Profile
Blog
Photos
Videos
Een paar weken geleden kreeg ik om tien uur 's avonds een berichtje van mijn Australische buddy dat Airasia een grote sale had voor vliegtickets naar Bali. Eerder hadden we allemaal getwijfeld om eventueel in de semester break een weekje naar Bali te gaan, gezien het toch 'zo dichtbij' was. De tickets waren echter minstens 600 dollar, waardoor we besloten hadden het toch niet te doen. Toen ik het berichtje kreeg ging ik uit studie ontwijkend gedrag even de website door klikken. De tickets waren voor veel geselecteerde data maar rond de 100 dollar voor een retour, dus ik stuurde meteen een berichtje in de groepsapp dat we naar Bali konden voor deze prijs. Na een lichtelijke chaos in de groepsapp zaten we een kwartier later allemaal met onze creditcards samen in onze keuken om te kijken wanneer we konden gaan. Iedereen die er niet was belde we op, en we boekten maar gewoon een ticket voor Carlijn die niet opnam omdat ze uit was(best leuk om de volgende ochtend te horen dat je naar Bali gaat voor 100 dollar dachten we zo).
21 april was het zo ver, we vertrokken dinsdagmiddag weer naar het vliegveld. Het googelen van Airasia had ons niet veel moed gegeven voor het vliegen, maar het was juist een van de betere vluchten die we tot nu toe gehad hadden. Dit kwam grotendeels door het feit dat het halve vliegtuig leeg was en we allemaal languit konden liggen op drie stoelen. Toch fijn zo'n onpopulaire vliegmaatschappij.
Toen we aankwamen kreeg ik meteen weer het gevoel alsof ik in Thailand was. Het is zo'n overgang tussen landen zoals Australië en Indonesië, of eerder Thailand naar Nieuw Zeeland. In veel Aziatische landen gebruiken ze een specifiek chlorig schoonmaakmiddel waardoor deze geur voor mij altijd me zal doen denken aan mijn tijd in die landen. Onze docent (van Contemporary Australia) had ons al gewaarschuwd voor de gevaren in Bali, en mijn oom (ervaringsexpert met reizen overal in Azië) had me al een aantal dingen doorgegeven voor de taxi's e.d. zodat we levend en wel bij ons hostel aan zouden komen. Toen we uit de douane kwamen en het vliegveld af liepen stonden er meteen 200 mannen/taxi chauffeurs klaar die ons probeerden over te halen voor een taxi rit. We bestelden een taxi bij het officiële taxi loket en vertrokken richting ons hostel. Na een heerlijk spookrijdend/toeterend/slingerend ritje kwamen we aan in Seminyak bij het Guess House hostel. Na vriendelijke service, een bed bug controle in onze kamer en een bizar goedkoop ijskoud Bintang biertje (3,5 dollar voor 600ml) gingen we slapen.
Met de Triposo app (nog bedankt Ivar!) hadden we de highlights uitgestippeld zodat we in onze vier dagen zoveel mogelijk konden doen. We belden een privé chauffeur voor de dag voor nog geen tientje per persoon en vertrokken uit Seminyak voor een cultureel dagje in Ubud. We bezochten tempels, kleine winkeltjes en aten een heerlijke Indonesische lunch met uitzicht op de rijstvelden met een intense regenbui (beter gezegd monsoon). We onderhandelden op de markt en bezochten de aapjes in the Monkey Forest. Na het Ubud Palace reden we weer terug naar Seminyak. We kleedden ons om en reden naar een prachtig restaurant aan het strand. Voor de luxe, service en kwaliteit van het eten was de prijs spotgoedkoop. Na het eten reden we naar Kuta, de party strip van Bali. Alle Australiërs gaan hierheen met diezelfde reden als wij in Europa naar Lloret, Albufeira of Sunny beach zouden gaan. We gingen naar de Skygarden, een enorme club met meerdere zalen en een dakterras waar we goedkope Mojitos dronken met uitzicht over de stad.
Na een lange en leuke avond gingen we de volgende ochtend voor 20000 Rp (2 dollar) brak ontbijten bij het hostel. We liepen vervolgens naar het strand via een luxe Beach club met de fantastische naam: Potato head. Nadat we hadden bijgeslapen op het strand gingen we shoppen en op zoek naar Made's Warung, een restaurant wat bekend staat als een van de beste plekken om lekker Indonesisch/Balinees eten te vinden. We bestelden van alles tot de tafel vol stond (twee keer zelfs, haha) om onze eigen Indonesische tapas te creëren. Ieder gerecht was heerlijk en wederom ontzettend goedkoop. Na het eten gingen we snel terug om te slapen, zodat we fris en fruitig die nacht om half 2 klaar stonden om een vulkaan te beklimmen. Met twee tourguides beklommen we die nacht dus in het donker Mount Batur, een grote vulkaan in het Noord Oosten van Bali. Het was weer heerlijk ongerept toerisme, met een pad vergelijkbaar met Mount Doom in het donker met loszittende lava stenen. Na 2,5 uur de vulkaan te hebben beklommen met onze kleine (en veelal amper schijnende) zaklampjes vonden we een plekje om de zonsopgang te zien. We kregen een heerlijke pittige nasi met vers fruit terwijl de zon langzaam opkwam over Lake Batur. Na de zonsopgang liepen we via de krater en een aantal warmte bronnen naar beneden. Helemaal zonder verwondingen kwamen we er allemaal helaas niet vanaf, maar het was een geweldige ervaring. We hadden onze chauffeur wederom voor de hele dag gehuurd. Hij bracht ons naar een tempel bovenop de berg met uitzicht over de hele regio. Vervolgens reden we terug naar het hostel om ons snel om te kleden om wederom bij te slapen op het strand. We gingen dit keer naar Kuta Beach, het strand in het toeristische hart van Bali. Je kon geen seconde liggen zonder belaagd te worden door 10 verkopers van sarongs, fruit, drinken, armbandjes, etc. We huurden een paar strandstoelen en twee boogie boards en lagen de rest van de middag op het strand. 'S Avonds zochten we lang naar een restaurant in Kuta. Na een (snel)wandeltocht door een grimmig straatje vonden we een restaurant met goedkope cocktails en goedkoop eten. Vervolgens liepen we door naar Kuta om weer een avondje in de Skygarden en de Bounty door te brengen.
Onze vierde en laatste dag aten we hamburgers en pasta voor ontbijt bij het hostel en gingen we vervolgens naar Tanah Lot, een tempel gebouwd op een klif in de zee. Het was ontzettend toeristisch, al waren er vooral toeristen uit de rest van Indonesië en Aziatische landen. Vanuit alle hoeken werden er foto's van ons gemaakt, het was verschrikkelijk. Zoals jullie weten hou ik ten eerste niet echt van foto's, ik kon het ook niet bepaald waarderen om iedereen om ons heen te zien lopen om stiekem foto's te maken. Nadat we de tempel hadden gezien vluchtte we snel de auto in om terug te rijden naar Kuta. Het plan was om naar het strand te gaan, maar helaas regende het weer. Gelukkig waren de alternatieve opties niet bepaald minder leuk, want wat doe je met slecht weer in Bali? Massages natuurlijk! We zochten de massagesalon uit met de minst verdacht uitziende mensen en lieten ons allemaal een uur lang masseren voor nog geen 5 euro. Vervolgens pakte we onze spullen, verlieten het hostel en aten in een piepklein Balinees restaurantje genaamd Warung Eny (Eny's restaurant) op advies van het personeel van het hostel. Je ogen brandde van de kruiden en ingrediënten die vlak naast je werden gebakken in de open keuken en we werden geholpen door een oud Indonesisch mannetje. Ons eten werd geserveerd op bamboe bladeren en het was heerlijk. We verlieten daarna Seminyak en reden naar het vliegveld om weer terug te vliegen naar Melbourne.
- comments