortom, ook bij het verlaten van Cuba wordt je nog steeds uitgemolken, wat natuurlijk gewoon goed is, want lekker consequent en daar gedijt iedereen het beste bij.
Eenmaal op Havana aangekomen warden we ontvangen door meer taxi chauffeurs dan goed voor je is, er zijn namelijk twee vliegvelden in Havana, eentje voor national en de ander voor internationale vluchten, het leuke is dat ze beide dezelfde naam hebben met slechts een kwartier rijden uit mekaar liggen. Doorgereden naar het andere vliegveld wisten we nog snel een paar vlaggen op de kop te tikken, voor de prijs van dezelfde vlag die we de dag ervoor nog hadden gezien op het strand. Als beloning een ijsco en rustig kijken naar hoe een rij steeds langer en langer werd, de rij voor het vliegtuig naar Amsterdam, tenminste...dat dachten wij. Een klein uurtje later en een iets grotere rij zou blijken dat deze rij voor ons vliegtuig stond te wachten, schoot lekker op dus. Maar ook hier gelukkig weer consequent tranquillo (= langzaam in spaans) aan het werk de jongens en meisjes. Die tranquillo-heid zou ze nog eens opbreken en zowaar...! We hadden nog een uur en zojuist een plek voor bij de emigratie afgedwongen, stuift er opeens een hele kudde andere Peru gang(st)ers voor ons in de rij, lekker! Uiteindelijk aan de beurt was het antwoord van Koen op de vraag wanneer hij was aangekomen in Cuba: " 27", niet correct, oftewel niet door het deurtje, visa moest gecontroleerd worden, duurde vooral lang, stond er een mannetje bij die de laatste reiziger moest begeleiden naar het vliegtuig, rennen door die hal, alle rijen aan de kant bij de metaaldetectors,prachtig! Tot op heden zijn onze vluchten nog niet echt optimaal verlopen zullen we maar zeggen, het zal de overgang zijn...
Lima, met 8,5 miljoen inwoners, was wederom een van onze minst favoriete plekken om te bezoeken. Veel mensen, grote stad, ongetwijfeld veel te zien, maar voor ons boertjes uit Brabant, hoewel we door menigeen ook al broertjes worden gezien, bevalt het " platteland" toch beter. In Lima is het ons overigens nog wel gelukt om het nationale voetbalstadion binnen te treden, hebben er onze eigen rondleiding mogen houden. Was weer een stukje toeval want stonden te praten met de portier, die ons niet binnen liet, kwam toevallig de chef naar buiten lopen die het geen probleem vond. De portier dacht een halve seconde aan het brood op zijn keukentafel en voewa-la zoals de Fransen zeggen, entrade por los Buf en Dos!
Mooi stadionnetje, leuk gebouwd en tot onze verbazing modern. Evenals de rest van Lima trouwens, want met Cuba in ons achterhoofd was dit een wereldstad: wolkenkrabbers, reclame die niet gecensureerd werd, geen slogans over Fidel, Raul en/of Che en verschil in mensen, rijke mensen met de neus omhoog en de rest. De Peruanen zelf hebben aan dat soort neuzen overigens ook niet graag een broertje, vinden het maar niks.
Na 2 dagen hoofdstad snel door naar het platteland: Pisco zou onze bestemming worden. Omdat de stad echter in 2007 is verwoest door een aardbeving zou deze niet meer zo veilig zijn. Om die reden zijn we doorgereisd naar Paracas, even ten zuiden van het gedemonteerde Pisco. Vanuit Paracas hebben we de Islas Ballestas bezocht, waar we zo gaar als een Hollands tientje mochten plaatsnemen achter in een boot, half uurtje rijden op het water en hoppa: 3 rotsen waar je u tegen zegt (of misschien " jij " als je er al eens bent geweest). Zaten helemaal vol met pinguins, zeeleeuwen, meeuwen, krabben, erg mooi om te zien. De kleur van de rotsen was oorspronkelijk rood/bruin, door alle boodschappen van de hiervoor genoemde diersoorten was er van dit roodbruine effect weinig meer te zien, ze waren wit van de s***! Hebben er ook nog een zeeleeuwen vechtpartij (uiteraard met als inzet de vrouwen) mogen zien, voor de triviant: hoe vaak moet een zeeleeuw je nekvel bijten voordat er bloed vloeit?
In de middag een vervolg gegeven aan deze zoute zee morgen door een bezoek te brengen aan het nationale park, bleek een grote woestijn te zijn, echt totaal tegenovergesteld van al het groene dat we gewend waren. Een beetje vreemd, maar wel mooi en tot overmaat van plezier een klas Peruanen tegengekomen op het moment dat Koen het museum terug in ging om de boobies (naam van een Peruaanse vogel) te bekijken. Die klas vol Peruanen volledig verbaast en verrast door de extra 2 meter die zich in de zaal bevond, wilden die mannetjes opeens allemaal op de foto. Snel Joris, d'n Buf, gehaald, dit moest ie zien. Vijftien foto's later liep iedereen met een glimlach naar buiten, nog nooit zo gelachen in een museum!
De woestijn en het nationale park waren daarnaast ook de moeite waard, op het eind hadden we nog de mogelijkheid om tot op een meter van een rots vol pinguins te zwemmen, een centimeter dichterbij en de angsthazen kozen al snel het koude water, waar ze overigens een snelheid van ruim 50 km/u en een diepte van 60 meter kunnen bereiken. Beetje aan de serieuze kant dit laatste, daarom hebben we maar gelijk onze geimporteerde fles rum aangebroken en de fles cola die er bij toeval naast stond. De dag zouden we naar Huacachina gaan, om te chillen en te sandboarden.
Houdoe he, groetjes van Sint en Piet!!
- comments
henry Jullie zijn echt een stel rare vogels met heel veel bonte veren. natuurlijk zijn jullie daar een ware bezienswaardigheid en dan hoor je in een museum thuis. veel plezier