Ola amigo's!

Cuyabeno, dat is de provincie waar wij de jungle gaan beleven! Vanaf Quito reizen we door, (we komen rechtstreeks van de Galapagos eilanden) met de nachtbus naar Lago Agrio (Nueva Loja) en vanaf daar worden we opgepikt om naar onze jungle hut te gaan.

Wel eerst nog even een busreisje van 2 uur en een boottocht van 2 uur voordat we eindelijk en helemaal kapot aankomen bij de 'Siona Logde'. De nachtbussen hier in Ecuador vinden we maar niks, de mensen hier zijn minstens 2 koppen kleiner en dat betekent voor ons met de benen tegen de stoelen voor ons. We hadden ons al een keer voorgenomen om geen nachtbus meer te nemen (iig niet meer voor 20uur), maar dit keer konden we weinig anders.

Aangekomen in de onze jungle hut vind ik een bed en plof ik neer. Arno gaat de 'omgeving' even verkennen, wat niet meer inhoud dan over een paar vlonders lopen. Van de planken af gaan we liever niet, want je weet natuurlijk nooit wat voor enge beesten je hier tegenkomt. ;) Toen ik wakker moest worden omdat de eerste excursie ging beginnen voor ons, kreeg ik mooie foto's te zien van Arno. Hij had namelijk een slang gespot die een kikker aan het opeten was! Gaaf... heb ik dat ff gemist, jammer...

Het meeste dierspotten wordt met de boot gedaan, dus daar gingen we samen met de gids mee op pad. Met de Galapagos nog in onze achterhoofd is het eerlijk gezegt best teleurgesteld. We hadden dan wel meerdere vogels gezien, een schildpad en een kaaiman, maar ze waren zo ver weg dat we er met moeite een foto van kunnen maken met onze snapshot camera (voor de zoveelste keer verdrietig omdat onze spiegelreflex gestolen is van onze hostelkamer).

Volgende dag op pad naar een inheemsvolk. Best bijzonder om te zien hoe primitief ze leven, maar ze schijnen er niet onder te lijden. Een indianenvrouwtje heeft daar voor ons junglepizza gemaakt (dat is hoe wij het noemen). Ze ging alles vanaf het begin laten zien. Het werd gemaakt van yucca, een soort zoete aardappel. Ze kapte met een groot mes een struik om en daar zaten die joekels aan.

Vervolgens schillen, raspen, met 1 of ander geweefd ding ging ze al het vocht eruit persen en daarna zeven. Je houd dan een droge stof over. Soort bloem. Dit ging ze bakken in een grote platte pan van klei (uit de rivier) en dat mochten wij dan opeten. Het was een beetje flauw, maar met wat tomatenketchup was het een smakelijk maaltje. Wij waren allang blij dat we niet zo'n goor drankje van de medicijnenman kregen, wat je dan vervolgens beleeft af moet staan.

Verder hebben we nog wat gekanoot, verschillende soorten apen gezien, parkieten, papagaaien, woodpeckers en rivierdolfijnen! Eigenlijk mogen we niet klagen, we vonden ze alleen allemaal te ver weg.

De avond voor vertrek zijn we nog een wandeling gaan maken we hebben apenstront mogen aanschouwen en pootafdrukken van een tapir (vegatarisch varken met slurf). Toen het donker werd begon het pas een beetje leuk te worden en hebben we aardig wat insecten gezien zoals een reuze kakkerlak, een spin (die zelfs vissen eet!), een vogelspin, nachtvlinders, kikkers, vuurvliegjes en als klap op de vuurpijl een kinkajoe. Nederlanse naam is rolstaartbeer. Het is dus een beer(tje) maar lijkt meer op een aap. De gids noemde het een vliegende hond. Maarja, die zelfde gids zegt ook dat de muggen 'on holiday' zijn. Ondanks dat ik bijna badder in de anti-insectenspray word ik op verschillende plekken geprikt, en je raad het al; Arno smeert maar een beetje nonchelant en word niet geprikt. Ze hoorde/roken/zagen vast dat ik eraan kwam en maakten dat ze thuis kwamen L

De volgende dag vertrekken we richting Baños en komen we onderweg nog 3 Duitsers tegen die we hebben ontmoet tijdens de boot cruise langs de galapagos eilanden. Erg leuk!

Via Ambato, waar we de nacht zijn gebleven in een veeeel te duur hotel, zijn we nu in Baños. Baños belooft wat, we gaan actieve dingen doen, en we hebben er zin in!

Baños is een klein toeristisch stadje, vooral bekent om de thermaalbaden, de vele watervallen en niet te vergeten een active vulkaan genaamd Tungurahua. Kortom, een plek waar je wel een paar dagen wilt rondhangen. Er zijn hier aardig wat restaurantjes die ook buitenlands eten serveren zoals Italiaans, Mexicaans en ook Zwitsers. Ecuadoriaans eten bestaat meestal uit kip, groente, rijst en een bonenprakje. Dat komt op een gegeven moment je neus wel uit, dus vanavond gaan we lekker rösti eten. De volgende dag gaan we canyoning-en. We krijgen een sexy pakje aan en rijden dan vervolgens naar een fantastische waterval. De omgeving is zo mooi, en dan nog die waterval erbij.. wauwie. Het 'abseilen' naast, door en over de waterval was super gaaf om te doen, echt een aanrader als je de kans krijgt.

Het kostte $30 inclusief foto's en filmpjes, we hebben het geboekt bij 'MTS adventure', ze staan geloof ik 1ste bij Tripadvisor. Ze zijn erin gespecialiseerd, en het was duidelijk dat onze gids er zelf ook veel plezier in had. In de middag zijn we gaan zip-line-en, dit kon natuurlijk de ochtend niet meer overtreffen maar het was leuk om te doen. Na al deze active dingen had ik wel zin in een massage die ze hier massaal aanbieden. Voor 25 dollar kreeg ik een uur full body massage + een gezicht reiniging, helemaal relaxt en klaar voor de volgende actieve dag ;)

Met de mountainbike gaan we langs alle watervallen die op de route liggen naar Puno. Leuk mountainbiken is dit, want het is vooral bergaf.

We hebben erg geluk met het weer en wat een amazing watervallen zitten ertussen. Impressive en wat een natuurgeweld bij waterval 'Pailón del Diablo'. Terug zetten we onze fietsen in een truck en hebben we ons eerste ritje achterin de bak.

In de ochtend was Arno om 4 uur uit bed gegaan om te kijken naar de vulkaan. In het donker kan je bij helder weer regelmatig lava uit de vulkaan zien stromen. Het was te zien! 's Avonds proberen we nog een keer een vulkaan eruptie te zien maar zonder succes. De volgende dag gaan we op ons gemak met de bus naar Cuenca.

Cuenca is een stad in het zuiden van Ecuador. Het is hier heel anders dan alle andere steden die we tot nu toe hebben gezien. Het lijkt een georganiseerde Europese stad ergens in het Middellandse Zee gebied. Alles ziet er netjes uit (ook de mensen), geen chaos op de weg, veel nieuwbouw en mooi weer. Tenminste tot halverwege de middag. Vanaf een uur of 3 in de middag regent het hier in deze tijd van het jaar. De eerste dag hebben we de stad wat verkent en een bustour gedaan. Met een bustour zie je in een korte tijd een groot gedeelte van de stad, leuk om te doen. Verder hebben we wat relaxt en zijn we wezen eten. De tweede dag in Cuenca zijn we met de bus naar Ingapirca gegaan. Dit is de grootste Inka ruïne van Ecuador.

We krijgen hier een Engelstalige rondleiding. Mooi verhaal allemaal, maar het meeste wat verteld wordt is een verhaal. Sommige dingen klinken aannemelijk, andere klinken als een mythe en zijn niet heel geloofwaardig... Na de rondleiding kunnen we nog een wandeltochtje van een klein halfuur maken langs wat bezienswaardigheden. Eén van de bezienswaardigheden is een gezicht die te zien is in een rotswand. Al met al is zo'n ruïne aardig om te zien, maar je moet wel wat fantasie hebben ;)

Dit was de laatste dag in Ecuador. De volgende dag vertrekken we met de bus richting de grens met Peru. Er zijn nogal wat spookverhalen op het internet te vinden over de betreffende grensovergang. Dus we waren wat zenuwachtig. In Huaquillas (grensdorpje Ecuador) moeten we overstappen op een andere bus. Het was wat onduidelijk, maar naar een half uurtje wachten zaten we dan in de bus. De bus reed rechtstreeks naar de grens, hier konden we uitstappen en eerst langs de Ecuadoriaanse douane lopen, vervolgens langs de Peruaanse. Naar weer even wachten konden we de bus weer in en reden we door naar Tumbes. De grensovergang ging dus erg makkelijk!

We zijn nu dus in Tumbes. Vanmiddag vliegen we naar Arequipa in het zuiden van Peru. Met de bus is het een uurtje of 40, dat lijkt ons niet echt aangenaam... Wordt vervolgd!

Hasta luego! J