Profile
Blog
Photos
Videos
Na ons stedentripje in Potosí en Sucre zijn we nu naar de jungle gevlogen. Na een nachtelijke busrit zijn we de bus uitgeknikkerd ergens in La Paz (ver van de terminal en centrum bleek later). Samen met Eloïse ging onze speurtocht naar het centrum om de blokkades heen. Op weg naar het centrum kwam het moment dat we over het randje van de altiplano reden. Het centrum van de stad bleek 400 meter lager te liggen. Met de besneeuwde bergen op de achtergrond gaf dit prachtig uitzicht. La Paz ligt als een deken over de vallei. In het centrum van deze chaotische stad hebben we genoten van een ontbijdje bij Mario, waarna we afscheid hebben genomen van Eloïse (snik, snik). Dat is namelijk best raar als je al ruim 3 weken samen aan het reizen bent. Vervolgens zijn we weer naar boven gereden naar het vliegveld dat op 4050 meter ligt. Even terug in een bekende internationale wereld met incheck balies, Subway broodjes en Westerse koffie tentjes met rustige muziek. Nadat we opgestegen waren en over de bergen vlogen werd meteen de daling ingezet naar het op 100 meter hoog gelegen Rurrenebaque.
In 'Rurre' is alles anders dan we tot nu toe gezien hebben van Bolivia. Het is warm, vochtig, groen, schaarsgeklede mensen en heel veel brommertjes. De mensen lijken hier meer op de buren uit Brazilië en de sfeer wordt gemaakt met hangmatten en reggea muziek. De laaglanders hebben de naam warmer in de omgang te zijn vergeleken met hun landgenoten van het Alti Plano alleen moet je dan wel bij de juiste mensen zijn.
Vanuit Rurre kan je excursies maken naar de jungle en naar de pampa's. De jungle vindt je de welbekende dichtbegroeide bossen en de pampa's bestaan uit vlak moerasland met rivieren die het land overspoelen na het regenseizoen. Samen met de goedlachse gids Danny hebben we in jungle gespeeld. Na 3 uur op de rivier varen kwamen bij het base-camp. Na een prima lunch gingen we dan echt de bush bush in. En wel na 15 minuten wisten waarom ze dit ook wel regenwoud noemen. De enorme windvlagen voorspelde veel regen en er stond niets anders op dan een hut te bouwen. Nat werden we evengoed, maar het was wel leuk en we waren ook best trots op het resultaat! Uiteindelijk hebben we toch nog een wandeling gemaakt langs lopende bomen, wilde zwijnen en papegaaien. Bij terugkomst op de afgesproken plek was er geen boot te bekennen, maar wel de schipper en maat. De boot lag een stukje verder terug met motor problemen (komt dit niet een beetje bekend voor met Martijn in de jungle?). Natte voeten kregen we niet, op de rug van de bemanning werden we op het droge gezet. Gelukkig moesten we de volgende dag stroomafwaards zodat we ons naar het volgende kamp konden laten meedrijven en we van boot wisselden. Op naar de pampa's.
Door de bootwissel waren we ietwat later in Rurre en stond het busje al klaar voor transport richting de pampa's. Er zaten al 3 Amerikanen (Brian, Vinny en Caz), een Brit (Fred), een Duitse (Steffi) en ook gids Danny ging mee. Een lekker volgeladen busje op z'n Boliviaans, zeker toen ook de kok er nog bij kwam. Hobbelend en glijdend over een zandweg met enorme modderpoelen reden zoefden we naar de opstapplaats voor de boot. Terwijl Danny uitlegde dat we misschien niets, misschien iets zouden kunnen zien van de wilde dieren, dook er meteen een roze dolfijn op langs de boot. Deze dieren leven hier in zoet water en zijn de sterattractie van het park. Hebbes, alleen niet op camera dit keer. Vervolgens pruttelden we langs de vaak ondergelopen oevers op weg naar het kampement. Onderweg zagen we alligators, schildpadden, doodskopaapjes en vele verschillende vogels. Met het groepje kregen we al snel een band, mede dankzij het uitbundige tafelvoetballen. De volgende dag hebben we onsuccesvol naar slangen gezocht, wat we eigenlijk niet zo erg vonden. Veel mooier was de zonsondergang die we konden zien. Daarna hebben we ook de zonsopgang bewonderd, vreemd genoeg in hetzelfde gebied als we slangen zochten, maar dan zonder beschermende laarzen. Misschien was de gids inmiddels overtuigd dat ze daar niet waren. Waar ze wel zaten was vlak bij de plek waar we zondondergang hadden gekeken. Daar vond een andere groep een 2 meter lange Anaconda, terwijl wij honderd meter verderop een potje vollybal speelden. Tot slot hadden we nog tijd om te zwemmen met de dolfijnen. Die lieten echter niets van zich weten, maar voor ons in het water was het toch spannend. Dan maar pirana vissen, net om de hoek waar we gezwommen hadden!
Oh, oh, wat waren het een boel gebeurtenissen bij elkaar. Supermooi als je het zo achter elkaar terug beleefd. De dagen waren vol en intensief. En als het donker was in ons simpele kamp, dan vielen de ogen ook meteen dicht (dat is dus rond 21.00 tot 22.00 uur). Na de trip hadden we nog een nacht in Rurre voordat we weer met het vliegtuig naar grote hoogte vlogen zodat we tijd hadden om nog een hapje en een drankje te doen met onze nieuwe New Yorkse vrienden. Voordat we weggingen moest er nog wel een kleine operatie plaatsvinden, Martijn had een vriendje uit de jungle meegenomen. En aangezien Lonneke een beetje terugkrabbelde van het bewegend beestje in de billen van haar vriendje, trok een toevallig aanwezige dokter met een grote glimlach de teek van de tere plek. Opgelucht en nog nalachend genoten we van een Long Island Icetea.
In Rurrenenabaque kregen we het verdrietige nieuws te horen onze lieve oma Kikkert is overleden op 97 jarige leeftijd. Het was niet geheel onverwacht maar wel erg emotioneel om dit van afstand mee te maken. Terug in La Paz hebben we met een webstream toch de uitvaartdienst live mee kunnen kijken en later met de familie kunnen skypen. Het was heel speciaal om er op die manier toch bij te kunnen zijn. Net als de andere in Nederland hebben we voor oma genoten van een lekker stuk taart, omdat zij er altijd voor zorgde dat je niets te kort kwam en zij had altijd genoeg lekkers voor iedereen in huis.
In La Paz hebben we ons voorbereid om twee dagen te gaan rond trekken. Dat betekende souvenirs shoppen, een rondleiding door de stad volgen, sapjes drinken op de markt en een alles beslissende tafelvoetbalwedstrijd in de bar van het hostel van de Amerikanos. 's Morgens vroeg begon ons avontuur in de Cordillas. Dat is het gebied tussen de hoogvlakten en het laagland waar het landschap in enkele kilometers ineenstort met super steile dichtbegroeide hellingen tot gevolg. De eerste uitdaging was om de taxi op de beginplaats te krijgen en vreemd genoeg stonden wij het ding op het bergweggetje omhoog te sleuren in plaats van andersom. Een aardige opwarmer van wat komen stond: van ongeveer 4000 meter moesten we nog even over het randje van 4760 meter klimmen met een volle backpack. Ter vergelijking, dat is bijna de hoogte van de hoogste punt in Europa en daar is niet zo veel zuurstof te vinden. Het uitzicht was het helemaal waard.
Het pad dat we volgde is een eeuwen oud pad dat al voor de tijd van de Inca's gebruikt werd. Het is ook grotendeels betegeld met grote stenen en heeft veel voorzieningen om het water af te voeren, een mooi stukje civiele techniek. Het pad en de omgeving veranderde met het uur dat we liepen. Doordat we steeds lager kwamen zagen we de begroeiing opkomen en voelde we de temperatuur stijgen. Helaas liepen we regelrecht de wolken in en verdween het uitzicht. Soms was er even een opening en konden we de diepe ravijnen zien die onder ons lagen. Oke, doe het gordijntje maar weer dicht :) We vonden onze kampeerplek in een verlaten dorpje dat er nog prima uitzag met veel bloemen en tuintjes. Gids David kookte voor ons een heerlijk maaltje op een houtgestookt fornuis. Na het eten trok de hemel open en zagen we een mysterieus landschap met berg silhouetten en door de maan verlichte wolken.
De volgende ochtend vroeg kreeg de zon nog even de kans om het natte landschap te drogen en een goed gevoel aan ons te geven. We zakten verder door het dal richting de rivier, naar onze eindbestemming in de bewoonde wereld. Ondanks grote aantal busjes was het nog een aardige uitdaging om vanaf daar openbaar vervoer naar La Paz te krijgen. Het eerste stuk liepen we, daarna mochten we een stukje mee in de bus van Don Baksteen en zijn rijstijl van gasgeven en remmen op de glibberige onverharde bergweg langs de nog steeds diepe afgronden. Als er dan een andere bus aankomt grijpt Don Baksteen naar de luchthoorn en begint het spel van laat remmen tot je bumper aan bumper staat. Dan probeer je de ander achteruit te laten rijden tot een plek waarbij de heren chauffeurs denken wel te kunnen passeren. De welbekende 'deathroad' in dit gebied hoeven we niet meer te fietsen, die ervaring hebben we al.
Gelukkig mochten we na 20 minuten zweten overstappen. Het was echter nog minstens een uur wachten tot de volgende bus zou komen. Daarom besloten we achterin een vrachtwagen te klimmen die ons rechtstreeks naar La Paz bracht. Deze aardige trucker reed heel relaxed over de hobbelweg. Misschien kwam het ook wel omdat we niet goed konden zien hoe we reden, dat we ons een stuk prettiger voelde. Toen we weer de weg omhoog richting de wolken volgde begon de open bak wel aardig frisjes te worden. Helemaal toen we boven aan de top een lading sneeuw en hagel over ons heen kregen en we schuilden onder een stuk plastic. Over het topje scheen de zon weer zodat we nog een beetje warm konden worden.
Het werd al laat in La Paz en het werd hoog tijd om een hapje te eten. De Lonely Planet vertelde dat restaurant Vienna wel een goede plek was. We werden binnengezwaaid door de obers. Binnen zat een andere jongen op de piano te pingelen en er was een grote groep toeristen. Verder werd de zaal gevuld met mensen die van hogere komaf waren, aan hun kleding te zien. Een beetje ongemakkelijk zaten we de eerste minuten aan ons tafeltje in ons backpackers kloffie. Het aperetiefje deed het ijs wel breken en we hebben genoten van de beste biefstuk van Bolivia. Met een flesje wijn en koffie cognac tot slot werd het nog aardig gezellig en het duurste maal dat we hadden gegeten in Bolivia: €45,- van voor tot achter.
We gingen nog niet meteen weg uit La Paz omdat het precies 25 mei was. Dit is de onafhankelijkheidsdag en het wordt in de stad gevierd met "El Gran Poder" (het grote kunnen). Het is een optocht van dansers en muziek door de hele stad waarbij extra veel aandacht is voor de kleding. Er waren groepen van typisch geklede dames, inheemse kleding stijl, mannen in een soort draken pakken en tot slot groepen met jonge mannen in Spaanse kleding en meiden in pin-up jurkjes. Allemaal onder luid trommel geroffel en trompettergeschal. Het gaat van 's morgens vroeg tot in de late uurtjes door. Nu we de bussen, de lokale feestjes, het vliegen en de jungle in Bolivia zijn doorgekomen zit ons avontuur er hier bijna op. De laatste stop wordt het relaxte vakantieplekje aan het Titicaca meer vlakbij de grens met Peru. Nu begint na al die maanden de finish toch in zicht te komen.
Wil je weten hoe dit avontuur verder zal gaan, lees dan binnenkort meer over Boliviaanse bootjes, Isla del Sol, Inca's en Peru!
- Dit avontuur werd mede mogelijk gemaakt door Stef Stuntpiloot die het 19 personen vliegtuig met ijzeren hand en zonder automaat door het luchtruim manoeuvreerde -
- comments
Marije Echt zo tof!! Jullie hebben ze wel een hele mooie reis!!!! Wel erg om te horen van je oma Lon... Is toch niet iets wat je wit horen als je ver van huis bent.. gecondoleerd.
Eloïse coucou, cool! je ne com:prends pas tout, mais le sphotos en elles-mêmes sont parlantes? ou êtes-vous maintenant? moi je suis à Rio et ma soeur est arrivée; il fait beau et je vais à la plage... besos, un abrazo, eloïse